18/06/19

Het nieuwe vennootschapsrecht: flexibele overdracht van aandelen in de BV

Flexibilisering is één van de buzzwords in het nieuwe vennootschapsrecht: als aandeelhouder en bestuurder krijg je enorm veel mogelijkheden om jouw vennootschap te finetunen naar je wensen en noden. Oude dwingende regels zorgden ervoor dat je soms verplicht was om een vennootschapsvorm te kiezen die je werkzaamheden onder onaangename dwingende voorwaarden brachten of dat je gedwongen werd tot een oneigenlijk gebruik van een bepaalde vennootschapsvorm. Zo werden de S-BVBA en de E-BVBA afgeschaft en heb je onder de BV dezelfde mogelijkheden. Met de BV als koninginnenstuk van het nieuwe vennootschapsrecht, wordt ook voor velen de NV geen noodzakelijke vennootschapsvorm meer. Dit wordt onder meer mogelijk gemaakt door de vrijheid in de BV om de overdracht van aandelen te regelen.

Overdracht van aandelen werden in de oude BVBA aan banden gelegd.
De BVBA was vroeger een echte besloten vennootschap. De strikte wettelijke regeling maakte de overdracht van aandelen maar beperkt mogelijk, waarbij de overdracht enkel toegelaten was aan een medevennoot, aan de echtgenoot van de overdrager, aan bloedverwanten van de overdrager in de rechte lijn, of aan andere door de statuten toegelaten personen.

Overdracht van aandelen aan derden was ook mogelijk, maar enkel met de instemming van ten minste de helft van de vennoten, die ten minste drie vierde van het kapitaal bezitten, na aftrek van de aandelen die worden overgedragen.

De statuten van de BVBA konden hier weliswaar van afwijken, maar enkel als de afwijking strenger was. Het niet respecteren van deze strenge regelgeving leidde tot de nietigheid van de overdracht.

Van een soepele regeling was er bijgevolg geen sprake.

Overdracht van aandelen in de BV kunnen losbandig worden
De nieuwe vennootschapsregeling met betrekking tot de overdracht van aandelen voorziet in dezelfde regeling als vroeger, maar deze regeling is enkel aanvullend. Je kan nu vrij bepalen hoe de overdracht geregeld wordt. Voorzie je niets dan is de oude regeling van toepassing. Wijken de statuten er van af, dan kan er een verregaande openheid gecreëerd worden. Zo kan je je bij een vrije overdraagbaarheid zonder enige beperking, de vraag stellen waarom de vennootschap in dat geval nog ‘besloten’ wordt genoemd als vorm.

Het is ook niet meer nodig om een algemene vergadering bijeen te roepen. Een puur schriftelijke besluitvorming volstaat.

Weigeren een aantal aandeelhouders overigens zonder geldige reden om toe te stemmen in de overdracht dan is ook de procedure om deze weigering teniet te doen, versoepelt: Voortaan zal het vonnis onmiddellijk gelden als instemming met de overdracht, zonder dat er nog termijnen dienen afgewacht te worden.

Ook de sanctie is anders (maar heeft in de praktijk niet zo’n verschillend effect): misken je je eigen regeling of de aanvullende wettelijke regeling, dan is de overdracht niet tegenstelbaar aan de vennootschap of derden. De vennootschap en derden hoeven daarbij niet de kwade trouw van de overnemer van deze aandelen aan te tonen.

Aandeelhouders spannen de banden nu zelf aan!
Als aandeelhouder kan je allerlei overdrachtsbeperkende clausules opnemen in de statuten. (Vb. goedkeuringsquota, voorkooprechten, voorkeursclausules, , …) Dit gebeurde onder de BVBA ook reeds, maar hier bestond een discussie of deze afspraken wel tegenstelbaar waren aan derden, bijvoorbeeld de overnemer. Aan deze discussie is een einde gemaakt, zodat deze overdrachtsbeperkingen altijd tegenstelbaar zijn aan derden, zelfs al zijn zij te goeder trouw. Heeft een overdracht plaatsgehad met miskenning van deze overdrachtsbeperkingen, dan is deze niet tegenstelbaar aan de vennootschap of derden. Het is daarbij niet van belang of de overnemer ter goeder of ter kwader trouw handelde en evenmin of deze statutaire beperkingen in het aandelenregister werden opgenomen.

Overdrachtsbeperkingen kan je ook vastleggen in een aandeelhoudersovereenkomst, zonder deze op te nemen in de statuten van de vennootschap. Let daarbij wel op dat deze regeling geen versoepeling kan zijn van wat statutair geregeld is. Beperkingen in een aandeelhoudersovereenkomst kunnen dus enkel strenger zijn. Je kan als aandeelhouder vragen dat deze overdrachtsbeperkingen in de aandeelhoudersovereenkomst worden vermeld in het aandelenregister, wat nadien het bewijs vergemakkelijkt dat een derde overnemer ter kwader trouw was. Deze overnemer kan immers voor overname kennis nemen van deze beperkingen in het aandelenregister. In vergelijking met statutaire overdrachtsbeperkingen zijn louter contractuele overdrachtsbeperkingen niet automatisch tegenstelbaar: de kwade trouw van de overnemer, namelijk zijn derde-medeplichtigheid bij contractbreuk, dient bewezen te worden.

Roeland Lembrechts
roeland@siriuslegal.be

dotted_texture