03/11/11

Discriminatie op grond van leeftijd: het Hof van Justitie mengt zich opnieuw in het debat

Een systeem waarbij een beloningsstelsel dat een discriminatie op grond van leeftijd in het leven had geroepen, wordt vervangen door een beloningsstelsel dat op objectieve criteria is gebaseerd, maar waarbij tevens gedurende een in de tijd beperkte overgangsperiode bepaalde discriminerende gevolgen van het eerste van deze stelsels worden gehandhaafd, is niet discriminatoir. Een bepaling die de leeftijdsgrens vanaf welke wordt aangenomen dat piloten niet langer over de fysieke capaciteiten beschikken om hun beroepsactiviteit uit te oefenen, op 60 jaar vaststelt, is wel discriminatoir.

Het Europees Hof van Justitie heeft zich onlangs in elke arresten opnieuw moeten uitspreken over de complexe problematiek van de discriminatie op grond van leeftijd. In een eerste arrest ging het om de vraag naar de toelaatbaarheid van leeftijdsgebonden criteria voor de bepaling van het loon. In een tweede arrest was de vraag van het leeftijdsgebonden beroepsverbod voor piloten aan de orde. Hoewel het in beide gevallen om een Duitse zaak ging, zijn de conclusies van het Hof van Justitie ook belangrijk voor de Belgische rechtspraktijk.

In de eerste zaak voorzag een Duitse CAO aanvankelijk dat de hoogte van het loon bepaald werd door de leeftijd van de werknemer. Sinds de Europese Richtlijn 2000/78/EG weten we dat dergelijke bepalingen kunnen gekwalificeerd worden als een vorm van rechtstreekse discriminatie op grond van leeftijd. Zoals in veel landen werd daarom ook in Duitsland de betrokken CAO aangepast in die zin dat de hoogte van het loon in de toekomst vastgesteld zou worden op grond van objectieve criteria zoals de beroepservaring en de uitgeoefende activiteit. Om deze wijziging niet te bruusk te laten verlopen, voorzag de Duitse CAO in een overgangsperiode. Door een te snelle ommekeer van het systeem dreigde immers het gevaar dat oudere werknemers met weinig anciënniteit bij een bepaalde werkgever plots aanzienlijk loonverlies zouden lijden. In een arrest van 8 september 2011 aanvaardt het Hof van Justitie dat een dergelijke in de tijd beperkte overgangsperiode gerechtvaardigd kan worden. Het Hof herhaalde daarbij ook wat het reeds in eerdere arresten had gesteld, met name dat het verbod van discriminatie op grond van leeftijd een algemeen beginsel van het Europees recht is en dat loonbarema’s in functie van verworven beroepservaring wel aanvaardbaar zijn. Het Hof voegt daar nu dus aan toe dat leeftijdsgebonden criteria nog getolereerd kunnen worden, althans voor zover het gaat om een tijdelijke overgangsmaatregel. Dit arrest is ook voor de Belgische rechtspraktijk van belang. In veel Belgische paritaire comités werden de loonschalen oorspronkelijk immers ook vastgesteld op grond van de leeftijd van de werknemers. Sinds enige tijd schakelt men systematisch over op het meer objectieve criterium van de beroepservaring bij de bepaling van de hoogte van loon, doch sommige paritaire comités voorzien wel in overgangsmaatregelen. Deze zijn dus toelaatbaar, aldus het Hof van Justitie.

In een tweede arrest van het Hof van Justitie ging het om een leeftijdsgebonden beroepsverbod voor Duitse piloten. Een bepaling in een CAO voorzag dat de arbeidsovereenkomst van piloten automatisch beëindigd werd wanneer zij de leeftijd van 60 jaar bereikten. De luchtvaartmaatschappij verantwoordde deze regel op grond van de vereiste fysieke capaciteiten van piloten en op grond van de openbare veiligheid. In een arrest van 13 september 2011 veroordeelde het Hof van Justitie deze praktijk. Het Hof stelde dat omwille van de genoemde redenen weliswaar een bepaalde beroepsbeperking opgelegd mag worden voor werknemers die een zekere leeftijd bereiken, maar een totaal beroepsverbod vanaf 60 jaar, zoals in de Duitse CAO was voorzien, ging voor het Hof evenwel te kort door de bocht. Dit vormt een niet toegelaten discriminatie op grond van leeftijd.

Een regeling, zoals die bijvoorbeeld in België bestaat, en waarbij piloten vanaf een bepaalde leeftijd nog wel mogen vliegen, zij het dan op voorwaarde dat zij geflankeerd worden door een jongere bemanning, zou de discriminatietoets allicht wel doorstaan. In dat geval is er immers slechts sprake van een beroepsbeperking, en niet van een beroepsverbod.

dotted_texture