28/12/11

Handhaving van het auteursrecht

Bent u eigenaar van auteursrechten in sectoren zoals bij pers en literatuur, reclame, muziek en theater, film en video, radio en televisie, fotografie, ontwerp en beeldende kunsten, software en databanken, dan wenst u deze rechten uiteraard ook te beschermen tegen inbreuken van derden.

De handhaving van intellectuele rechten, of het optreden in rechte tegen auteursrechtelijke inbreuken wordt hoofdzakelijk geregeld in hoofdstuk 8 van de Auteurswet 1994. De wettelijke bepaling in verband met handhaving werden grondig gewijzigd door de wetten van 9, 10 en 15 mei 2007 met betrekking tot de burgerrechtelijke, procesrechtelijke en strafrechtelijke handhaving van het intellectuele eigendomsrecht.

1. Procedures voor de burgerlijke rechtbanken

1.1 Stakingsprocedure

Via deze stakingsprocedure kan men een inbreuk op het auteursrecht (bijvoorbeeld zonder uw toestemming wordt uw creatie gebruikt of verhandeld) doen vast stellen en de schadelijke gevolgen ervan doen stoppen. Deze procedure kan ook preventief worden opgestart en dit wanneer uw auteursrechten ernstig in gevaar zijn.

Eerste mogelijkheid is om deze procedure te voeren “zoals in kort geding”. Dit wilt zeggen dat de procedureregels van het kort geding gelden maar er is geen hoogdringendheid vereist en de rechter neemt hier wel een eindbeslissing ten gronde. Net zoals in kort geding kan er geen schadevergoeding gevorderd worden, maar wat wel kan opgelegd worden is een dwangsom.

Deze procedure is een volwaardige vervanger voor de procedure ten gronde.

Deze stakingsprocedure wordt gevoerd voor de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg of van de Rechtbank van koophandel en kan ingesteld worden door iedere betrokkene.

Stelt de Voorzitter een inbreuk vast dan moet hij de stopzetting ervan bevelen aan de inbreukmaker en hij kan zelf naar de concrete omstandigheden beslissen hoe een einde moet komen aan deze inbreuk en aan de schadelijke gevolgen ervan.

Tweede mogelijkheid is om deze procedure te voeren in het “gewone kort geding”. Dan moet er wel sprake zijn van hoogdringendheid en kan dezelfde Voorzitter alleen maar voorlopige maatregelen bevelen, desnoods met een dwangsom.

Een laatste mogelijkheid is om deze procedure in te leiden “op eenzijdig verzoekschrift”, waarbij volsterkte noodzakelijkheid moet blijken om geen tegensprekelijk debat te moeten voeren (bijvoorbeeld omdat het verrassingseffect van doorslaggevend belang is) en alleen voorlopige maatregelen kunnen bevolen worden.

De staking van de inbreuk op het auteursrecht kan niet alleen bevolen worden tegen de inbreukmaker maar ook tegen de tussenpersonen wier diensten door derden worden gebruikt om een inbreuk op het auteursrecht te plegen. Het gaat hier om alle soorten tussenpersonen, het is voldoende dat zij aan de inbreuk hebben deelgenomen of bijgedragen of deze heeft vergemakkelijkt of mogelijk gemaakt. Er moet zelfs niet worden aangetoond dat de tussenpersoon kennis had of redelijkerwijze kennis behoorde te hebben van de inbreuk.
Deze vordering is wel beperkt tot het opleggen van doeltreffende, proportionele en praktisch realiseerbare maatregelen.

1.2 Beslag inzake namaak

Deze procedure dient enerzijds om het bestaan en de omvang van de inbreuk vast te stellen en om dit op een snelle en efficiënte manier te bewijzen en anderzijds om bewarende maatregelen ten overstaan van het beweerde inbreukmakende materiaal op te leggen.

De procedure wordt gevoerd op eenzijdig verzoekschrift, wat impliceert dat de tegenpartij in principe niet wordt gehoord en dit om te vermijden dat de inbreukmakende goederen ineens zouden verdwijnen. Ook hier is het de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg of van de Rechtbank van Koophandel voor wie de procedure wordt gevoerd (in de plaats van vroeger: de beslagrechter).


Deze vordering kan worden ingesteld door de houder van het auteursrecht (de auteur, zijn rechtsopvolgers of de rechthebbenden).
Deze moet bewijzen dat zijn auteursrecht ogenschijnlijk geldig is en dat er aanwijzingen van een dreigende inbreuk zijn. De Voorzitter zal pas beslag opleggen indien hij kan vaststellen en motiveren waarom de inbreuk naar zijn oordeel niet redelijkerwijze kan worden betwist. De beslagmaatregel moet ook redelijk zijn rekening houdende met alle feiten en stukken. er kan ook een gerechtsdeskundige worden aangesteld.

1.3 Procedure ten gronde

De benadeelde kan ook een bodemprocedure opstarten. Hier kan er, in tegenstelling tot de vorige procedures wel een schadevergoeding gevorderd worden.

De loutere inbreuk op het auteursrecht is voldoende om een schadevergoeding te bekomen, er is niet vereist dat de inbreukpleger een fout of onzorgvuldigheid begaat noch dat hij ter kwade trouw is. Het is een objectieve aansprakelijkheid.

De benadeelde partij moet als het ware terug in de toestand geplaatst worden van voor de inbeuk, zijn schade moet dus integraal vergoed worden (tenminste voor de schade die hij kan bewijzen). De Voorzitter kan rekening houden met de winstderving, economische verliezen, morele schade, enz. Elke benadeelde heeft recht op schadevergoeding, dit kan ook iemand anders dan de houder van het auteursrecht zijn.

Ook hier wordt de staking van de inbreuk en de schadelijke gevolgen bevolen ten aanzien van de inbreukmaker (inclusief tussenpersonen).

1.4 Nevenvorderingen

De wetgever heeft nog voorzien in enkele nevenvorderingen om de inbreuken en de schadelijke gevolgen zo veel mogelijk te beperken.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen inbreuken met en zonder verzwarende omstandigheden. De rechter zal telkenmale moeten oordelen welke maatregelen passend zijn naargelang de concrete omstandigheden.

Bij inbreuken zonder verzwarende omstandigheden zij volgende nevenvorderingen mogelijk:

  • informatieverstrekking (herkomst goederen, identiteit betrokkene, verkoopprijs goederen,…);
  • inbreukmakende goederen uit het handelsverkeer terugroepen, definitief verwijderen of vernietigen;
  • bevel tot afgifte van de inbreukmakende goederen (beide goederen van hoge waarde);
  • publicatie van de beslissing van de rechter (afschrikmiddel);
  • veroordeling tot de kosten.

Bij inbreuken met verzwarende omstandigheden:

  • inbreuk te kwader trouwe: afgifte van (een deel) van de winst ten gevolge van de inbreuk (geldt als schadevergoeding, dus cumul is uitgesloten);
  • inbreuk ter kwader trouw: burgerlijke verbeurdverklaring van de inbreukmakende goederen;
  • inbreuk gebeurde op commerciële schaal: bijzonder procedure om bewarend beslag te leggen op de roerende of de onroerende goederen van de inbreukpleger en om diens bankrekeningen te blokkeren.

1.5 Materiële en territoriale bevoegdheid

Sinds de wet van 10.05.2007 zijn de Rechtbank van Eerste Aanleg én van Koophandel bevoegd.

De Rechtbank van Koophandel is bevoegd voor de betwistingen over alle intellectuele rechten, zelfs als de partijen geen handelaar zijn.

Hier geldt één uitzondering op namelijk voor het auteursrecht en de aanverwante rechten, daar zijn zowel de Rechtbank van eerste Aanleg als de Rechtbank van Koophandel bevoegd. Als de verweerder of beide partijen geen handelaar zijn, is de Rechtbank van Eerste Aanleg bevoegd. Zijn beide partijen handelaar dan is de Rechtbank van Koophandel verplicht bevoegd en indien de verweerder een handelaar is dan mag de eiser kiezen tussen beide Rechtbanken. Opgelet onder de drempel van € 1.860 blijft de Vrederechter bevoegd voor een geschil omtrent auteursrecht, een naburig recht of het recht dat een databankproducent tot voorwerp heeft.

Wat de territoriale bevoegdheid betreft zijn enkel nog de Rechtbanken bevoegd die zitting houden in de zetel van een Hof van Beroep (Gent, Antwerpen, Bergen, Luik en Brussel). Alleen de territoriale bevoegdheid van de vrederechters inzake auteursrechtelijke geschillen blijven de normale regels volgen.

2. Procedures voor de strafrechtelijke rechtbanken

2.1 Het misdrijf “namaking” en andere gelijkaardige strafbaarstellingen

Net zoals alle andere misdrijven moet het misdrijf namaking bestaan uit een moreel én een materieel element. Het materieel element is de inbreuk op het auteursrecht. Het moreel element houdt in dat de inbreuk moet gepleegd zijn met kwaadwillig (de wil om de al dan niet materiële belangen van de rechthebbende te schaden) of bedrieglijk opzet (de wil om zichzelf of iemand anders een onrechtmatig voordeel te bezorgen).

In het auteursrecht zijn inbreuken in de privésfeer al strafbaar, bij alle andere intellectuele rechten moet de inbreuk op commerciële schaal gepleegd worden.

Daarnaast zijn er nog enkele handelingen die gelijk worden gesteld met het misdrijf van namaking omdat ze er verband mee houden of omdat ze er een voordeel uit halen:
- de valse naamlening;
- de commercialisering van de nagemaakte voorwerpen;
- poging tot het misdrijf en strafbaarstelling van mededaders en medeplichtigen;
- oplichting;
- douanemisdrijf.

2.2 Sancties

- Namaking wordt bestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot drie jaar en/of een geldboete van € 550 tot € 550.000. Deze maximumstraffen kunnen worden verdubbeld indien er zich herhaling voordoet binnen 5 jaar. Deze sancties werden doorgetrokken naar inbreuken op andere intellectuele rechten;
- aanplakking van het strafvonnis;

- de tijdelijke of definitieve sluiting van de inrichting van de veroordeelde in geval van herhaling;
- de ontvangsten van de verbeurdverklaarde goederen kan toekomen aan de burgerlijke partij.

2.3 Strafvordering

Een inbreuk op het auteursrecht is geen klachtmisdrijf meer. Dit wilt zeggen dat er geen klacht meer moet worden neergelegd door de benadeelde. Het Openbaar Ministerie kan dus ambtshalve optreden en dit omdat namak de grondslag van onze economie aantast. De overheid loopt er immers heel wat inkomsten door mis.

De benadeelde kan wel nog klacht indien bij het Openbaar Ministerie, maar deze klacht kan dan wel geseponeerd worden.

Een tweede mogelijkheid is een klacht met burgerlijke partijstelling bij de Onderzoeksrechter, die niet geseponeerd kan worden. Zowel het Openbaar Ministerie als de Onderzoeksrechter hebben vergaande onderzoeksmogelijkheden.

De strafvordering wordt opgeschort totdat er een definitieve uitspraak is gedaan over de burgerrechtelijke stakingsvordering. Dit wijkt af van het normale, omgekeerde principe om te vermijden dat er tegenstrijdige beslissingen over het materieel element van het misdrijf uitgesproken zouden worden.

Heeft U nog vragen over regelgeving aangaande intellectuele eigendomsrechten, zoals auteursrecht, computerprogramma’s, octrooien, merken, tekeningen en modellen, enz., of wenst U een advies in een concrete situatie, of bent U op zoek naar bijstand bij het opstellen van uw overeenkomsten die betrekking hebben op intellectuele eigendomsrechten? Aarzel dan niet om onze specialisten te contacteren.

Wij verwijzen ook naar onze nieuwsbrief over auteursrechten m.b.t. software/computerprogramma’s zoals ontwikkeld door werknemers en bestuurders.

dotted_texture