In uitvoerige rechtspraak heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat het recht op bijstand door een advocaat zoals opgenomen in artikel 6, 3 c) van het EVRM dient te worden gevrijwaard reeds vanaf het eerste politieverhoor van een verdachte.
Het meest bekende arrest van het EHRM ter zake is ongetwijfeld het Salduz / Turkije arrest dd. 27.11.2008.
Intussen is Salduz ook in de Belgische rechtsorde geen onbekende meer. Op 05.09.2011 verscheen de zogenaamde “Salduz – Wet” van 13.08.2011 in het Belgisch Staatsblad. Deze Wet consultatie- en bijstandsrecht is in werking getreden op 01.01.2012.
Het gewijzigde artikel 47bis Wetboek van Strafvordering bevat nieuwe informatierechten voor zowel getuige als verdachte. Het verhoor als verdachte opent een recht om geïnformeerd te worden over de mogelijkheid overleg te plegen met een advocaat. Verder werd ook de Wet betreffende de voorlopige hechtenis aangepast. Aan de gearresteerde verdachte worden bijkomende rechten toegekend, waaronder het recht om te worden bijgestaan door een advocaat tijdens het verhoor.
De Wet consultatie- en bijstandsrecht van 13.08.2011 bepaalt onder meer dat vooraleer wordt overgegaan tot het verhoor van een persoon aangaande misdrijven die hem ten laste kunnen worden gelegd, aan de te ondervragen persoon op beknopte wijze kennis wordt gegeven van de feiten waarover hij zal worden verhoord en hem wordt meegedeeld dat:
1° hij niet verplicht kan worden zichzelf te beschuldigen;
2° hij de keuze heeft na bekendmaking van zijn identiteit om een verklaring af te leggen, te antwoorden op de hem gestelde vragen of te zwijgen;
3° hij het recht heeft om voor het eerste verhoor een vertrouwelijk overleg te hebben met een advocaat naar keuze of een hem toegewezen advocaat, in zoverre de feiten die hem ten laste kunnen worden gelegd een misdrijf betreffen waarvan de straf aanleiding kan geven tot het verlenen van een bevel tot aanhouding, met uitzondering van de in artikel 138, 6°, 6° bis en 6 ter, bedoelde wanbedrijven.
Nu is het zo dat sociaal inspecteurs van diverse sociale inspectiediensten werkgevers, werknemers en andere personen kunnen verhoren aangaande mogelijke inbreuken op diverse bepalingen van het Sociaal Strafwetboek.
De vraag stelt zich of onder meer bovenstaande rechten ook gelden voor personen die verhoord worden door sociaal inspecteurs? Het antwoord luidt bevestigend.
Dit betekent dat wanneer u ondervraagd wordt door een sociaal inspecteur aangaande een mogelijke inbreuk, u minstens steeds het recht heeft 1) te weten over welke feiten u zult worden verhoord 2) de bovenstaande rechten u voorafgaand dienen te worden meegedeeld.
Dat u uitdrukkelijk ‘zwijgrecht’ heeft en dat dit recht u dient te worden meegedeeld, dient op zich reeds als een belangrijke evolutie te worden gezien.
Enkel sociaalrechtelijke inbreuken van het vierde (hoogste) niveau kunnen nog gestraft worden met een gevangenisstraf. Evenwel wil het nu zijn dat heel wat inbreuken op dit niveau zijn ondergebracht, zoals onder meer schendingen van de DIMONA – reglementering, tewerkstelling van illegaal in België verblijvende werknemers, de reglementering inzake deeltijdse arbeid …
Betekent dit dat wanneer u verhoord wordt door een sociaal inspecteur aangaande een inbreuk van niveau vier u het recht heeft om voor het eerste verhoor een vertrouwelijk overleg te hebben met een advocaat naar keuze? Dit is inderdaad het geval.
Dit overleg – het zogenaamde consultatierecht – kan maximaal dertig minuten duren en dient door te gaan in een daartoe geschikte, afgesloten ruimte / lokaal.
Zoals u wellicht weet, zullen een aantal controles van sociale inspectiediensten aangekondigd worden, andere niet… Dit maakt dat u bij een onaangekondigde controle in bovenstaande situatie het recht heeft een advocaat ter plaatse te laten komen voor een vertrouwelijk overleg alvorens te worden verhoord.
Dit zal in de praktijk regelmatig leiden tot onwerkbare situaties voor sociale inspectiediensten, bijvoorbeeld in geval van een controle in een drukke horecazaak waar geen geschikte ruimte / lokaal ter beschikking is.
De sociaal inspecteur kan in dat geval opteren om u op latere datum op uitnodiging te horen, al dan niet op de zetel van de betrokken sociale inspectiedienst. In dat geval bent u in de mogelijkheid vooraf vertrouwelijk overleg te hebben met uw advocaat. Het is aan te raden van dit recht gebruik te maken.
Verder bepaalt de Wet consultatie- en bijstandsrecht van 13.08.2011 onder meer dat eenieder die van zijn vrijheid is beroofd overeenkomstig de artikelen 1 of 2 (van de Wet betreffende de voorlopige hechtenis) of ter uitvoering van een in artikel 3 bedoeld bevel tot medebrenging (naast het recht om voor het eerstvolgende verhoor vertrouwelijk overleg te plegen met een advocaat naar keuze) recht heeft op bijstand door zijn advocaat tijdens de verhoren die plaatsvinden binnen de bij de artikelen 1, 1°,2, 12 of 15bis bedoelde termijnen.
De advocaat kan aanwezig zijn tijdens het verhoor, dat evenwel reeds een aanvang genomen kan hebben overeenkomstig de bepalingen van §1, derde en vierde lid.
De Wet consultatie- en bijstandsrecht bepaalt dat de bijstand van de advocaat uitsluitend tot doel heeft toezicht mogelijk te maken op:
1° de eerbiediging van het recht zichzelf niet te beschuldigen en de keuzevrijheid om een verklaring af te leggen, te antwoorden op de gestelde vragen of te zwijgen;
2° de wijze waarop de ondervraagde persoon tijdens het verhoor wordt behandeld, inzonderheid op het al dan niet kennelijk uitoefenen van ongeoorloofde druk of dwang;
3° de kennisgeving van de in artikel 47bis van het Wetboek van Strafvordering bedoelde rechten van verdediging en de regelmatigheid van het verhoor.
Het bijstandsrecht geldt met andere woorden wanneer u van uw vrijheid bent beroofd. Naar onze mening dient dit ruim te worden geïnterpreteerd. Het is ook maar de vraag of de Wet consultatie-en bijstandsrecht hiermee in overeenstemming is met de interpretatie van het EVRM, zoals gemaakt door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
De Wet consultatie- en bijstandsrecht in zijn huidige vorm zal zonder twijfel geen eindstadium zijn. In de toekomst zal er (onder meer onder invloed van het EHRM) wellicht nog verder aan de Wet worden gesleuteld.. Wordt vervolgd…
Wanneer u wordt verhoord door een sociaal inspecteur zonder dat u van uw vrijheid bent beroofd, bijvoorbeeld naar aanleiding van een uitnodiging tot verhoor, kunt u steeds vragen aan de sociaal inspecteur of er bezwaar tegen is dat uw advocaat tijdens het verhoor zal aanwezig zijn. De praktijk leert ons dat sociaal inspecteurs hiertegen vaak geen bezwaar zullen hebben.