Veel ondernemingen hebben de afgelopen jaren geld geïnvesteerd in de audiovisuele sector via een “Tax Shelter”. Het filmhuis Corsan – één van de belangrijkste spelers in deze sector – is in moeilijkheden geraakt. Corsan heeft bescherming tegen haar schuldeisers aangevraagd. In de pers circuleren zelfs geruchten over een nakend faillissement na een vordering van de Bijzondere Belastinginspectie. De problemen bij Corsan kunnen aanzienlijke gevolgen met zich meebrengen voor de investeerders.
Wie geld investeerde bij Corsan via een tax shelter, kon bij de aanvang van de overeenkomst een vrijstelling krijgen van haar winst ten belope van 150% van het bedrag van de investering. Op basis van het normale tarief inzake vennootschapsbelasting van 33,99% zorgde elke investering van 100,- euro voor een onmiddellijke fiscale besparing van ongeveer 51,- euro.
Deze fiscale vrijstelling is echter voorwaardelijk. Wie de vrijstelling definitief wil verkrijgen moet immers binnen de vier jaar een attest kunnen voorleggen waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden van de tax shelter is voldaan. Hier stelt zich al een eerste probleem. Corsan kan voor diverse films geen attesten afleveren omdat deze geweigerd worden door de fiscus.
De fiscus is recent gestart met een grootschalig onderzoek naar de tax shelter investeringen. De eerste berichten van wijziging werden intussen al verstuurd naar de investeerders. In deze berichten wordt aangekondigd dat de fiscale vrijstelling zal worden herzien, en dat het eerder verkregen fiscaal voordeel zal worden teruggevorderd. Daarenboven worden ook een belastingverhoging en nalatigheidsinteresten aangekondigd.
Dit is echter niet het enige potentiële nadeel. De meeste ondernemers hebben immers ook nog een vordering op Corsan. De vraag of deze vordering nog zal kunnen worden geïnd, is heel twijfelachtig, nu Corsan via de WCO-procedure bescherming heeft aangevraagd tegen haar schuldeisers. Indien een WCO-procedure slaagt, heeft dit meestal een grote schuldherschikking tot gevolg. Indien een WCO-procedure mislukt, volgt veelal het faillissement.
De investeerders riskeren bij de latere afboeking van hun verlies met een tweede fiscaal nadeel geconfronteerd te worden. Strikt genomen zijn minderwaarden op de investeringen in een tax shelter fiscaal niet aftrekbaar. Op die manier dreigen de ondernemers een tweede keer te moeten betalen op hun tax shelter.