Jacques Van Keirsbilck, ervaren docent verzekeringen
Algemeen:
De wetgeving met betrekking tot de landverzekeringsovereenkomst, ingevoerd bij de wet van 25 juni 1992, is ondertussen meer dan dertig jaar oud. In al die tijd is er heel wat rechtsleer en rechtspraak tot stand gekomen. De dagelijkse praktijk leert evenwel dat niet iedereen hiervan op de hoogte is of zich op de hoogte stelt.
In het kader van de cyclus “landverzekeringsovereenkomst” bespreken wij een aantal artikels van de verzekeringswet die van toepassing zijn op de landverzekeringsovereenkomsten (deel 4 van de verzekeringswet). De nadruk ligt daarbij op die bepalingen die in de praktijk vaak tot toepassingsproblemen en zelfs tot betwistingen tussen de betrokken partijen aanleiding geven. Uiteraard gaat de aandacht in de eerste plaats naar een inhoudelijke toelichting bij elk van de bepalingen die aan bod komen. Daarnaast besteden we ook aandacht aan de relevante rechtsleer en rechtspraak, zeker de meest recente arresten en vonnissen. Maar even belangrijk is het om even te kijken naar de polisvoorwaarden, hoe de besproken bepalingen van de verzekeringswet hierin verwerkt worden en of dit op een juiste manier gebeurt. Over de ganse cyclus heen komen de volgende onderwerpen aan bod (onder de vorm van afzonderlijke modules):
- Mededelingsplicht
- Uitsluiting en verval van waarborg
- De gelding van de waarborg in de tijd in de aansprakelijkheidsverzekeringen
- Het eigen recht van de benadeelde in de aansprakelijkheidsverzekeringen
- Subrogatievordering en verhaalsvordering van de verzekeraar
- Verjaringsregels
- bepalingen in relatie tot schadegevallen
Ten slotte is er een afzonderlijke module (nu nog in voorbereiding) waarin diverse artikels van de verzekeringswet aan bod komen die van belang zijn in het kader van het beheer en de afhandeling van een schadegeval. Elk van de aangeboden modules heeft een duurtijd van ongeveer 2 à 2,5 uur. Raadpleeg geregeld onze website. Dan weet u welke modules al beschikbaar zijn!
Programma per module:
Module 1: de mededelingsplicht (opname 24 april 2023)
Deze opleiding heeft betrekking op de artikels 58 tot 61 en artikel 81 VW.
In het kader van deze module besteden wij aandacht aan de mededelingsplicht enerzijds bij het afsluiten van de verzekeringsovereenkomst en anderzijds tijdens de duur van de verzekeringsovereenkomst, meer bepaald wanneer er sprake is van een verzwaring van het risico. Net zoals bij de andere modules die deel uitmaken van deze cyclus geven wij een inhoudelijke toelichting bij de artikels die aan de orde zijn. Maar daarnaast gaat de aandacht enerzijds naar de rechtspraak omtrent de toepassing van diezelfde artikels en anderzijds, zeker in de materie van de verzwaring van het risico, naar een analyse van “gangbare” polisvoorwaarden met de vraag of deze wel conform zijn met de verzekeringswet. In deze opleiding komen onder meer volgende thema’s aan bod:
• Wat zijn de basisprincipes van de mededelingsplicht (artikel 58 VW) en hoe moeten deze geïnterpreteerd worden overeenkomstig rechtspraak en rechtsleer?
• Welke kunnen de gevolgen zijn indien men tekortkomt aan de mededelingsplicht?
• Wat bij schade door een activiteit die niet vermeld is in de polis en dus niet verzekerd is? Tekortkoming aan de mededelingsplicht of effenaf afwezigheid van waarborg?
• Wat met een “onbetwistbaarheidsclausule” in de polis? Kan dit? En wat is daarvan de draagwijdte?
• Hoe moeten, in geval van verzwaring van het risico, de woorden “verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet” in artikel 81 VW begrepen worden? En hoe klinkt dat in de polisvoorwaarden?
Module 2: gelding van de waarborg in de tijd (opname 8 mei 2023)
Deze opleiding heeft betrekking op artikel 142 VW. Artikel 142 VW is enkel van toepassing op de aansprakelijkheidsverzekeringen. Dit artikel, en dan zeker na de aanpassing van het oorspronkelijke artikel in 1994, heeft in het verleden al voor heel wat controverse, commotie en commentaar gezorgd en doet dit nog altijd. En toch is deze materie uiterst belangrijk. Het gaat immers over de vraag welke verzekeraar een schadegeval “aansprakelijkheid” ten laste moet nemen en op basis van welk criterium dit wordt bepaald: tijdstip van het schadeverwekkend feit, van het voorvallen van de schade of van de schade-eis. Bijkomend probleem: in de verzekeringswet worden de bovenstaande begrippen niet gedefinieerd. Hoever reikt de vrijheid van de verzekeraars om deze begrippen in hun polisvoorwaarden te definiëren? En in hoeverre zijn de hoven en rechtbanken hierdoor gebonden? De rechtspraak in dit domein is niet overvloedig. Maar zeker naar aanleiding van bepaalde arresten, onder andere van het Hof van Cassatie, zijn er toch wel relevante commentaren die van nut kunnen zijn indien men met een betwisting in deze materie wordt geconfronteerd.
In deze opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod:
• Wat is de oorsprong van het probleem, specifiek in aansprakelijkheidsverzekeringen?
• Welke “systemen” zijn mogelijk om de gelding van de waarborg in de tijd in de polis contractueel vast te leggen?
• Hoe ziet de wettelijke regeling van artikel 142 VW eruit?
• Wat verstaan we onder “voorvallen van de schade” en wat met het tijdstip van het voorvallen van de schade? In dit verband wordt bijzondere aandacht besteed aan het cassatie-arrest van 25 februari 2020.
• Hoe zit het met de anterioriteitsdekking? Wettelijk geregeld of niet?
• Hoe zit het met de posterioriteitsdekking enerzijds in het “loss occurrence” systeem, anderzijds in het claims made systeem?
• Wat met specifieke clausules die betrekking hebben op de gelding van de waarborg in de tijd in de polissen zelf? Kan dit? In welke mate kan dit?
Kortom, een materie waarvan het laatste woord zeker nog niet is gezegd of geschreven?
Module 3: uitsluiting en verval van waarborg (opname van 30 mei 2023)
Deze opleiding heeft in het bijzonder betrekking op de toepassing van de artikels 62 en 65 VW.
Het bericht waar iedere verzekerde wel eens voor vreest bij de aangifte van een schadegeval: Het schadegeval wordt niet ten laste genomen omdat de verzekeraar hetzij van oordeel is dat één of andere uitsluiting van toepassing is, hetzij één of andere tekortkoming vanwege de verzekerde aan zijn contractuele verplichtingen inroept. .
Deze materie heeft reeds aanleiding gegeven tot heel wat rechtsleer en rechtspraak. Voor de rechtzoekende en de juristen is er dus voldoende materiaal voorhanden indien het erop aankomt de belangen te behartigen hetzij van een verzekeraar, hetzij van een verzekeringsnemer, verzekerde of benadeelde.
Tijdens deze opleiding komen onder meer de volgende onderwerpen aanbod:
• Wat is het verschil tussen respectievelijk “omschrijving van de waarborg”, “uitsluiting” en “verval van waarborg”? Wat is de impact hiervan op de bewijslast? En wat is het belang hiervan onder andere in het kader van het eigen recht van de benadeelde?
• Opzet: wat is de actuele definitie van dit begrip volgens de rechtspraak van het Hof van Cassatie? En is deze rechtspraak altijd eenduidig?
• Grove fout: enkel die gevallen van grove fout die op uitdrukkelijke en beperkende wijze in de verzekeringsovereenkomst zijn bepaald mogen worden uitgesloten. Hoe past de rechtspraak deze voorwaarde toe?
• Wat met andere verzekerden (zoals bvb. burgerlijk aansprakelijke partijen) indien er sprake is van opzet of zware fout? Vallen ook zij onder het verval van waarborg?
• Wat met het verval van waarborg wegens het niet nakomen van een in de verzekeringsovereenkomst opgelegde verplichting? Over welk soort verplichtingen gaat het precies? En wanneer is er volgens de rechtspraak al dan niet sprake van een door de overeenkomst opgelegde verplichting.
Deze opleiding wordt gestoffeerd met voorbeelden uit de rechtspraak maar ook met voorbeelden uit polisvoorwaarden die tot discussie aanleiding kunnen geven.
Module 4: het eigen recht van de benadeelde in de aansprakelijkheidsverzekeringen (opname van 06 juli 2023)
Deze module heeft betrekking op de artikels 150 tot 152 Verzekeringswet. Op zich is het principe van het eigen recht van de benadeelde niet nieuw. Maar het is pas met de wet op de landverzekeringsovereenkomst van 1992 dat dit beginsel werd uitgebreid tot alle aansprakelijkheidsverzekeringen. Het eigen recht van de benadeelde behelst twee aspecten:
• De benadeelde kan zijn vordering tot schadevergoeding rechtstreeks tot de betrokken aansprakelijkheidsverzekeraar richten. Dit is niet onbelangrijk in gevallen waarin de aansprakelijke zelf “verdwenen” is of het schadegeval niet wenst aan te geven aan zijn verzekeraar.
• De schadevergoeding komt rechtstreeks in het patrimonium van de benadeelde. Van enige samenloop van andere schuldeisers van de aansprakelijke is dus geen sprake.
Tijdens deze webinar komen ondermeer de volgende onderwerpen aan bod:
• Wie kan dit eigen recht uitoefenen? Wat met benadeelden wegens schade door weerkaatsing? En wat met een gesubrogeerde verzekeraar?
• Het eigen recht kan enkel uitgeoefend worden binnen de voorwaarden van de aansprakelijkheidspolis die aan de orde is. Met welke elementen van de polis moet rekening worden gehouden? En wat als het verzekerde bedrag onvoldoende is om alle benadeelden te vergoeden?
• Inzake de al dan niet tegenstelbaarheid van het verval van het recht op de verzekeringsprestatie maakt artikel 151 VW het onderscheid tussen de verplichte en niet verplichte verzekeringen. Maar wat valt onder de noemer van de “verplichte” verzekeringen? En wat is al dan niet tegenstelbaar?
• Hoe zit het met de specifieke verjaringsregels die van toepassing zijn op de uitoefening van het eigen recht van de benadeelde?
• Artikel 152 VW heeft betrekking op de verhaalsvordering van de verzekeraar. Maar hoe moeten de toepassingsvoorwaarden geïnterpreteerd worden onder andere op het vlak van de tijdige kennisgeving?
De uitoefening van het eigen recht van de benadeelde roept, zelfs na meer da n dertig jaar LVO wetgeving, nog altijd vragen op. Deze mogelijke discussiepunten worden tijdens de opleiding niet uit de weg gegaan. Deze module is dan ook een absolute must voor verzekeringsmakelaars, voor advocaten die de belangen van benadeelden behartigen en voor medewerkers van rechtsbijstandsverzekeraars.
Module 5: Subrogatievordering en verhaalsvordering van de verzekeraar (opname augustus 2023)
In deze module behandelen we twee vorderingen die de verzekeraar de mogelijkheid geeft om een uitbetaalde schadevergoeding geheel of gedeeltelijk te recupereren: de subrogatievordering enerzijds en de verhaalsvordering anderzijds. Twee vorderingen die van elkaar gescheiden moeten worden en elk hun eigen spelregels hebben. Wat betreft de subrogatievordering komen onder andere de volgende vragen aan bod:
• In welke gevallen kan een verzekeraar een subrogatievordering instellen (onderscheid op basis van het soort verzekeringsovereenkomst dat aan de orde is)?
• Wat zijn de voorwaarden om de subrogatievordering te kunnen uitoefenen?
• Wat indien de verzekeraar zijn subrogatievordering niet kan uitoefenen “door toedoen van de verzekerde of begunstigde” – wat houdt dit juist in?
• Wat indien een verzekerde of begunstigde slechts gedeeltelijk werd vergoed? Is dan enige voorrangsregeling van toepassing of niet? En zo ja, ten gunste van wie?
• Tegen welke personen kan de verzekeraar geen subrogatievordering instellen volgens de verzekeringswet? En kan dit uitgebreid worden naar andere personen?
• Geen subrogatievordering tegen een verzekerde: maar wie is, in het kader van een specifieke polis, verzekerde en onder welke voorwaarden?
Wat betreft de verhaalsvordering (bij toepassing van artikel 152 VW) bespreken wij de diverse voorwaarden die de verzekeraar in acht moet nemen om de verhaalsvordering te kunnen uitoefenen (tegen wie kan verhaal worden uitgeoefend, kennisgevingsverplichting, beperkingen van het verhaalsrecht). Met bijzondere aandacht voor de rechtsleer en rechtspraak die in de loop van de jaren is tot stand gekomen met betrekking tot de concrete toepassing en interpretatie van deze voorwaarden.
Module 6: verjaring (opname januari 2024)
In een aantal andere modules van deze cyclus met betrekking tot de landverzekeringsovereenkomst werd het aspect “verjaring” reeds aangekaart.
Deze Webinar heeft tot doel de diverse aspecten met betrekking tot de verjaringsregels die van toepassing zijn in het kader van een landverzekeringsovereenkomst systematisch op een rijtje te zetten en deze inhoudelijk toe te lichten. Met zoals gebruikelijk verwijzing naar de relevante rechtsleer en rechtspraak. Zo komen onder meer aan bod:
• Het toepassingsgebied van de verjaringsregels van artikels 88 en 89 VW.
• De verschillende toepasselijke verjaringstermijnen en hun aanvang.
• De principes met betrekking tot de stuiting of schorsing van de verjaring.
• De specifieke verjaringsregels die van toepassing zijn in het kader van het eigen recht van de benadeelde bij een aansprakelijkheidsverzekering.
• Relatie met de gemeenrechtelijke verjaringsregels van het burgerlijk wetboek
Module 7 (a): algemene bepalingen in relatie tot schadegevallen
In de andere modules van deze cyclus met betrekking tot de landverzekeringsovereenkomst zijn reeds heel wat bepalingen aan bod gekomen die van belang zijn in het kader van het beheer en de afhandeling van een schadegeval. Denk bvb. aan de sancties bij een tekortkoming aan de mededelingsplicht, de verjaringsregels, de bepalingen in verband met de verhaalsvordering. Maar er zijn in de wetgeving met betrekking tot de landverzekeringsovereenkomst nog een aantal andere artikels gerelateerd aan het beheer van schadegevallen die onze aandacht verdienen. In deel 2 van deze module behandelen wij de WLVO bepalingen (in relatie tot schadegevallen) die meer specifiek van toepassing zijn op de aansprakelijkheidsverzekeringen. In deze module komen volgende onderwerpen aan bod:
- De aangifte van het schadegeval in een aansprakelijkheidsverzekering
- De leiding van het geschil en de problematiek van de al dan niet samenvallende belangen
- Schadeloosstelling door de verzekerde
- De vergoeding van de reddingskosten en meer specifiek de relatie met product recall kosten (gemaakt op eigen initiatief of door een derde)
- De vergoeding van intresten en kosten
- De kwitantie tot afrekening
- Het eigen recht van de benadeelde – (aankomende) wijziging van artikel 151 VW
- De wetgeving met betrekking tot “de betaling van een verzekeringsprestatie en sancties” (wet van 17 maart 2024) – toepassing op de aansprakelijkheidsverzekering
Module 7 (b): bepalingen in relatie tot schadegevallen in de aansprakelijkheidsverzekering
Module 8: algemene update juni 2024 (opnamedatum 24 juni 2024)
Deze webinar sluit aan bij de andere webinars die deel uitmaken van de cyclus “landverzekeringsovereenkomst”. Daarbij wordt telkens één welbepaald aspect van de verzekeringswet toegelicht met uitgebreide aandacht voor de toepasselijke rechtsleer en rechtspraak. Maar wetgeving, rechtsleer en rechtspraak evolueren. Voor diegenen die, in welke hoedanigheid dan ook, betrokken zijn bij de dagelijkse praktijk van de verzekeringen is het dan ook van belang op de hoogte te blijven van deze evoluties. Daarom deze update met een overzicht van en toelichting bij enerzijds een aantal wetswijzigingen en anderzijds rechtspraak die recentelijk werd gepubliceerd.
In deze webinar komen de volgende onderwerpen aanbod:
- Mededelingsplicht (diverse aspecten)
- Verval van waarborg bij opzettelijk schadegeval-wanneer is er sprake van opzet?
- Verjaringsregels (diverse aspecten)
- Subrogatievordering-geen vordering tegen een verzekerde
- Aansprakelijkheidsverzekering
- Aangifte van schadegeval-op welk tijdstip?
- Dekking in de tijd-tijdstip van het voorvallen van de schade
- Eigenrecht van de benadeelde (diverse aspecten)
- Wetgeving mbt de beëindiging van de verzekeringsovereenkomst
- Wetgeving mbt de betaling van een verzekeringsprestatie en sancties