De Belgische fiscale wetgeving is niet echt een toonbeeld van duidelijkheid. Ook het standpunt van de administratie kan vaak moeilijk op voorhand worden ingeschat. Om toch zekerheid te bekomen omtrent de fiscale behandeling van een toekomstige transactie kan het dan ook aangewezen zijn om een zgn. 'ruling' aan te vragen. Vraag is echter of zo'n ruling absolute zekerheid biedt.
Via de Wet van 24 december 2002 werd in de Belgische fiscale wetgeving een systeem ingesteld van "voorafgaande beslissingen in fiscale zaken". Dit systeem voorziet in de mogelijkheid om voorafgaandelijk aan het stellen van een verrichting of een transactie kennis te nemen van het standpunt van de administratie omtrent de fiscale behandeling ervan.
De voorafgaande beslissing in fiscale zaken, ook wel 'ruling' genoemd, is in beginsel bindend voor de administratie. Het bindend karakter van de ruling moet echter genuanceerd worden. De Wet van 24 december 2002 voorziet immers zelf enkele uitzonderingen, zijnde situaties waarin de ruling niet kan tegengeworpen worden aan de administratie:
* indien de voorwaarden waaraan de voorafgaande beslissing is onderworpen, niet vervuld zijn;
indien blijkt dat de situatie of de verrichtingen door de aanvrager onvolledig of onjuist omschreven zijn, of indien essentiële elementen van de verrichtingen niet werden verwezenlijkt op de door de aanvrager omschreven wijze;
* in geval van wijziging van de bepalingen van de verdragen, van het gemeenschapsrecht of van het interne recht die van toepassing zijn op de door de voorafgaande beslissing beoogde situatie of verrichting;
* indien blijkt dat de voorafgaande beslissing niet in overeenstemming is met de bepalingen van de verdragen, van het gemeenschapsrecht of van het interne recht;
* indien de voornaamste gevolgen van de situatie of de verrichtingen gewijzigd zijn door één of meer ermee verband houdende of erop volgende elementen, die rechtstreeks of onrechtstreeks zijn toe te schrijven aan de aanvrager.
In een recent arrest stelde het Hof van Beroep te Gent echter dat de administratie niet zomaar kan terugkomen op een ruling (Gent, 1 maart 2011). Een vastgoedvennootschap die werd gesplitst na het verkrijgen van een positieve ruling, werd naderhand toch aangesproken door de lokale controleur omdat de verdeling van de vrijgestelde reserves (geboekt n.a.v. de gespreide taxatie van een meerwaarde) niet correct zou zijn gebeurd. Het Hof wees het standpunt van de administratie af omdat de verdeling van de reserves was gebeurd overeenkomstig het splitsingsvoorstel dat aan de rulingcommissie was voorgelegd. De belastingplichtige mocht er volgens het Hof aldus van uitgaan dat het splitsingsvoorstel correct was.
Hoewel een ruling voordelen biedt, moeten toch enige kanttekeningen geplaatst worden. Uit de beslissingen en adviezen die op de website van de rulingcommissie worden gepubliceerd (zie www.ruling.be), blijkt dat bij het afleveren van een positieve ruling vaak voorwaarden worden opgelegd die strenger lijken dan wat in de rechtsleer en rechtspraak wordt aangenomen. Het bekomen van zekerheid omtrent een verrichting of transactie via een ruling, heeft dus vaak ook een nadeel omdat deze voorwaarden moeten worden nageleefd om de ruling als bindend te behouden.