17/06/15

De etikettering van een levensmiddel kan de consument misleiden zelfs indien de lijst van ingrediënten correct is

Dit is wat het Europese Hof van Justitie recent besliste in haar arrest van 4 juni 2015 (C-195/14).

Aan de grondslag van deze zaak bevindt zich de Duitse onderneming Teekanne, die vruchtenthee verhandelt onder de naam „Felix Himbeer-Vanille Abenteuer” (Felix framboos-vanille avontuur).  De verpakking, met afbeeldingen van frambozen en vanillebloesem, bevat vermeldingen zoals „enkel natuurlijke ingrediënten”, „vruchtenthee met natuurlijke aroma’s” en „vanille-frambozensmaak”. In werkelijkheid blijkt uit de lijst van ingrediënten, die ook op de verpakking wordt weergegeven, dat het product geen frambozen, noch vanille noch uit die ingrediënten verkregen aroma’s bevat.

Een Duitse vereniging voor consumentenbescherming stelde hierop een procedure in tegen Teekanne waarbij haar verweten werd de consument te misleiden omtrent de samenstelling van het product. Volgens deze vereniging verwacht de consument dat het product bestanddelen van framboos en vanillebloesem bevat, of minstens uit die ingrediënten verkregen aroma’s.

Gevat in laatste aanleg heeft het Bundegerichtshof (het Duitse Hooggerechtshof) aan het Hof van Justitie de vraag gesteld of de etikettering van een levensmiddel de consument kan misleiden wanneer zij de indruk wekt dat een bepaald ingrediënt aanwezig is, terwijl dit ingrediënt in werkelijkheid ontbreekt en dit enkel vastgesteld kan worden indien men de lijst van ingrediënten nakijkt.

In het arrest herinnert het Hof van Justitie er in de eerste plaats aan dat de koper van een levensmiddel dient te beschikken “over juiste, neutrale en objectieve informatie die hem niet misleidt”. Het loutere feit dat de ingrediënten zijn weergegeven in een lijst die op de verpakking te vinden is, kan, aldus het Hof, “evenwel op zich niet uitsluiten dat de etikettering van dat product en de wijze waarop zij is uitgevoerd, de koper kan misleiden.” De etikettering is immers niet alleen samengesteld uit vermeldingen en aanwijzingen, maar tevens uit fabrieks- of handelsmerken, afbeeldingen of tekens die hierop betrekking hebben en die in de praktijk leugenachtig, verkeerd, dubbelzinnig, tegenstrijdig of onbegrijpelijk kunnen zijn.

Het Hof besluit dat “de lijst van ingrediënten in bepaalde situaties, ook al is die lijst juist en volledig, ongeschikt kan zijn om de verkeerde of dubbelzinnige indruk van de consument over de kenmerken van een levensmiddel, die voortvloeit uit de andere elementen waaruit de etikettering van dat levensmiddel is samengesteld, genoegzaam te corrigeren.”

Het arrest van het Hof van Justitie heeft betrekking op de uitlegging van de Richtlijn 2000/13 die ondertussen vervangen werd door de Verordening 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (de zogenaamde “INCO” of “FIC”, waarvan de meeste bepalingen op 13 december 2014 in werking traden). Het is echter zeker dat het Hof onder de nieuwe regelgeving tot een zelfde beslissing had gekomen aangezien de bepalingen die het Hof in dit arrest uitlegt zich integraal in de Verordening bevinden.

Op een moment dat synthetische aroma’s het praktisch mogelijk maken om alle smaken die zich in natuurlijke ingrediënten bevinden te maken dient het arrest van het Hof van Justitie zeker de industrie tot voorzichtigheid aan te zetten wat betreft de verpakkingen van levensmiddelen.

dotted_texture