11/09/15

Bandingfactoren opnieuw verlaagd: minder groenestroom-certificaten voor zonnepanelen in Vlaanderen

De opwekking van energie uit hernieuwbare energie, waaronder elektriciteit geproduceerd door zonnepanelen, werd in Vlaanderen gestimuleerd d.m.v. de toekenning van groenestroomcertificaten. Op grond van het Energiedecreet van 8 mei 2009 werden aan de producenten van hernieuwbare energie groenestroomcertificaten toegekend. Aanvragen tot de toekenning van groenestroomcertificaten dienen sinds 1 april 2014 te worden ingediend bij de beheerder van het net waarop de installatie is aangesloten (bv. IVEG, Iverlek, IMEA of Inter-Energa).

De aldus verleende groenestroomcertificaten worden vervolgens verkocht aan de beheerders van de elektriciteitsdistributienetten, welke decretaal verplicht zijn jaarlijks een aantal groenestroomcertificaten in te dienen bij de Vlaamse Regulator voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG). In het Energiedecreet wordt een minimumprijs bepaald die voor de groenestroomcertificaten moet worden betaald door de netbeheerders.

Wegens de budgettaire impact van deze regeling werd in het verleden reeds besloten om de bedragen voor deze minimumsteun stelselmatig af te bouwen. De minimumsteun per groenestroomcertificaat voor zonne-energie is momenteel als volgt bepaald:

•    Installaties met een startdatum vóór 1 januari 2010: EUR 450;
•    Installaties met een startdatum tussen 1 januari 2010 en 31 december 2012: EUR 350 – EUR 90, afhankelijk van de datum van ingebruikname;
•    Installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2013: 93 EUR.

Indien een project dient te beschikken over een stedenbouwkundige of milieuvergunning is de startdatum de datum waarop een aanvraag tot toekenning van certificaten werd ingediend, of de datum waarop het project beschikt over de vereiste stedenbouwkundige of milieuvergunning, indien deze laatste datum een latere datum is. De startdatum voor een project dat niet over een stedenbouwkundige of milieuvergunning dient te beschikken, is de datum van indienstneming van de installatie.

Minder groenestroomcertificaten voor installaties die aangesloten zijn na 1 januari 2013

Niet alleen de minimumprijs voor groenestroomcertificaten werd afgebouwd, maar er worden ook minder groenestroomcertificaten toegekend voor de geproduceerde energie. De zonnepanelen met een startdatum voor 1 januari 2013 krijgen nog één groenestroomcertificaat toegekend voor iedere 1.000 kWh elektriciteit die wordt opgewekt. Voor zonnepanelen met een startdatum na 1 januari 2013 wordt het aantal groenestroomcertificaten bepaald door de netto hoeveelheid geproduceerde groene stroom (in MWh) te vermenigvuldigen met de bandingfactor. De vermenigvuldiging met de bandingfactor leidt ertoe dat voor elke MWh ofwel 1.000 kWh elektriciteit die wordt geproduceerd geen volledig groenestroomcertificaat meer kan worden bekomen.

Wanneer een bandingsfactor bijvoorbeeld 0,5 bedraagt, zal 2.000 kWh geproduceerde stroom slechts tot de toekenning van één groenestroomcertificaat leiden.

Concreet is de bandingfactor de verhouding tussen de onrendabele top en de bandingdeler. De bandingdeler voor groene stroom is decretaal vastgelegd op EUR 97. De onrendabele top geeft aan hoeveel EUR per MWh nodig is om een rendabele uitbating van een groenestroom installatie mogelijk te maken.   

De Vlaamse Minister van Energie stelt de bandingfactoren vast op grond van een berekening gemaakt door het Vlaams Energieagentschap (VEA). Iedere zes maand stelt de Vlaamse Minister van Energie de bandingfactor vast voor nieuwe zonne-energie installaties en worden de bandingfactoren voor bestaande projecten aangepast.

Het Ministerieel Besluit van 17 juni 2015 verlaagt opnieuw de bandingfactoren

In een Besluit van de Vlaamse Minister van Energie van 17 juni 2015 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 25 juni 2015) worden de bestaande bandingfactoren geactualiseerd en de bandingfactoren vastgelegd voor groenestroomprojecten die gebruik maken van zonne-energie met een startdatum vanaf 1 juli 2015.

De bandingfactoren voor nieuwe zonnepanelen dalen fors. De bandingfactoren voor nieuwe zonne-energie installaties dalen van 0,595 naar 0,345 (AC-vermogen tussen 10 kW en 250 kW) en van 0,493 naar 0,373 (AC-vermogen groter dan 250 kW). De bandingfactor voor nieuwe kleine installaties
voor de opwekking van energie uit zonnepanelen (AC-vermogen kleiner dan 10 kW) blijft behouden op 0. Hierdoor kunnen voor deze installaties geen groenestroomcertificaten meer worden bekomen.
Voor de meeste bestaande zonnepanelen dalen de bandingfactoren eveneens, al zijn de dalingen wel minder sterk dan voor nieuwe installaties.

Met het Besluit van de Vlaamse Minister van Energie van 17 juni 2015 wordt aldus het beleid verdergezet om de bandingfactoren te verlagen, waardoor producenten van energie opgewekt door zonnepanelen almaar minder groenestroomcertificaten krijgen toegekend. Deze daling wordt verantwoord door de vaststelling dat de investeringen in zonnepanelen steeds rendabeler zouden worden. De vraag rijst echter of de aanpassing van de bandingfactoren niet strijd met de verwachtingen van elektriciteitsproducenten op het behoud van de voorwaarden betreffende de toekenning van groenestroomcertificaten. In een arrest van 23 januari 2014 (nr. 8/2014) heeft het Grondwettelijk Hof evenwel reeds aangenomen dat de producenten geen recht hebben op een onveranderde of blijvende steun. Het kan dan ook worden verwacht dat de bandingfactoren na 1 januari 2016 verder zullen dalen.

dotted_texture