Nadat België zijn regels inzake prijsverminderingsaankondigingen heeft moeten afschaffen, zal het nu ten gevolge van EU-richtlijn 2019/2161 opnieuw aangepaste regels moeten invoeren. Daarnaast zal het ook regels met betrekking tot bepaalde vormen van prijsvorming moeten invoeren.
België moet binnenkort Richtlijn 2019/21611 van 27 november 2019 (‘Richtlijn’) uitvoeren. De Richtlijn wijzigt o.m. Richtlijn 98/6/EG2 en Richtlijn 2011/83/EU3 met het oog op een betere handhaving en modernisering van de EU-voorschriften inzake consumentenbescherming. De richtlijn bevat o.m. gemoderniseerde regels inzake prijsstelling met het oog op de digitale marktontwikkelingen.
Gepersonaliseerde prijsstelling
Handelaren kunnen op basis van geautomatiseerde beslissingsalgoritmen en profilering van consumentengedrag de prijs van hun aanbiedingen voor specifieke consumenten of groepen consumenten personaliseren. Een handelaar kan bijvoorbeeld op basis van de aankoopgeschiedenis van een consument een algoritme gebruiken om te detecteren of deze een bijzondere interesse heeft in een van zijn goederen en diensten en de prijs ervan te verhogen.
De Richtlijn bepaalt in Artikel 4, paragraaf 4 dat de handelaar de consument moet informeren indien de weergegeven prijs werd gepersonaliseerd op basis van geautomatiseerde besluitvorming zodat de consument zich bewust is van het risico dat de vraagprijs is verhoogd.4
(Reële) Prijsverlaging
Om nepprijsverlagingen te voorkomen die het gevolg zijn van prijsverhogingen vlak voor de aankondiging van prijsverlagingen, moeten handelaars binnenkort, conform Artikel 2, paragraaf 1 van de Richtlijn, bij aankondigingen van prijsverlagingen de vorige prijs aangeven. De vorige prijs wordt gedefinieerd als “de laagste prijs die door de handelaar is toegepast tijdens een periode die niet korter is dan 30 dagen voor de toepassing van de prijsvermindering”.5 Voor goederen met een beperkte houdbaarheid, alsook voor nieuwe goederen, i.e. minder dan 30 dagen op de markt, kan een kortere periode worden voorzien.
De EU-lidstaten moeten de Richtlijn uiterlijk 28 november 2021 ten uitvoer leggen en de ten uitvoer gelegde maatregelen vanaf 28 mei 2022 toepassen.
Voetnoten:
1 Richtlijn (EU) 2019/2161 van 27 november 2019 tot wijziging van richtlijn 93/13/EEG van de Raad en Richtlijnen 98/6/EG, 2005/29/EG en 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de Unie, OJ L328/7, 18.12.2019.
2 Richtlijn 98/6/EG van 16 februari 1998 betreffende de bescherming van de consument inzake de prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten, OJ L80/27, 18.3.1998.
3 Richtlijn 2011/83/EU van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad.
4 Zie nieuw artikel 6, lid 1, ebis Richtlijn 2011/83/EU.
5 Zie nieuw artikel 6bis Richtlijn 98/6/EG.