Net zoals onder het gemeente- en het OCMW-decreet, legt het Decreet Lokaal Bestuur de verplichting op aan elk gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, aan elke dienstverlenende en opdrachthoudende vereniging en aan elke welzijnsvereniging en autonome verzorgingsinstelling om in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de gemeenteraden een evaluatieverslag voor te leggen aan de gemeenteraad, de algemene vergadering of de OCMW-raad. Lees ook onze nieuwsbrief van 18 december 2018 : To do-lijst voor AGB's in 2019
Artikel 277 DLB vereist dat elk gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de gemeenteraden een evaluatieverslag voorlegt aan de gemeenteraad over de uitvoering van de beheers- of samenwerkingsovereenkomst. Dit verslag omvat ook een evaluatie van de verzelfstandiging, waarover de gemeenteraad zich binnen de drie maanden dient uit te spreken. Hoewel artikel 277 DLB een jaar voorziet om de evaluatie uit te voeren, zal deze voor de AGB's al eerder zijn gebeurd, daar artikel 234 §3 DLB de gemeentebesturen oplegt om hun beheersovereenkomst met het autonoom gemeentebedrijf uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad te vernieuwen.
Bij de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen dient de raad van bestuur overeenkomstig artikel 459 DLB een evaluatieverslag over de werking van de vereniging voor te leggen aan de jaarlijkse algemene vergadering die plaatsvindt in de loop van het eerste werkingsjaar na het jaar waarin verkiezingen voor de algehele hernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd. Dit evaluatieverslag bevat een nieuw ondernemingsplan voor de komende zes jaar of een gemotiveerd voorstel om het samenwerkingsverband te beëindigen met inachtneming van de statutair bepaalde rechten van de deelnemers. Afhankelijk van de oprichtingsdatum van de vereniging, kan de eerste evaluatieperiode evenwel korter zijn dan zes jaar. Hoewel het evaluatieverslag decretaal moet worden voorgelegd aan de algemene vergadering, zal er ook aan de gemeenteraden van de deelgenoten een exemplaar van het rapport moeten worden bezorgd en dit uiterlijk zes weken voor de datum van de jaarvergadering, teneinde hen de mogelijkheid te geven het mandaat van hun vertegenwoordiger in de algemene vergadering te bepalen.
Wat de verzelfstandigde entiteiten van het OCMW betreft, wordt de vereiste van een evaluatieverslag in artikel 492 DLB opgelegd aan de publiekrechtelijke verenigingen voor maatschappelijk welzijn, zijnde de welzijnsverenigingen en de autonome verzorgingsinstellingen. Dit verslag dient eveneens in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de raden voor maatschappelijk welzijn aan de raad voor maatschappelijk welzijn te worden voorgelegd. Dat verslag omvat een evaluatie van de verzelfstandiging, waarover de raad voor maatschappelijk welzijn zich binnen de drie maanden dient uit te spreken.
Het Decreet Lokaal Bestuur legt bijgevolg geen evaluatieverplichting op voor de interlokale verenigingen, projectverenigingen, filialen van het AGB, ziekenhuisverenigingen, verenigingen of vennootschappen voor sociale dienstverlening, woonzorgverenigingen of -vennootschappen, .... Het lijkt evenwel op grond van behoorlijk en zorgvuldig bestuur aangewezen om ook deze verzelfstandigde entiteiten bij aanvang van een nieuwe legislatuur te evalueren.
Auteur:
Stéphanie Taelemans
stephanie.taelemans@gdena-advocaten.be