Het Hof van Beroep te Brussel oordeelde dat communicatie gericht aan klanten van een concurrent ter actualisering van klantenbestanden in de mate die communicatie manifest verwarring stichtend en misleidend is, onrechtmatige afwerving van cliënteel kan uitmaken.1
Het Hof bevestigt dat afwerving van cliënteel van een concurrent, gelet op de vrijheid van handel en nijverheid en van concurrentie, op zich niet ongeoorloofd is. Het kan echter een onrechtmatig karakter kan krijgen “omwille van het doel dat zij beoogt, zijnde de desorganisatie en/of destabilisatie van de andere, en/of omwille van de bijzondere omstandigheden waarin zij plaatsvindt, zoals het creëren van verwarring, het misleiden door foutieve informatie te verstrekken, het in een slecht daglicht plaatsen, het onrechtmatig gebruik van bedrijfsgegevens en het misbruiken van opgedane kennis”.
Een verzekeringsmaatschappij had ter actualisering van haar klantenbestanden een nieuwjaarsbrief verstuurd aan al haar “actieve” klanten met als bijlage een fiche waarop de gekende gegevens van deze klanten vermeld stonden. De bestemmelingen werden verzocht om de gegevens na te kijken, te verbeteren en/of aan te vullen. Een deel van de bestemmelingen waren klant bij een concurrent. Een deel echter niet (meer).
Het Hof van Beroep oordeelde dat desbetreffende nieuwjaarsbrief kwalificeerde als een onrechtmatige afwerving van cliënteel omdat de brief ervanuit ging dat de bestemmelingen actuele klanten waren en niet voorzag in de mogelijkheid dat zij geen klant (meer) waren. De bestemmelingen konden hierdoor verkeerdelijk de indruk krijgen dat zij een contractuele relatie hadden met de verzekeringsmaatschappij in kwestie, terwijl dit in werkelijkheid niet noodzakelijk het geval was.
Verder stelde het Hof dat zelfs indien de communicatie gericht was op de actualisering van klantenbestanden, de actualisering op zodanige wijze was aangepakt dat er mogelijks verwarring was ontstaan in hoofde van de klanten van de concurrent en er bijgevolg onrechtmatig werd gehandeld. De actualisering had op een geheel andere manier kunnen plaatsvinden.
Tot slot vond het Hof het weinig aannemelijk dat het verzekeringskantoor zelf niet beter wist wie bij haar klant was en wie niet.
Voetnoten:
1 Brussel 13 januari 2020, 2017/AE/574, niet gepubl.