In het Verenigd Koninkrijk stelde men de afgelopen jaren reeds een explosieve toename vast van investeringen in studentenkamers. Nav deze sterke toename, die gepaard ging met de intrede van een aantal nieuwe institutionele vastgoedspelers, is “student housing” er reeds uitgegroeid tot een nieuw “mainstream” beleggingsinstrument. Het lijkt dat Continentaal Europa zal volgen op niet al te lange termijn.
De vraag naar kwaliteitsvolle studentenkamers zit ook in België in stijgende lijn.
De klassieke studentenkamers die worden aangeboden door en rond de universiteiten zijn vaak verouderd en voldoen niet langer aan de moderne normen en eisen van wonen. De universiteiten en veelal particuliere verhuurders die deze kamers aanbieden, kunnen de zware financiële inspanningen die vereist zijn om de kamers op peil te houden, niet altijd aan.
Ouders verkiezen dan ook steeds vaker om te investeren in de aankoop van een studentenkamer of studentenwoning voor hun studerende kinderen, i.p.v er één te huren.
Maar ook de professionele vastgoedinvesteerders en ontwikkelaars zien dit soort vastgoedactief als een interessante opportuniteit. De laatste jaren ziet men een stijging van het aantal vastgoedprojecten waarbij nieuwbouw of gerenoveerde studentencomplexen, voorzien van alle moderne faciliteiten en comfort, worden aangeboden.
De interesse wordt beïnvloedt door verschillende factoren. Door het huidig economisch klimaat gaan investeerders meer op zoek naar diversiteit van hun activa en vooral activa met enige zekerheid op rendement . Gezien het stijgend aantal studenten (binnen en buitenlands) lijkt dit rendement een vrij zeker gegeven. Daarenboven is de instapprijs voor de aankoop van studentenwoningen relatief laag vergeleken met de meer “klassieke” activa, zoals bv. kantoren of logistiek vastgoed.
Studentenkamers zijn echter een specifiek soort activa, met een aantal bijzonderheden waarmee rekening moet worden gehouden, bvb. :
- Studentenkamers worden vaak aangeboden met een (minimum) pakket aan meubels. Als eigenaar dient men dus rekening te houden met deze bijkomende investeringskost, evenals met de kosten van het gebruik, herstelling en de vernieuwing ervan;
- De huurtermijn van studentenkamers is meestal beperkt tot 10 à 12 maanden. Er is veel verloop en om leegstand te vermijden moet een zekere continuïteit gewaarborgd worden, hetgeen een serieuze inspanning vereist op administratief vlak (bvb. sluiten van nieuwe contracten, opvolgen en teruggave van waarborgen, plaatsbeschrijving bij intrede en uittrede, etc.);
- Het grote verloop van huurders heeft zijn tol voor de kwaliteit en het onderhoud van studentenkamers. Deze zullen vrij snel verouderen, evenals de gemeenschappelijke ruimtes die vaak voorzien zijn. Een correcte opvolging om eventuele mankementen tijdig te ontdekken en te herstellen en grote en kostelijke herstellingswerken te beperken, is nodig.
Het beheer van dit soort vastgoed is dus vrij intensief zodat het interessant kan zijn om dit uit te besteden . Op de markt zijn er dan ook diverse professionele vastgoedbeheerders die hun gespecialiseerde diensten in die zin aanbieden.
Het wettelijk kader voor de verhuur van studentenkamers wordt vooralsnog beheerst door het gemene recht, in zoverre de student er zijn domicilie niet heeft. Reeds enkele jaren wordt door sommigen geijverd voor een aparte wettelijke regeling voor studentenkamers, gezien hun bijzonder statuut en nood aan bescherming. Punten die aan bod komen zijn onder meer recht op verblijf tijdens herexamens, aparte (maximum) waarborg regeling, kwaliteitseisen versus betaalbaarheid, bescherming van kansarmen, etc. Vooralsnog lijken de neuzen echter niet in één richting te gaan.