Een nieuwe wet van 13 augustus 2011 verankert een aantal rechten voor wie als verdachte wordt verhoord tijdens een strafonderzoek, waaronder het recht op toegang tot een advocaat. De wetgever wil op deze wijze tegemoetkomen aan vaste rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, ook wel de ‘Salduz-rechtspraak’ genoemd.
In elk geval geldt voor eenieder die wordt verhoord tijdens een strafonderzoek (als verdachte, slachtoffer of getuige) dat hij niet kan worden verplicht om zichzelf te beschuldigen. Ook kan de verhoorde vragen dat het hele verhoor letterlijk wordt genoteerd, en heeft hij recht op een kopie van dat verslag. De ondervrager dient bij aanvang op deze rechten te wijzen, en moet op dat moment ook de feiten meedelen die voorwerp zullen uitmaken van het verhoor.
Indien de feiten waarover men wordt verhoord misdrijven uitmaken die aan de verhoorde persoon ten laste kunnen worden gelegd (als (mogelijke) verdachte), gelden nog enkele belangrijke bijkomende rechten. Zo erkent de wet voortaan expliciet dat de verhoorde het recht heeft om te zwijgen. De verhoorde die wordt ondervraagd over ‘ernstige’ misdrijven (i.e. deze waarvoor de wet een aanhouding toelaat), heeft bovendien het recht op een voorafgaand en vertrouwelijk overleg met een advocaat. Het eerste verhoor kan – op uitdrukkelijk verzoek van de te ondervragen persoon – eenmalig worden uitgesteld zodat deze een advocaat kan raadplegen. Zo’n uitstel is niet mogelijk indien het verhoor gebeurt op schriftelijke uitnodiging, die ook de feiten meldt waarover men zal worden verhoord. In dat geval vermoedt men dat de advocaat voorafgaand aan het verhoor werd geraadpleegd.
Alle bovenstaande rechten gelden ook voor de verhoorde van wie de vrijheid is benomen, waarbij het voorafgaand gesprek dan moet plaatsvinden binnen twee uur na contactname met de advocaat. Hier bestaat bovendien het recht op bijstand van een advocaat tijdens het verhoor. De advocaat houdt toezicht op de algemene regelmatigheid van het verhoor. Hij ziet er ook op toe dat de rechten van de verhoorde worden geëerbiedigd (o.a. het recht om zichzelf niet te beschuldigen en het recht om te zwijgen), en dat deze tijdens het verhoor correct wordt behandeld (bv. dat er geen ongeoorloofde druk of dwang wordt uitgeoefend).
De afstand van het recht op voorafgaand overleg met de advocaat of van het recht op bijstand van de advocaat tijdens het verhoor kan enkel schriftelijk gebeuren.
De wet bepaalt dat tegen de verhoorde persoon geen veroordeling mag worden uitgesproken die uitsluitend gegrond is op verklaringen die zijn afgenomen met schending van de voorschriften inzake voorafgaand vertrouwelijk overleg of bijstand door een advocaat tijdens het verhoor.
De nieuwe regeling treedt in principe in werking op 1 januari 2012, tenzij deze datum via KB wordt vervroegd.