11/04/19

Nieuwe vennootschapsrecht: is het nuttig om je maatschap, vof of gcv om te vormen naar een bv?

De hervorming van het vennootschapsrecht vormt voor jou als ondernemer een ideale gelegenheid om even stil te staan bij de vraag of de organisatie van je vennootschap vandaag eigenlijk wel ideaal is en of het nieuwe vennootschapsrecht misschien opportuniteiten biedt om de juridische omkadering van je vennootschap beter, veiliger of efficiënter te organiseren.  Dat is vanzelfsprekend in de eerste plaats zo voor wie vandaag binnen een bvba werkt en deze binnen afzienbare tijd moet omvormen naar een bv, maar ook wie vandaag bijvoorbeeld onder een gcv werkt of een vof of maatschap heeft moet zich ons inziens afvragen of dit in de toekomst nog wel de meest aangewezen vennootschapsvorm is.


Maatschap, gcv en vof, vennootschapsvormen met verbazend veel succes

De gewone commanditaire vennootschap of gcv en de vennootschap onder firma of vof zijn in ons oude vennootschapsrecht eigenlijk een beetje stiefkindjes binnen de familie van verschillende vennootschapsvormen.  Ze vormen een kleine minderheid van alle vennootschappen puur wat hun aantal betreft en ook binnen het vennootschapsrecht zelf wordt er slechts zeer beperkte aandacht aan besteed. Tegen de lange gedetailleerde hoofdstukken in ons Wetboek Vennootschappen die de werking van de nv en de bvba regelen vallen de regels in verband met de gcv en de vof immers duidelijk in het niet.

En toch blijken deze drie vennootschapsvormen relatief populair, vooral bij startende ondernemers en bij eenmanszaken zoals bijvoorbeeld zelfstandige consultants. Aan de vof en de gcv in hun oude vorm zijn immers een aantal duidelijke voordelen verbonden.

Het grote voordeel van de drie vormen is dat zij opgericht kunnen worden zonder minimumkapitaal, zonder financieel plan en zonder dat je als ondernemer langs de notaris moet om statuten op te stellen.  Bovendien ben je niet verplicht om een volledige dubbele boekhouding te voeren en jaarrekeningen te publiceren, zoals dat in de bvba wel verplicht is.

Snel, goedkoop en eenvoudig dus.  Wie vandaag een gcv wil opstarten heeft alleen een stukje papier nodig voor de oprichtingsakte en een stille vennoot die die oprichtingsakte mee wil ondertekenen.  Idem voor de vof, het volstaat dat twee personen een vennootschapsakte ondertekenen om gestart te zijn. Enkel nog een BTW-nummer aanvragen daarna en je bent aan het ondernemen.

Niet zo verbazend dus dat deze vennootschapsvormen enige populariteit genieten.

Risico’s
Nochtans zijn er aan deze vennootschapsvormen ook zeer ernstige risico’s en nadelen verbonden.

Het belangrijkste en grootste risico zit hem in de onbeperkte aansprakelijkheid die elk van de vennoten heeft binnen een maatschap, een gcv of een vof.  Die onbeperkte aansprakelijkheid is een logisch gevolg van het feit dat geen startkapitaal vereist is. Omdat er geen minimumkapitaal vereist is, hebben schuldeisers van de vennootschap geen garantie dat ze hun centen terugzien. Daarom staan de vennoten zelf in voor deze garantie. Zij zijn onbeperkt en dus met hun eigen privévermogen aansprakelijk voor de verbintenissen van de vennootschap. Dat betekent dat bij eventuele toekomstige financiële moeilijkheden het ganse privévermogen van de vennoten in gevaar is.

Bovendien vereisen alle drie de vennootschapsvormen de aanwezigheid van minstens twee vennoten.  In de gcv moet één van beiden bovendien een “stille” vennoot zijn, die op geen enkel moment op de voorgrond treedt op het risico om mee persoonlijk aansprakelijk te zijn.  Bij de vof is het zelfs zo dat je de facto vast zit aan je vennoot, omdat er zeer strikte overdrachtsbeperkingen gelden waardoor je je aandeel in een vof eigenlijk quasi niet kan overdragen.

Voordelen van de overstap naar een bv onder het nieuwe vennootschapsrecht?

Het nieuwe vennootschapsrecht snoeit ernstig in het aantal vennootschapsvormen.  Heel wat vennootschappen verdwijnen. Voor wat betreft de vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid, blijven wel nog de vennootschap onder firma (VOF) en gewone commanditaire vennootschap (Comm.V.) bestaan.  Zij worden een soort van bijzondere vorm van de maatschap. Je hoeft je dus geen zorgen te maken over het voortbestaan van je vennootschap na 1 mei 2019. Er is echter wel nog altijd  onbeperkte aansprakelijkheid tussen de vennoten (behalve bij de commanditaire vennootschap, waar de stille vennoten nog steeds enkel aansprakelijk zijn ten belope van hun inbreng).

Het nieuwe recht brengt echter een hele reeks hervormingen binnen de bv met zich mee die ervoor zorgen dat het misschien voor jou als ondernemer toch interessant wordt om je gcv of vof om te vormen naar een bv.  Het grote voordeel van de bv is immers precies de beperkte aansprakelijkheid van de zaakvoerders en dus het uitsluiten van het risico om met je persoonlijk vermogen te moeten instaan voor de schulden van de vennootschap.

Vroeger wogen de voordelen van een gcv of vof voor velen duidelijk op tegen het nadeel van de onbeperkte aansprakelijkheid, maar in de toekomst zou dit wel eens ernstig kunnen veranderen.  De regels voor de bv veranderen immers fundamenteel en worden veel flexibeler, zodat bijna alle voordelen van een vof of gcv in de toekomst ook gelden voor de bv en bovendien een aantal bijkomende voordelen gecreëerd worden die er misschien voor zorgen dat de keuze voor een bvb in de toekomst evidenter zal zijn dan deze voor een gcv of vof.

  • Geen minimumkapitaal meer vereist.  Net zoals voor de vof en gcv kan in de toekomst ook een bvb opgericht worden of verder leven zonder maatschappelijk minimumkapitaal.  Een van de grote voordelen van de gcv of vof wordt nu met andere woorden doorgetrokken naar de bv. Kanttekening hierbij is weliswaar dat vennootschappen zonder maatschappelijk kapitaal of met slechts een zeer laag maatschappelijk kapitaal het wellicht moeilijk zullen hebben om financiering te vinden.
  • Slechts één vennoot vereist.  Een van de moeilijkheden van een gcv was voor bijvoorbeeld heel wat zelfstandige consultants de noodzaak om een stille vennoot aan boord te nemen.  Meestal was de enige optie om echtgenoot of vader of moeder te vragen om alsjeblieft stille vennoot te zijn, met de mededeling dat dit geen risico met zich mee zou brengen, wat in se ook correct is voor zover de stille vennoot ook altijd stil zou blijven.  Als echter de stille vennoot in kwestie ook maar één enkele beheersdaad zou stellen op een gegeven ogenblik, is de consequentie daarvan dat hij of zij meteen ook persoonlijk en onbeperkt aansprakelijk wordt. Met deze noodzaak om een stille vennoot te vinden wordt in de toekomst komaf gemaakt voor wie een bv kiest in plaats van een gcv of vof, aangezien de nieuwe bv kan opgericht en bestuurd worden door één enkele vennoot.  Ideaal dus voor consultants en eenmanszaken.
  • Ruime vrijheid in het vormgeven van de statuten.  Een van de redenen vroeger om voor een vof te kiezen, was de grote vrijheid in het uitschrijven van de statuten.  Vennoten waren in grote mate vrij om stemrechten en winstverdelingen contractueel onder elkaar te regelen zoals zij dat zelf gepast achtten.  Dezelfde flexibiliteit bestond niet binnen de bvba. Ook hieraan komt de bv in de toekomst tegemoet, aangezien het veel makkelijker wordt om winstverdelingen, stemrechten, voorkooprechten en overdraagbaarheid van aandelen.

Opgelet, niet alles wat blinkt is goud…
Op het eerste zicht niets dan voordelen dus bij de overstap van een maatschap, gcv of vof naar een bv, maar schijn bedriegt en waar voordelen zijn, zijn meestal ook nadelen.

De bv brengt natuurlijk een aantal verplichtingen met zich mee die voor de andere vennootschapsvormen niet gelden en die praktische of financiële gevolgen kunnen hebben:

  • de verplichting om een financieel plan (uitgebreider dan voorheen onder de bvba) te hebben bij oprichting
  • de verplichting om een volledige dubbele boekhouding te voeren (al is zulks eigenlijk voor élke ondernemer een feitelijke noodzaak) en een jaarrekening te publiceren
  • de verplichting om statuten op te stellen via de notaris en deze te publiceren in het Belgisch Staatsblad

Een goede belangenafweging in overleg met je boekhouder en advocaat dringt zich met andere woorden op.  Stap je best over naar een bv of pas je je statuten enkel aan aan de lichtjes gewijzigde versie van de vof of gcv, die vraag moet beantwoord worden in functie van de voor- en nadelen in uw concrete situatie, al lijkt de beperkte aansprakelijkheid ons toch in zeer veel gevallen een doorslaggevend argument om voor de overstap naar de bv te kiezen.

Praktisch
Wat moet er praktisch gebeuren?  Wel, de wet vraagt dat bij de eerstvolgende statutenwijziging of anders ten laatste op 1 januari 2024 je statuten aangepast worden om in overeenstemming te zijn met de nieuwe wet.

Wie ervoor kiest om van zijn maatschap, gcv of vof een bv te maken heeft daarbij wat (maat-)werk voor de boeg om ervoor te zorgen dat die nieuwe bv precies goed georganiseerd is om te voldoen aan de noden en verwachtingen van jou en je vennoten.  In veel gevallen is het daarbij af te raden om een “standaard template” van bij je notaris te gebruiken. De keuzemogelijkheden binnen de bv worden daarvoor in de toekomst te ruim. Even rustig nadenken over een oplossing op maat is in deze echt aangewezen.

Bovendien is het bij de omvorming van je vennootschap naar een bv wellicht nuttig om meteen te denken aan een aandeelhoudersovereenkomst tussen de vennoten en aan een managementovereenkomst voor de zaakvoerder/bestuurder, best meteen gekoppeld aan een goede aansprakelijkheidsverzekering voor de bestuurder in kwestie.

dotted_texture