Traditioneel wordt aangenomen dat alleen onbedoelde fouten (zogenaamde materiële vergissingen) in de jaarrekening of in de aangifte nog rechtgezet kunnen worden. Maar het Hof van Cassatie komt nu met een belangrijke versoepeling van dat principe. Zelfs als een verkeerde boeking het gevolg is van een bewuste beslissing, moet die fout rechtgezet kunnen worden.
De jaarrekening (die als bijlage bij de aangifte in de vennootschapsbelasting zit) is in principe bindend: ze bindt de belastingplichtige tegenover de fiscus. Wie achteraf beweert een fout gemaakt te hebben in de jaarrekening, kan daar dus niet zomaar op terugkomen.
Er wordt wel een verschil gemaakt naargelang de aard van de fout. Als het gaat om een echte vergissing, kan de fout nog wel rechtgezet worden. In technische termen heet dat een “materiële vergissing”. Als er daarentegen een bewuste keuze van de belastingplichtige meegespeeld heeft, moet de jaarrekening als definitief beschouwd worden.
Alleen pure vergetelheid?
Stel dat de belastingplichtige uit verstrooidheid of onoplettendheid een nul vergeten is bij het overschrijven van een bepaald bedrag. Dan is er sprake van een materiële vergissing, die dus rechtgezet kan worden (op voorwaarde dat de belastingplichtige het juiste bedrag kan aantonen). Maar het wordt al moeilijker als de belastingplichtige vergeet iets in te vullen of het bedrag onder de verkeerde rubriek of post zet. Als hij daardoor een fiscaal minder gunstig resultaat bereikt, zal de fiscus algauw aannemen dat de belastingplichtige een weloverwogen keuze gemaakt heeft, bijvoorbeeld omdat hij vermoedde dat hij niet aan de voorwaarden voldeed voor de gunstiger fiscale behandeling. Kiezen voor een bepaalde rubriek of post, of voor het al dan niet invullen van die post, vergt hoe dan ook een beoordelingsmoment, wordt traditioneel verondersteld. En dan krijgt de belastingplichtige het wel heel moeilijk om tegenover fiscus of rechter aannemelijk te maken dat er louter sprake was van een vergetelheid. In de praktijk ontstaan er dan ook vaak discussies.
Maar de belastingplichtige krijgt nu van het Hof van Cassatie een bijkomend argument om een dergelijke discussie te winnen. Als een boeking strijdig is met het boekhoudrecht, dan mag de belastingplichtige die onjuiste boeking nog rechtzetten, zelfs wanneer die onjuiste boeking het gevolg is van een bewuste beslissing. De oude regel dat enkel materiële vergissingen rechtgezet kunnen worden, moet dus aangevuld worden, zo blijkt uit het arrest.
Of ook bewuste beslissing?
De zaak betrof een groothandel in edelstenen, die een partij diamanten in pand gekregen had. De diamanten werden echter als handelsvoorraad geboekt. Maar kort nadat de belastingaangifte ingediend was, bleek dat de waarde van de diamanten te hoog ingeschat was. De belastingplichtige wou natuurlijk vermijden dat hij bij een latere verkoop van de diamanten belast zou worden op de (hoge) boekwaarde. En dus wou hij de oorspronkelijke boeking corrigeren via een bezwaarschrift.
Maar zowel de fiscus als de rechters in eerste aanleg en in beroep weigerden. Volgens hen was er geen sprake van een materiële vergissing. De diamanten op die manier en aan die waarde inboeken, kon niet anders dan een bewuste beslissing zijn, vonden zij. En op een bewuste beslissing kan men principieel niet meer terugkomen.
Cassatie: fout tegen boekhoudregels altijd rechtzetten
Maar die laatste – tot voor kort vaststaande – regel blijkt nu niet altijd meer op te gaan. Dat de belastingplichtige volledig bewust de diamanten als voorraad geboekt heeft, maakt niet uit, vindt het Hof van Cassatie. Want pandgoederen zijn nu eenmaal geen voorraad. De diamanten boeken als voorraad, hield dan ook een schending van het boekhoudrecht in. Als een verkeerde boeking strijdig is met het boekhoudrecht en aanleiding geeft tot een hogere belasting dan de belasting die normaal verschuldigd zou zijn, dan moet die fout rechtgezet worden. De jaarrekening en de aangifte zijn dan niet meer bindend. Het feit dat de verkeerde boeking mogelijk een bewuste keuze van de belastingplichtige was, doet in die omstandigheden niet terzake. Het Hof van Cassatie vernietigt dus de negatieve uitspraak van het Hof van Beroep.
Men mag aan dit arrest van het Hof van Cassatie overigens geen al te ruime draagwijdte geven. Op de kwestie van de waardering bijvoorbeeld gaat het Hof niet in. Een foute waardering op zich (binnen de juiste post op de jaarrekening) zal vaak een “bewuste keuze”, een beleidsbeslissing van de belastingplichtige zijn en zal dus niet gecorrigeerd kunnen worden. Het Hof van Cassatie wijst daar zelf op in zijn arrest. In veel gevallen laat het boekhoudrecht een beoordelingsmarge aan de belastingplichtige. Als die dan “kiest” voor één van de mogelijke alternatieven binnen die beoordelingsmarge, is er geen sprake van een schending van de boekhoudregels, merkt het Hof op. En dan geldt dus nog wél de oude regel dat op een bewuste keuze niet teruggekomen kan worden. Zelfs al gaat het om een uiterst ondoordachte keuze…
Bron: arrest van het Hof van Cassatie van 10 maart 2016, nr. C.14.0399.N