Op 2 oktober 2015 heeft het Franse Hof van Cassatie zich uitgesproken over de belastbaarheid van een Monegaskische SCI met Franse onroerend goed. In het raam van behoud van controle en successieplanning wordt Frans onroerend goed regelmatig aangekocht via een SCI. Een SCI is een burgerlijke vennootschap zonder handelsoogmerk en heeft rechtspersoonlijkheid.
Ook de heer Jean Y, van Marokkaanse nationaliteit maar wonend in Monaco, heeft gebruik gemaakt van de SCI. Hij was eigenaar van de aandelen van een Monegaskische SCI. Deze SCI was, zo blijkt uit het arrest, eigenaar van verschillende onroerende goederen in Frankrijk.
De Franse fiscus meende dat Frankrijk successierechten kon heffen op de aandelen van de SCI. De Franse fiscus was van oordeel dat de aandelen van deze SCI situsgoederen waren in de zin van art. 750 SCI. Situsgoederen zijn, kort gezegd, goederen waarvan Frankrijk vindt dat ze in Frankrijk gelegen zijn en dus kunnen worden onderworpen aan Franse successierechten. Maar het gaat toch om aandelen van een Monegaskische vennootschap, denkt u? Wel, Frankrijk kijkt daar als het ware doorheen. Als een binnenlandse of buitenlandse vennootschap hoofdzakelijk Frans onroerend goed aanhoudt, dan aanziet Frankrijk deze vennootschap als "onroerend goed"" en kan zij successierechten heffen.
Nochtans bestaat er een dubbelbelastingverdrag tussen Frankrijk en Monaco. Dit dubbelbelastingverdrag geeft de heffingsbevoegdheid enkel aan Frankrijk in de mate er onroerende goederen gelegen zijn in Frankrijk. Welnu, het Franse Hof van Cassatie oordeelt dat de onroerende goederen - aangehouden door een Monegaskische SCI - niet in Frankrijk gelegen zijn. Men moet, volgens het Franse Hof van Cassatie, kijken naar de aandelen van de vennootschap die eigenaar is van de onroerende goederen. Deze aandelen zijn niet onroerend, maar roerend. Een dubbelbelastingvedrag heeft voorrang op een Franse regel van intern recht, die door vennootschappen heen kijkt. Bijgevolg worden de aandelen van de Monegaskische SCI, op grond van het dubbelbelastingverdrag tussen Frankrijk en Monaco, enkel belast in de woonstaat van de erflater. In dit geval dus Monaco.
Wat is nu het belang van deze uitspraak voor Belgische eigenaars?
België heeft ook een dubbelbelastingverdrag inzake successierechten afgesloten met Frankrijk. In dit dubbelbelastingverdrag wordt de heffingsbevoegdheid voor onroerende goederen ook toegewezen aan het land van de ligging van de goederen. En hier geldt dezelfde redenering. Frankrijk noch België kwalificeert aandelen van een SCI als een onroerend goed (het gaat immers om aandelen van een vennootschap), waardoor geen van beide landen successierechten kan heffen op grond van dit criterium. Ook hier heeft het dubbelbelastingverdrag weer voorrang. Bijgevolg kan men dus ook enkel terugvallen op het criterium van de woonstaat. Aandelen van een Franse SCI kunnen enkel worden belast in België.
Deze uitspraak is niet onbelangrijk omdat de Franse fiscus zich in het verleden vaak heeft verzet tegen dit standpunt en dus toch probeerde om successierechten te heffen. Dit kon bijzonder nadelige gevolgen hebben.
Het Franse Hof van Cassatie heeft de Franse fiscus nu teruggefloten als het gaat om aandelen van een Monegaskische SCI waarbij de eigenaar in Monaco woonde bij zijn overlijden. Er is geen reden om dit standpunt niet door te trekken naar een Franco-Belgische context. Als een Belg aandeelhouder is een Franse SCI (die eigenaar is van zijn Franse vakantiewoning), dan zullen daarop enkel Belgische successierechten verschuldigd zijn. Hopelijk legt de Franse fiscus zich hier nu ook effectief bij neer....