- Op 18 mei 2020 werd in het Vlaams Parlement een schriftelijke vraag gesteld aan Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Zuhal Demir, aangaande de mogelijkheid om meerdere hoofdfuncties in een gebouw te hebben en de daaraan gekoppelde vergunningsplicht;
- Deze vraag kadert in het licht van artikel 4.2.1, 6° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dat het volgende bepaalt: “niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed geheel of gedeeltelijk wijzigen, indien de Vlaamse Regering deze functiewijziging als vergunningsplichtig heeft aangemerkt.”;
- De functies opgelijst in artikel 2, §1 van het besluit van 14 april 2000 van de Vlaamse regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen (het Functiewijzigingenbesluit), worden als hoofdfunctie beschouwd (o.a. wonen, detailhandel, kantoorfunctie, enzovoort);
- Concreet werden volgende vragen voorgelegd:
- Kan een bestaand gebouw meerdere hoofdfuncties hebben?
- Op basis van welke criteria wordt vastgelegd of bepaalde activiteiten al dan niet als vergunningsplichtige hoofdfuncties moeten worden beschouwd?;
- Minister Demir benadrukt dat een gebouw in principe één hoofdfunctie heeft (met eventuele nevenfuncties), maar dat (vooral grotere) gebouwen (met meerdere bouwlagen) ook meerdere hoofdfuncties kunnen hebben (bv. een gebouw met functie detailhandel/horeca op de gelijkvloerse verdieping en met functie wonen op de bovenliggende verdiepingen);
- Het Functiewijzigingenbesluit spreekt over een vergunningsplicht voor het “geheel of gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie”, voor zover die als vergunningsplichtig is aangemerkt;
- Deze geheel of gedeeltelijke wijziging van de hoofdfunctie bevestigt volgens minister Demir dat een gebouw meerdere hoofdfuncties kan hebben of krijgen, waarbij de omgevingsvergunning en de daarbij horende plannen alle functies van het gebouw vastleggen, en duiden erop dat de term hoofdfunctie niet langer slaat op de “voornaamste bestemming van een goed”;
- Indien er geen omgevingsvergunning is, moet er overeenkomstig de definitie van ‘functie’ in artikel 1.1.2, 5° VCRO gekeken worden naar het feitelijk gebruik van het gebouw of een gedeelte ervan;
- Artikel 2, §1 van het Functiewijzigingenbesluit verwijst verder niet naar criteria die bepalen welke activiteiten als vergunningsplichtige hoofdfuncties moeten worden beschouwd;
- Minister Demir geeft hiermee dus een geactualiseerde interpretatie aan het begrip hoofdfunctie. Een aanpassing van de huidige regelgeving is momenteel niet opportuun volgens de minister.