02/12/20

Vereffening-verdeling bij echtscheiding en overlijden, basisprincipes en aandachtspunten

Als een huwelijk op de klippen loopt, dan is het vaak ieder voor zich bij de vereffening-verdeling van de huwgemeenschap of onverdeeldheid. Een deskundige en ervaren adviseur kan elke partij wegwijs maken in de complexe procedure. Bij overlijden is dergelijk advies voor de erfgenamen des te belangrijker. Hoe verloopt de procedure van vereffening-verdeling precies? Welke impact heeft het hervormde huwelijksvermogensrecht en erfrecht op deze thematiek? Mr Nathalie Labeeuw (Cazimir Advocaten) geeft tekst en uitleg.


Hoe verloopt de procedure van vereffening-verdeling van een (gemeenschappelijk) huwelijksvermogen in de praktijk?

Nathalie Labeeuw: “De vereffening en verdeling van een gemeenschappelijk huwelijksvermogen vindt plaats omwille van twee redenen: echtscheiding of na overlijden. Vereffening betekent dat men onder andere de verdeling van het vermogen voorbereidt, bepaalt wat het gemeenschappelijk vermogen is, de omvang en samenstelling van de eigen vermogens vastlegt en definieert welke vergoedingen geregeld moeten worden tussen het eigen en gemeenschappelijk vermogen. Daarna gaat men over tot de verdeling via kavelvorming. In de praktijk stel ik vast dat veel mensen niet goed weten hoe het gemeenschappelijk huwelijksvermogen samengesteld is. Dan leg ik hen uit dat bij een huwelijk onder wettelijk stelsel alle inkomsten die men ontvangt vanaf de huwelijksdatum gemeenschappelijk zijn. Dit geldt zowel voor de beroepsinkomsten als voor inkomsten uit eigen goederen, zoals bijvoorbeeld huurgelden van een eigen woning. Ook goederen die men na het huwelijk verwerft, zijn in de regel gemeenschappelijk. Dit geldt trouwens ook voor eventuele schulden. Als de scheidende partijen een onderling akkoord vinden over de vereffening-verdeling, dan spreken we over een echtscheiding onderlinge toestemming (EOT). Hierbij maken de partners een contract op (ook wel een minnelijke vereffening-verdeling genoemd) om het huwelijk te beëindigen. Het voordeel van een EOT is alleszins dat alle neuzen in dezelfde richting staan om tot een constructieve vereffening-verdeling te komen. 

Als deze minnelijke schikking – die juridisch best complex kan zijn – niet haalbaar is, dan wordt een gerechtelijke procedure opgestart. Het gaat hier om een zeer gereglementeerde aanpak die heel wat tijd in beslag neemt. Deze procedure start met een dagvaarding tot uitonverdeeldheidtreding, op basis van artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel stelt immers dat niemand verplicht is om in onverdeeldheid te blijven, omdat dit partijen belet om vrij over goederen te kunnen beschikken en deze goed te beheren.”

Klopt het dat de notaris hierbij een cruciale rol speelt?

NL: “Dat klopt. In deze procedure is de taak van de rechtbank eigenlijk vrij beperkt. De rechter stelt immers een notaris-vereffenaar aan, die zijn of haar bemiddelende en verzoenende rol bij uitstek kan uitspelen. De notaris-vereffenaar neemt dus de taak van de rechter over, en wordt op die manier dus ‘eerste rechter’ in een vereffening-verdeling. Hij of zij zal het proces doorlopen, waarbij de werkzaamheden geopend worden, een inventaris of boedelbeschrijving opgemaakt wordt, aanspraken geformuleerd worden en argumenten pro en contra vorm krijgen. Na dit proces maakt de notaris een staat van vereffening en een ontwerp van verdeling op. Vervolgens wordt deze vereffeningsstaat overgemaakt aan de partijen, die ofwel beide akkoord gaan, ofwel niet instemmen en bezwaren instellen tegen de vereffeningsstaat. In dat geval zal de notaris de staat, bezwaren en nog te schrijven advies terugsturen naar de rechtbank. Dan volgt opnieuw een ‘rondje rechtbank’, met eerste aanleg, hoger beroep of cassatie.”

Hoe lang kan deze gerechtelijke procedure duren?

NL: “Dit proces – dat zich voornamelijk bij de notaris afspeelt – kan makkelijk 2 à 2,5 jaar in beslag nemen. Omdat er ‘en cours de route’ nog diverse problemen kunnen opduiken, komt terugschakelen naar de rechtbank regelmatig voor. In dat geval moet men gemiddeld 1 jaar per aanleg extra rekenen, wat de termijn op 4 à 5 jaar kan brengen. De duur van een gerechtelijke procedure varieert trouwens van arrondissement tot arrondissement, afhankelijk van de werkdruk en snelheid van schakelen binnen rechtbanken.”

Hoe schat je – vanuit jouw jarenlange ervaring als advocaat – de werking van deze procedure zelf in?

NL: “Het klinkt misschien wat vreemd, maar een gerechtelijke procedure tot vereffening-verdeling kan nuttig zijn om bij een echtscheiding alle meningen op scherp te zetten en alle argumenten uit te kristalliseren. Iedere partij kan op die manier duidelijk stelling innemen. Tegelijk speelt het element van loutering (‘catharsis’) een bepalende rol: bij de start van de procedure zijn alle partijen nog zeer strijdvaardig, maar na enkele jaren is men de hele procedure meer dan beu. Heel wat betrokkenen komen dan tot inkeer, wat vaak leidt tot de uitwerking van een minnelijke schikking.

Wanneer ik een dossier behandel, dan heb ik telkens de ambitie om een oplossing buiten de rechtbank te zoeken. Dit lukt uiteraard niet altijd, want veel hangt af van de mate van medewerking van de tegenpartij. Ik verwijs hierbij graag naar het nieuwe statuut van collaboratieve advocaat, die afstapt van de traditionele rol als tegenstander van de andere partij en in alle transparantie creatieve oplossingen wil aanreiken om twee partijen tot een akkoord te brengen. Die rol is me op het lijf geschreven, en ik heb zeker de intentie om me hierin verder te verdiepen.”

Kun je een voorbeeld geven van de impact van het hervormde huwelijksvermogensrecht op de vereffening-verdeling bij echtscheiding?

NL: “Het nieuwe huwelijksvermogensrecht heeft als verdienste dat een aantal onduidelijke situaties – waarbij veel discussies ontstonden, met rechtspraak zonder wettelijke grondslag – uitgeklaard zijn. Zo is bijvoorbeeld het toepassingsgebied van heling uitgebreid naar alle echtgenoten, en dus niet enkel meer van toepassing voor echtgenoten die gehuwd zijn onder gemeenschapsstelsel. Ik wil hierbij trouwens benadrukken dat heling zeer gevaarlijk is bij vereffening-verdelingsdossiers, waarbij we vanuit ons kantoor cliënten altijd zeer nauwgezet informeren over mogelijke gevaren en misbruiken. Heling is het verzwijgen of niet-spontaan aangeven van goederen die de vermogensmassa samenstellen. De wet en rechtspraak gaan trouwens uit van een positieve meldingsplicht. Dit betekent dat een partij het vermogen spontaan moet melden. In de praktijk stel ik vast dat tegen dit principe regelmatig gezondigd wordt. Daarnaast is er ook de invoering van het nieuwe artikel 1432, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. Dit voert een huwelijksvermogensrechtelijke neutraliteit in van de uitoefening van het beroep via een vennootschap. Als een echtgenoot een eigen vennootschap heeft en gehuwd is onder een gemeenschapsstelsel, dan mag de gemeenschap daar redelijkerwijze geen nadelen van ondervinden. De betrokken echtgenoot mag dus geen vermogen oppotten in de eigen vennootschap ten nadele van de gemeenschap. Als iemand echter geen vennootschap heeft, dan zouden de inkomsten wel in de gemeenschap komen. Artikel 1432 BW wil deze situatie doorprikken. Gevolg: de mede-echtgenoot kan voortaan een vergoeding eisen voor de ‘misgelopen’ inkomsten.”

Wat gebeurt er als een echtgenoot niet berust in het vonnis bij een gerechtelijke vereffening-verdeling?

NL: “Als een vonnis de echtscheiding en de vereffening-verdeling uitspreekt, dan stelt de rechtbank een notaris aan die het dossier onder zijn hoede neemt. In principe is een vonnis ‘uitvoerbaar bij voorraad’. Dit betekent dat een gerechtelijke beslissing onmiddellijk uitgevoerd kan worden, ook al is de beslissing nog niet definitief en is ze nog vatbaar voor hoger beroep of verzet. Het risico ligt dan wel bij de partij die uitvoert. De notaris kan dus weliswaar starten met de werkzaamheden, maar deze blijven beperkt tot het uitvoeren van bewarende maatregelen, zoals het opstellen van een inventaris.

Meer acties zijn niet mogelijk, omdat deze als definitieve beslissingen beschouwd zouden worden. Bij een eerste vergadering zullen voorzichtige notarissen de partijen daarom altijd vragen of ze berusten in het vonnis. Hierop geldt één uitzondering: als het gaat om de vereffening-verdeling na echtscheiding moet dat vonnis betekend worden via een deurwaarder. Dit komt omdat een echtscheiding een persoonsgebonden materie is. Dit geldt niet bij nalatenschappen.”

Wat te doen bij schenkingen op een gemeenschappelijke rekening?

NL: “Bij huwelijken onder gemeenschapsstelsel gebeurt het regelmatig dat de ouders van de gehuwden een financieel duwtje in de rug geven via een storting op de gemeenschappelijke rekening van de twee echtgenoten. Maar bij een echtscheiding dulden scheidende partijen geen tegenspraak, en worden schenkingen door de eigen ouders als eigen vermogen beschouwd. Dit levert een vergoeding op om dit kapitaal op de gemeenschappelijke rekening terug te eisen. Meestal gaat de tegenpartij hiermee niet akkoord, met verwijzing naar de gemeenschappelijke rekening en dus vermoeden van gemeenschap. Toch stelt de meeste rechtspraak dat dergelijke schenkingen enkel aan het biologische kind toebehoren, ondanks de gemeenschappelijke rekening. Of ander gezegd: de vrijgevigheid van schenkende ouders behoort enkel het eigen kind toe, en niet aan de partner.

Om te anticiperen op dergelijke netelige situaties, adviseer ik mijn cliënten steeds om aparte schenkingen te doen op een nieuwe spaarrekening. Dit is de zuiverste oplossing en vermijdt onnodige en tijdrovende discussies achteraf.”

Welke ‘lessons learned’ kun je meegeven op basis van veelvoorkomende cases in jullie kantoor?

NL: “Vooreerst dit: er bestaan geen slechte huwelijkscontracten. Elke formule (scheiding van goederen, gemeenschap of andere varianten) heeft goede en minder goede punten. Maar het verontrust me wel dat veel mensen slecht geïnformeerd zijn over de basisprincipes van het huwelijksvermogensrecht en aanverwante domeinen. Misschien zou het geen slecht idee zijn om jongeren tijdens hun studies hierover al op een speelse manier te informeren, zodat ze later beslagen op het ijs komen. Mijn advies aan cliënten is dan ook om hun kennis bij te spijkeren, via zelfstudie of een specialist.

Een andere ‘lesson learned’ is dat een huwelijkscontract op sleutelmomenten grondig onder de loep genomen moet worden. Als twee personen op de leeftijd van 25 of 30 jaar in het huwelijksbootje stappen, dan maken ze zich klaar voor een avontuur met ups en downs. Bovendien moet men rekening houden met veranderende regelgeving, een wijzigende vermogenssamenstelling, enzovoort. De aankoop van een gezinswoning, de geboorte van kinderen, diezelfde kinderen die het nest verlaten, pensionering,… zijn momenten waarop een huwelijkscontract de nodige revisie verdient. Dit past trouwens in een bredere vermogensplanning.

In het kader hiervan raad ik jonge mensen aan om bij de start van hun huwelijk een tijdslijn van 5 jaar als basis te nemen om enkele essentiële levensvragen te beantwoorden, met de volgende vraag als uitgangspunt: “Wat moet er gebeuren als ik tussen nu en 5 jaar zou overlijden?” Het beantwoorden van die vraag kan veel klaarheid scheppen voor de gezinsleden en familie.”

Welke issues qua vereffening-verdeling duiken op bij overlijden?

NL: “Meestal worden we hier als adviseur geconfronteerd met de problematiek van kinderen (of de langstlevende partner) die hun minimumdeel niet gekregen hebben, dat vervolgens opgeëist wordt door inkorting te vragen. Als advocaat moet ik dan niet alleen de vermogensmassa samenstellen – wat nog relatief eenvoudig is –, maar ook alle schenkingen reconstrueren die, onbeperkt in de tijd,
in het verleden plaatsvonden. Deze opdracht is al veel complexer, want vaak zijn oude overschrijvingen niet meer terug te vinden. Deze dossiers zijn vaak extra complex omwille van emotioneel-familiale problemen die op dat moment opborrelen.

Dankzij het hervormde huwelijksvermogensrecht gelden gelukkig duidelijkere waarderingsregels voor schenkingen van zowel roerend als onroerend goed. Tot 1 september 2018 zorgde het schenken van roerende goederen soms voor heel wat kopzorgen, omdat bij deze schenkingen de waarde op de dag van de schenking telt. Voor onroerende goederen werd de waarde op de dag van het overlijden van de schenker in rekening gebracht. Vandaag telt de intrinsieke waarde op de dag van schenking, of het nu gaat om vastgoed, geld, aandelen of kunst. Wat de erfgenaam nadien wel of niet doet met het geschonken goed, is van geen belang meer.

Ook hier luidt mijn advies om regelmatig tussentijdse herzieningsmomenten te voorzien. De huidige, aangepaste regelgeving biedt hier heel wat kansen. Zo mag je sinds september 2018 met anderen afspreken – en dit op papier zetten – hoe je wilt dat jouw vermogen na jouw overlijden onder hen verdeeld wordt. Tot 1 september 2018 waren dergelijke erfovereenkomsten verboden, op enkele uitzonderingen na. Met deze nieuwe formule wordt het risico op familieconflicten na een overlijden drastisch ingeperkt.”

Hartelijk dank voor dit gesprek.

NL: “Graag gedaan!”

Auteur: Geert Van Cauwenberge

Meer weten?

Mr Nathalie Labeeuw presenteert – samen met raadsheer Bart Van den Bergh – veelvoorkomende casussen over vereffening-verdeling tijdens de LIVE webinar op 10 december 2020 (13u00-17u15) “Capita selecta inzake vereffening-verdeling: vereffening-verdeling bij echtscheiding en overlijden”.

dotted_texture