27/01/15

Reserveringswebsites voor vliegtickets moeten op elk ogenblik de correcte prijs voor een vliegticket tonen, zegt Europa.

Het Europees Hof van Justitie deed op 15 januari 2015 uitspraak in een zaak die al enkele jaren aansleept en waarin Air Berlin gedagvaard werd door een Duitse consumentenvereniging omdat Air Berlin de consument zou misleiden door niet steeds duidelijk de uiteindelijke prijs voor een ticket te afficheren (EHJ, zaak C-573/13, 15 januari 2015).

Het Europees Hof van Justitie bevestigt nu dat Air Berlin inderdaad een inbreuk beging om de consumentenbescherming die voorzien is in Europese Verordening 1008/2008.

Waarover gaat het precies?

Het boekingssysteem van Air Berlin was destijds zo dat de klant, nadat hij de bestemming en de datum had gekozen, een tabel te zien kreeg met de vluchten die op deze datum mogelijk waren en waarin de vertrek- en aankomsttijden werden aangegeven en voor elke vlucht twee tarieven werden vermeld. Onder de tabel werden in een afzonderlijk kader de belastingen en heffingen en de kerosinetoeslag vermeld, terwijl de „prijs per persoon" waarin alle prijselementen waren opgenomen, omrand werd weergegeven.

Het probleem zat hem volgens de Duitse Consumentenorganisatie in het feit dat naast dit kadertje een dubbele asterisk stond die erop wees dat nog extra administratiekosten verschuldigd konden zijn.

Pas na het invullen van zijn persoonsgegevens kreeg de klant in een vierde stap van de boeking de definitieve prijs voor de reis met inbegrip van die administratiekosten te zien.

Mag dat dan niet?

Wel, de Europese Verordening 1008/2008 die de exploitatie van luchtvaartdiensten in Europa regelt zegt dat de voor het grote publiek beschikbare passagiers- en luchttarieven die, in eender welke vorm, onder meer op het internet, worden aangeboden of bekendgemaakt voor luchtdiensten vanaf een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat waarop het Verdrag van toepassing is, omvatten ook de toepasselijke voorwaarden. De definitieve prijs wordt steeds bekendgemaakt en omvat de geldende passagiers- of luchttarieven en alle toepasselijke belastingen en heffingen, toeslagen en vergoedingen die op het tijdstip van publicatie onvermijdbaar en voorzienbaar zijn. Afgezien van de bekendmaking van de definitieve prijs wordt ten minste het volgende gespecificeerd:

a) de passagiers- of luchttarieven;

b) belastingen;

c) luchthavengelden, en

d) andere heffingen, toeslagen of vergoedingen, zoals voor beveiliging of brandstof;
waarbij de onder b), c) en d), genoemde elementen aan het passagiers- of luchttarief zijn toegevoegd. Facultatieve prijstoeslagen worden op duidelijke, transparante en ondubbelzinnige wijze aan het begin van elk boekingsproces medegedeeld en moeten door de passagier op een ‚opt-in'-basis worden aanvaard."

De vraag was tot vandaag of dat ook betekent dat vanaf het begin van het bestelproces reeds de volledige prijs inclusief alle voorzienbare kosten moet vermeld worden.

Wat beslist het Europees Hof van Justitie nu en wat betekent dit in de praktijk?

Wel, het Hof bevestigt dat administratiekosten een voor de luchtvaartmaatschappij voorzienbare kost zijn en dat deze dus vanaf de start van het bestelproces inclusief in de prijs moeten vermeld worden.

Dit betekent dat een boekingswebsite voor vliegtickets de volledige prijs bij elke vermelding van de prijzen van de luchtdiensten moet aangegeven, ook reeds bij aanvang van het bestelproces, en dat in deze prijs inbegrepen moeten zijn alle voor de aanbieder voorzienbare kosten zoals administratiekosten, kerosinetoeslagen, betaalkosten etc.

Dit geldt overigens volgens het Hof voor alle getoonde tarieven als een lijst met mogelijke vluchten getoond wordt en niet enkel voor de door de klant gekozen vlucht in die lijst.

Logische Beslissing

Een en ander is een logische en in elk geval consumentvriendelijke uitspraak, die o.i. volledig in lijn ligt met Verordening 1008/2008 en die bovendien perfect kadert voor wat ticketwebsites betreft in de nieuwe regels voor verkoop op afstand die sedert mei 2015 zijn opgenomen in het Boek VI van het Wetboek economisch Recht en waarin precies ook is voorzien -en dit geldt voor de ganse EU overigens- dat de aan de consument geafficheerde prijs steeds de all-in prijs moet zijn, inclusief alle kosten en toeslagen.

Samen met het nieuwe verbod in diezelfde wetgeving om forfaitaire betaalkosten aan te rekenen die hoger liggen dan de werkelijke kost die de verkoper heeft voor een elektronische betaling (de 5 euro forfaitaire kost voor kredietkaartbetaling bij sommige maatschappijen), is dit een tweede stap die er vanuit Europa voor moet zorgen dat de pricing voor vliegtuigtickets correct verloopt en dat de consument niet misleid wordt met kunstmatig laag gehouden lokvogelprijzen die vervolgens oplopen in de loop van het bestelproces.

Vragen over reisrecht of consumentenbescherming?

Voor alle vragen over reisrecht, consumentenbescherming, reclame- en internetrecht kan je steeds terecht bij Bart Van den Brande of een van de andere advocaten van Sirius Legal

dotted_texture