07/06/17

Regelgeving over drones wordt steeds flexibeler

Drones zijn al lang geen sciencefiction meer. Amerikaanse zeearenden werden onlangs nog  ingezet om eventueel gevaarlijke drones uit het luchtruim te halen bij  het bezoek van de Amerikaanse president aan ons land. Ook de wetgever staat niet stil om deze nieuwe realiteit zo goed mogelijk te reglementeren.
Het koninklijk besluit rond het gebruik van drones is ondertussen  meer dan één jaar oud. Een overzicht van de geldende reglementering leest u hier.

De eerste verjaardag van het KB blijkt een goed moment om de regels onder de loep te nemen en bij te spijkeren waar nodig. Op het kabinet van federaal Minister van Mobiliteit François Bellot werkt men aan een aangepast kader tot regeling van het gebruik van drones. Ondertussen zit ook Europa niet stil.

De huidige regels: streng kader met veel grenzen

In de huidige regeling, opgenomen in het KB van 10 april 2016, bestaan er drie categorieën van professioneel gebruik van drones: Klasse 2 voor weinig risicovolle operaties, Klasse 1B voor gematigd risicovolle operaties en Klasse 1A voor hoge risico-operaties.

Elke categorie kent zijn eigen verplichtingen omtrent het te behalen pilotenbewijs, de maximale vlieghoogte, het maximale gewicht van de drone, de gebieden waar men mag vliegen, de afstand tot obstakels, het overvliegen van mensen of dieren, etc.

Los van de indeling in de éne of de andere categorie, gelden een aantal algemene regels. Zo mag men niet vliegen in gecontroleerd luchtruim (rond vliegvelden, in militaire oefengebieden, e.d.). Daarnaast mag men niet ’s nachts vliegen, is pakketjesvervoer uitgesloten en zijn volautomatische vluchten taboe.

Vooral de geografische beperking van de vlieggebieden zet een grote rem op de ontwikkelingsmogelijkheden binnen de sector. Een blik op de kaart van de no-fly zones voor drones leert al snel dat, zeker in Vlaanderen, er slechts een beperkte oppervlakte overvlogen mag worden. Om toch in de gecontroleerde gebieden te vliegen, kan men een individuele uitzondering aanvragen bij de luchtvaartadministratie (het Directoraat-Generaal van de Luchtvaart, afgekort DGLV). De procedures die daarvoor zijn uitgewerkt, zijn omslachtig, duur en verlopen eerder traag: de administratie lijkt overbevraagd en onderbemand.

Om een aantal werkpunten uit het huidige systeem aan te pakken, neemt men het huidige wetgevend kader onder de loep.

De toekomst: op naar flexibelere regels

In een sectorvergadering van 2 mei 2017 heeft het kabinet van Minister Bellot een aantal werkpunten aangeduid. We lichten ze voor u toe.

De procedure voor de aanvraag van een vlucht in gecontroleerd luchtruim wordt versoepeld. Zo zal een uitdrukkelijke toestemming van de betrokken gemeente niet langer nodig zijn.

Men onderzoekt of het principiële verbod om in gecontroleerd luchtruim, de zogenaamde CTR-zones, te vliegen, kan worden opgeheven: er zou dan een ‘trappensysteem’ in de plaats kunnen komen, dat zou toelaten om binnen CTR-zones tot op een bepaalde hoogte te mogen vliegen. Hier verder van afwijken kan dan nog steeds op basis van een individuele toelating.

Men onderzoekt of een versoepeling mogelijk is van het verbod om in de zone HTA 10 te vliegen. HTA 10 is een helikoptertraininggebied dat periodiek kan worden geactiveerd en, indien actief, ongeveer heel West-Vlaanderen en een gedeelte van Oost-Vlaanderen omvat. In de huidige toestand zet de activering van dit gebied een sterke rem op de mogelijke inzet van drones.

Men overweegt een uitzonderingsregime voor vluchten uitgevoerd door houders van een perskaart. Omdat de pers snel op de actualiteit moet kunnen inspelen, lijkt een procedurele vereenvoudiging aangewezen. De vraag hoe dit, op een niet-discriminatoire wijze, kan, blijft voorlopig open.

Men overweegt daarnaast een uitzonderingsregime voor vluchten in windmolenparken.

Men kondigt aan dat de dienst ‘drones’ van het DGLV zal worden uitgebreid. Het lijkt erop dat de dronesector deze ontwikkeling alleszins van harte zal verwelkomen.

Er wordt gewerkt aan een digitaal platform voor de administratieve verwerking van drone-operaties. Hiertoe legt de administratie de laatste hand aan het bestek van een overheidsopdracht die zij zal uitschrijven. De waarde van de opdracht wordt geraamd op € 80.000.

Ondertussen werkt ook Europa verder aan een eengemaakt regelgevend kader dat de afzonderlijke regels van de lidstaten zal vervangen.

Over de concrete timing van het nieuwe KB is geen informatie gekend. Het spreekt voor zich dat wij deze ontwikkelingen op de voet opvolgen. 


Auteur: Thomas Christiaens

dotted_texture