Mobiliteit en parkeren blijven gevoelig thema's, zoals recent nog maar eens bleek uit de Pano reportage "Parkeren in Vlaanderen" of zoals vorig jaar nog bleek bij de intrede van het Gents circulatieplan. De soms erg grote verschillen in het mobiliteits- en parkeerbeleid van verschillende steden en gemeenten kan voor een buitenstaander inderdaad soms bevreemdend overkomen.
Tijd dus voor een toelichting van drie erg verschillende gemeentelijke mogelijkheden om parkeerbeleid vorm te geven.
1. Parkeerplan als onderdeel van mobiliteitsplan
Een eerste mogelijkheid voor het organiseren van het parkeerbeleid is het opstellen van gemeentelijke parkeerplannen. Zo is bijv. het Gents parkeerplan een onderdeel van haar mobiliteitsplan. De decretale grondslag hiervoor is te vinden in het Mobiliteitsdecreet van 20 maart 2009 (toch voorlopig nog - het decreet betreffende de basisbereikbaarheid, nog in voorontwerp, zal het Mobiliteitsdecreet normaal gezien op termijn vervangen).
- Het Mobiliteitsdecreet voorziet zowel op Vlaams niveau, als op intergemeentelijken gemeentelijk niveau de opmaak van mobiliteitsplannen. Daarbij komt nog dat er ook voor specifieke vervoersgebieden of mobiliteitsthema een afzonderlijk mobiliteitsplan kan worden opgemaakt. Voor elk wat wils dus.
- Gemeentelijke mobiliteitsplannen, en bij uitbreiding dus parkeerplannen, beogen de lokale mobiliteits/parkeertoestand te analyseren en te evalueren, en het gewenste toekomstige beleid uit te beschrijven.
- Hebben gemeenten dan volledig vrij spel bij het opmaken van hun plan? Niet helemaal. De gemeentelijke mobiliteitsplannen dienen het Mobiliteitsplan Vlaanderen te respecteren (maar dit Mobiliteitsplan Vlaanderen is voorlopig nog steeds in opmaak).
- Een belangrijke nuance is dat deze plannen geen grondslag voor vergunningen vormen . Dit heeft tot gevolg dat zij geen onmiddellijke rechtsgevolgen voor derden met zich meebrengen, en niet op zichzelf aanvechtbaar zijn voor de Raad van State (voor een arrest dat bevestigt dat het Gents parkeerplan niet afzonderlijk aanvechtbaar is: RvS 24 april 2018, nr. 241.285, de NV Granit Development). De afdwingbaarheid van een mobiliteitsplan op het niveau van een individuele (omgevings)vergunning, is dus beperkt. Ook het voorontwerp van het decreet betreffende de basisbereikbaarheid bevestigt dat geen van de onderdelen van een mobiliteitsplan verordenende kracht heeft.
2. Parkeernorm als onderdeel van stedenbouwkundige verordening
Een volgend, veel vaker voorkomend (en effectiever) instrument om o.a. parkeervoorschriften te voorzien, is een gemeentelijke parkeerverordening. De grondslag hiervoor is terug te vinden in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
- Elke gemeente kan met een stedenbouwkundige verordening haar parkeerbeleid vastleggen. Denk hierbij aan de te volgen inrichtingsprincipes wat betreft de minimum aantallen parkeerplaatsen, de afmetingen, de op- en afritten, etc. bij nieuw aan te leggen woningen of nieuwe functies,....
- Ook hier geldt dat een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening in lijn moet liggen met de Vlaamse en provinciale vastgestelde stedenbouwkundige verordeningen.
- In tegenstelling tot parkeerplannen, bevatten parkeerverordeningen wél verordenende voorschriften en bepalingen. Zij zijn dus tegenstelbaar aan derden, en moeten gevolgd worden bij de opmaak van een vergunning. Dit betekent ook dat (het besluit tot goedkeuring van) deze parkeerverordeningen afzonderlijk aanvechtbaar zijn voor de Raad van State (zie bijv. RvS 22 december 2017, nr. 240.303, Lidl).
- Niet zelden is er een vaste ratio tussen parkeerplaatsen en woonunits voorzien. Een krappe parkeernorm (bijv. 0,5 parkeerplaats/woning) wil ongewenst autogebruik tegengaan maar vereist wel voldoende alternatieve transportmiddelen (openbaar vervoer, fiets etc.). Een ruime parkeernorm (bijv. 1,5 parkeerplaats/woning) daarentegen beoogt vooral overlast van parkeren op straat te vermijden.
- Ook steeds na te gaan is of daarenboven in de toepasselijke plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen parkeernormen zijn opgenomen.
3. Politiereglementen en retributiereglementen
Bovendien kan een gemeente het parkeren binnen haar gemeente verder regelen via politiereglementen en retributiereglementen.
- Politiereglementen stippelen uit waar het wel of niet verboden is om te parkeren (bijv. niet voor binnen een bepaalde afstand van een tramhalte of parkeerlichten,...) en kunnen hier een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS-boete) aan verbinden.
- Retributiereglementen voorzien het te betalen tarief indien men niet betaalt voor een reglementaire parkeerzone, bijv. een zone waar een parkeerschijf verplicht is, of waar betalend parkeren van toepassing is.