In eerdere nieuwsbrieven werd reeds uitgebreid toelichting gegeven over de fiscale regels omtrent de schenking en vererving van familiale ondernemingen en vennootschappen die vanaf 1 januari 2012 gelden. We schreven dat uit deze regeling, noch uit de omzendbrief die hieromtrent gepubliceerd werd, duidelijk kon worden afgeleid voor welke gevallen de “verdachte periode” voor niet-geregistreerde schenkingen werd verlengd van drie jaar tot zeven jaar. In een antwoord op een recente parlementaire vraag brengt de Vlaamse minister van Financiën Philippe Muyters hierover uitsluitsel.
Basisprincipes
Met ingang van 1 januari 2012 werd een volledig nieuwe regeling ingevoerd voor de schenking en de vererving van familiale ondernemingen en vennootschappen. Zo werd enerzijds een vrijstelling van registratierechten ingevoerd voor schenkingen van activa van een familiale onderneming en van aandelen van familiale vennootschappen (nieuw artikel 140bis, § 1 Vlaams Wetboek Registratierechten) terwijl anderzijds werd voorzien in een verlaging van het successierecht tot 3% (rechte lijn, echtgenoten of samenwonenden) of 7% (andere) bij verervingen van activa van een familiale onderneming en van aandelen van familiale vennootschappen (nieuw artikel 60/1, § 1 Vlaams Wetboek Successierechten).
Voor schenkingen van activa van familiale ondernemingen en aandelen van familiale vennootschappen die niet geregistreerd worden, voorziet de nieuwe regeling in een verlenging van de “verdachte periode” van drie jaar tot zeven jaar indien “het gaat om aandelen en activa bedoeld in artikel 140bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten” (nieuw artikel 7 Vlaams Wetboek Successierechten). Voor de berekening van successierechten zullen dergelijke schenkingen dus bij de nalatenschap worden gevoegd indien deze schenking is gebeurd binnen zeven jaar voor het overlijden van de schenker.
Onduidelijkheid
Het was evenwel onduidelijk in welke concrete gevallen de verlengde zevenjarige periode zou gelden. Uit de wet zelfs diende immers te worden afgeleid dat deze verlengde periode enkel zou gelden voor niet-geregistreerde schenkingen van aandelen en activa die kwalificeren voor de vrijstelling van schenkingsrechten. Dit zou betekenen dat voor de schenking van bijvoorbeeld patrimoniumvennootschappen, die niet aan de voorwaarden voldoen om een vrijstelling te verkrijgen, de driejarige verdachte periode zou blijven gelden.
Tijdens de parlementaire voorbereiding zijn hierover echter tegenstrijdige uitspraken gedaan en ook de omzendbrief FB/2012/01 inzake de interpretatie van de regeling m.b.t. overdrachten van familiale ondernemingen en vennootschappen bracht geen opheldering.
Antwoord op parlementaire vraag brengt uitsluitsel
In een recent antwoord op een parlementaire vraag zorgde Vlaams minister van Financiën Muyters nu voor duidelijkheid over de toepassing van de zevenjarige periode. Minister Muyters stelde dat de verlenging van de zevenjarige periode enkel zal worden toegepast bij niet-geregistreerde schenkingen van activa en aandelen van familiale ondernemingen en vennootschappen wanneer deze aan “alle voorwaarden van artikel 140bis Vlaams Wetboek Registratierechten” voldoen, en dus met vrijstelling van schenkingsrechten kunnen worden geschonken.
Bijgevolg blijven schenkingen van bijvoorbeeld patrimoniumvennootschappen, die niet voldoen aan de activiteitsvoorwaarde uit artikel 140bis Vlaams Wetboek Registratierechten en dus uitgesloten zijn van de vrijstelling, onderworpen aan de normale verdachte periode van drie jaar. Wie voor deze schenkingen de registratierechten wil vermijden, en bvb. zou opteren voor een schenking voor Nederlandse notaris, hoeft niet te vrezen voor een verlenging van de verdachte periode.