Besturen zijn zich vaak onvoldoende bewust van de flexibiliteit die zij hebben bij het plaatsen van kleine overheidsopdrachten.
Om de administratieve rompslomp voor (lokale) overheden enigszins in te perken, heeft de Belgische wetgever een groot deel van de complexe regels inzake overheidsopdrachten voor kleinere opdrachten buiten toepassing gelaten. Op basis van hun waarde moeten daarbij twee categorieën van kleine opdrachten onderscheiden worden.
Enkele van de meest in het oog springende vrijstellingen voor opdrachten waarvan de waarde 139.000 euro excl. btw niet overstijgt, zijn de volgende:
- De opdracht moet niet bekendgemaakt worden;
- Het bestuur moet geen kwalitatieve selectiecriteria vaststellen;
- Het gebruik van de e-Procurement-platformen wordt niet opgelegd;
- De aanbesteder moet niet vereisen dat de ingediende offertes worden ondertekend;
- Onderhandelingen zijn mogelijk met alle inschrijvers over alle ingediende offertes en over alle aspecten (behalve de gunningscriteria);
- Het bestuur is niet verplicht om de prijzen te onderzoeken die abnormaal laag of hoog lijken; en
- De standstill-termijn geldt niet.
Voor de opdrachten waarvan de waarde 30.000 euro excl. btw niet overstijgt, geldt bovendien een reeks bijkomende vrijstellingen:
- Er moet geen bestek worden opgesteld;
- Het bestuur is niet verplicht om gunningscriteria te hanteren;
- Het bestuur moet de markt slechts consulteren “indien mogelijk” en deze markconsultatie kan zich beperken tot de consultatie van de websites of catalogi van enkele ondernemingen;
- Het contract komt tot stand door de loutere aanvaarding van de factuur van de gekozen ondernemer;
- De algemene uitvoeringsregels zijn slechts van toepassing indien de partijen dit zo overeenkomen; en
- Er kan met voorschotten gewerkt worden.
De hierboven beschreven vrijheid van besturen bij de plaatsing van kleine opdrachten is echter niet geheel onbeperkt. Zo gelden de algemene beginselen van het overheidsopdrachtenrecht voor alle opdrachten, ongeacht de waarde ervan. Bijgevolg moeten overheden ook bij kleine opdrachten de geïnteresseerde ondernemingen steeds op een gelijke en transparante wijze behandelen.
Opmerkelijk is dat de Franstalige kamers van de Raad van State vorig jaar nog deze algemene beginselen hebben aangewend om streng op te treden tegen besturen die het flexibele regime voor kleine opdrachten ten volle wilden benutten. Overheden doen er daarom goed aan om ook bij kleine opdrachten de algemene beginselen indachtig te zijn.