De ministerraad van 16 juni 2011 heeft een voorontwerp van wet houdende fiscale en diverse bepalingen goedgekeurd dat onder meer de afschaffing van de registratie als aannemer bevat. Daartoe worden de artikelen 401 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en 30bis, § 2, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, opgeheven. Deze afschaffing is het gevolg van opmerkingen van de Europese commissie die oordeelt dat de genoemde registratie als aannemer niet conform is aan de verdragsbepalingen (artikelen 56 en 57, VWEU) noch aan de bepalingen van de dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt).
Inmiddels heeft de Raad van State reeds een advies verstrekt omtrent dit voorontwerp van wet. Van zodra het voorontwerp is aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State, zal het als wetsontwerp worden ingediend in het parlement.
Een van de opmerkingen van de Raad van State heeft betrekking op het feit dat alle overheden de nodige tijd moeten krijgen om hun reglementering aan te passen aan deze wijziging.
De registratie als aannemer wordt immers in verschillende reglementeringen als voorwaarde vermeld om bepaalde voordelen te kunnen bekomen.
Om die reden worden alle overheden, zowel federaal als regionaal of lokaal, die dergelijke bepalingen in hun reglementering hebben, verzocht om nu al de nodige stappen te ondernemen om die reglementering te kunnen verbeteren van zodra de afschaffing van de registratie als aannemer effectief is gestemd in het parlement. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de formulering van de voorwaarde die inzake de fiscaliteit in de plaats is gesteld van de voorwaarde met betrekking tot de registratie als aannemer. Een voorbeeld ervan kan worden gevonden in artikel 14525, derde lid, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.