26/12/11

Intellectuele Rechten : Aftrek Van Octrooi-Inkomsten

Vanaf het aanslagjaar 2008 (programmawet van 27 april 2007 (BS 08.05.2007)) heeft de Belgische overheid de mogelijkheid ingevoerd om een deel van de inkomsten uit octrooien af te trekken, genaamd de “aftrek voor octrooi-inkomsten”. Op deze manier wordt het belastbaar inkomen naar beneden gedrukt. Deze fiscale stimulans is in het leven geroepen ter bevordering van onderzoek en ontwikkeling (Artikels 205/1-205/4 WIB 1992).

De octrooiaftrek heeft een algemeen toepassingsgebied en is van toepassing op de octrooi-inkomsten van alle vennootschappen in de vennootschapsbelasting, op vaste inrichtingen van buitenlandse vennootschappen die in België zijn gelegen én in het Belgisch belastbaar resultaat voorkomen. De octrooiaftrek vindt gevolg in alle sectoren van het economische leven.

De aftrek geldt voor inkomsten uit octrooien.

Welke octrooien in aanmerking komen, vinden we terug in de wet: de octrooien of aanvullende beschermingscertificaten (ABC‟s) waarvan de vennootschap octrooihouder of certificaathouder van is en die geheel of gedeeltelijk door de vennootschap werden ontwikkeld/verbeterd in onderzoekscentra die een bedrijfsafdeling of een tak van werkzaamheid vormen (een bedrijfsafdeling of tak van werkzaamheid is het geheel van de in een afdeling van de onderneming belegde bestanddelen die, uit technisch oogpunt, een onafhankelijk bedrijf uitmaken, dat in staat is met eigen middelen te werken. Dit is een feitenkwestie).

Het maakt niet uit dat de octrooien of ABC‟s verworven zijn van een derde, essentieel is dat zij zijn ontwikkeld of verbeterd in een onderzoekscentra van de vennootschap die de octrooiaftrek toepast. Er is sprake van „verbetering‟ zodra er een toegevoegde waarde kan worden aangetoond.

Voor wat er onder octrooi moet verstaan worden, grijpen we terug naar de wet op de uitvinderoctrooien:

“Een octrooi is een uitsluitend en tijdelijk recht (in beginsel maximaal 20 jaar) van exploitatie verleend voor iedere uitvinding die nieuw is, op uitvinderswerkzaamheid berust en vatbaar is voor toepassing op het gebied van de nijverheid.”.

De vennootschap moet geen eigenaar zijn van het octrooi of de ABS‟s, indien zij vruchtgebruiker of licentiehouder is komt de vennootschap ook al in aanmerking voor deze aftrek.

Octrooiaanvragen komen niet in aanmerking.

De inkomsten kunnen 2 vormen aannemen, de royalty‟s en de inkomsten uit winst.

  •  Licentievergoedingen (effectieve vergoedingen): dit zijn de vergoedingen voor (sub)licenties, van welke aard ook, die door de vennootschap zijn verleend op octrooien of ABC‟s;
  •  Vergoedingen begrepen in de verkoopprijs (hypothetische vergoeding). Dit zijn de inkomsten uit octrooien of ABC‟s die de vennootschap verkrijgt uit de exploitatie van het octrooi. In dat geval stemmen de aftrekbare royalty‟s overeen met de vergoeding die door een derde verschuldigd zou zijn op grond van een door de vennootschap verleende licentie op die octrooien die zij zelf exploiteert.

De aftrekbaarheid van deze vergoedingen blijft beperkt tot de mate waarin ze marktconform zijn. Indien er een bijzondere relatie bestaat tussen degene die de vergoedingen moet betalen en de ontvangende vennootschap, dan komt alleen het gedeelte van de vergoeding in aanmerking dat niet hoger is dan de vergoedingen die onafhankelijke vennootschappen zouden zijn overeengekomen. Hetzelfde geldt voor het geval waar de aanschaffingswaarde van de octrooien lager is dan de prijs die tussen onafhankelijke vennootschappen zou zijn afgesproken. In dit laatste geval worden de octrooi-inkomsten verminderd met de afschrijvingen die tijdens het belastbaar tijdperk zouden zijn toegepast op de aanschaffingsprijs tussen onafhankelijke vennootschappen.

De winst van het belastbaar tijdperk wordt verminderd met 80 % van de octrooi-inkomsten. De octrooiaftrek maakt het mogelijk om inkomsten van bepaalde octrooien voor 80% vrij te stellen, wat een effectieve belastingdruk van maximaal 6,8% betekent.

Bij de licentievergoedingen wordt de berekeningsbasis gevormd door de werkelijk verkregen vergoedingen voor die octrooien of ABC‟s, door derden.

De berekeningsbasis bij vergoedingen begrepen in de verkoopprijs wordt anders bepaald. De hypothetische vergoeding moet worden vastgesteld volgens het “at arm‟s length” principe, nl. de aftrekbare royalty‟s stemmen overeen met een marktconforme vergoeding die door een derde verschuldigd zou zijn op basis van een door de vennootschap verleende licentie op die octrooien die zij nu zelf exploiteert. Zo wordt verhinderd dat verbonden vennootschappen zouden trachten om de aftrek voor octrooi-inkomsten te maximaliseren door te lage vergoedingen of aanschaffingswaarde aan te rekenen op licenties.

De aftrek op zich is niet geplafonneerd.

De octrooi-inkomsten van een belastbaar tijdperk die betrekking hebben op van derden verworven octrooien worden verminderd met:

  •  De vergoedingen die zijn verschuldigd aan derden voor deze octrooien, in zover deze vergoedingen ten laste worden gelegd van het in België belastbaar resultaat van hetzelfde belastbaar tijdperk en
  • De fiscaal aanvaarde afschrijvingen op van derden verworden octrooien van het belastbare tijdperk voor zover zij ten laste worden gelegd van het in België belastbare resultaat van hetzelfde belastbare tijdperk.

Heeft U nog vragen over regelgeving aangaande intellectuele eigendomsrechten, zoals merken, octrooien, auteursrecht,computerprogramma‟s, …, wenst U een advies in een concrete situatie, of bent U op zoek naar bijstand bij het opstellen van uw overeenkomsten die betrekking hebben op intellectuele eigendomsrechten ? Wij staan graag ter uwer beschikking.

Wij verwijzen ook naar onze nieuwsbrief over auteursrechten m.b.t. software/computerprogramma‟s zoals ontwikkeld door werknemers en bestuurders, handhaving van het auteursrecht en cybersquatting.

dotted_texture