Eind 2012 werden tal van nieuwe fiscale maatregelen van kracht. Een belangrijke nieuwe maatregel is de verplichting tot aangifte van buitenlandse levensverzekeringsovereenkomsten. Naast de reeds eerder bestaande aangifteplicht voor in het buitenland aangehouden bankrekeningen, is dit een nieuwe maatregel waarmee de overheid de openbaarmaking van in het buitenland aangehouden vermogens beoogt. Voormelde verplichting treedt in werking vanaf aanslagjaar 2013 en geldt bijgevolg al voor de aangifte over de inkomsten van 2012.
Om de impact en de bedoeling van de maatregel te begrijpen, moet worden opgemerkt dat inkomsten van levensverzekeringsovereenkomsten meestal niet belastbaar zijn (zoals het geval is voor polissen van het type tak 23) of vrijgesteld zijn na acht jaar (zoals het geval is voor polissen van het type tak 21).
Met deze maatregel wil de overheid een vluchtweg sluiten voor vermogens die verborgen blijven via constructies met buitenlandse levensverzekeringsovereenkomsten. Het gaat meer bepaald over de praktijk waarbij door een Belgische rijksinwoner een levensverzekering wordt afgesloten, waarvan de premie wordt betaald met fondsen waarvan de inkomsten niet werden aangegeven. Zodra deze fondsen aldus in een levensverzekering geïnvesteerd zijn, moeten deze fondsen noch de inkomsten ervan worden aangegeven. Daarna kan de belastingplichtige rustig de verjaring afwachten van de belastingen die in het verleden hadden moeten betaald worden.
Teneinde dergelijke praktijken tegen te gaan, werd in artikel 307, § 1 van het Wetboek der Inkomstenbelastingen 1992 een nieuw derde lid ingevoegd:
“De jaarlijkse aangifte in de personenbelasting moet het bestaan vermelden van de door de belastingplichtige of zijn echtgenoot alsmede door de kinderen waarover hij overeenkomstig artikel 376 van het Burgerlijk Wetboek het ouderlijk gezag uitoefent, individueel gesloten levensverzekeringsovereenkomsten bij een in het buitenland gevestigde verzekeringsonderneming en van het land of de landen waar deze overeenkomsten afgesloten werden.”
Vanaf aanslagjaar 2013 moeten dus twee nieuwe vermeldingen worden opgenomen in de aangifte personenbelasting. Zo zal een belastingplichtige in de toekomst “ja” of “nee” dienen aan te kruisen bij de vraag naar het bezit (door hemzelf, zijn echtgenoot of zijn kinderen waarover hij het ouderlijk gezag uitoefent) van een buitenlandse levensverzekeringsovereenkomst. In voorkomend geval zal eveneens het land, waar deze overeenkomst werd gesloten, moeten worden vermeld.
De nieuwe wet voorziet geen uitdrukkelijk sancties die zouden kunnen voortvloeien uit het niet-aangeven van bestaande buitenlandse levensverzekeringsovereenkomsten. Het lijkt er dan ook op dat de maatregel vooral psychologische druk wil uitoefenen op de belastingplichtigen en hen ertoe wil aanzetten om naar buiten te komen met hun zwarte vermogens door gebruik te maken van de nieuwe regularisatieprocedure (zie vorige nieuwsbrief), die binnenkort van kracht zal worden en die eind 2013 definitief zou aflopen.