17/07/20

De handhaving van asbestregelgeving: lokale besturen in de voorste linie

Door de pandemie is menig Vlaming genoodzaakt om zijn zomervakantie thuis door te brengen. Het worden dan ook ongetwijfeld hoogdagen voor de nationale sport: klussen. Maar lang niet alle doe-het-zelvers zijn er zich van bewust dat bij hun werkzaamheden ongewild asbest vrij kan komen. Welke voorschriften inzake asbest moeten particulieren in acht nemen, en wanneer moeten lokale besturen handhavend optreden?

Zowel het Materialendecreet als Vlarem II omvatten een aantal voorschriften omtrent omgang met asbest die ook voor particulieren gelden. De bevoegdheid – en de verantwoordelijkheid – om deze voorschriften te handhaven ligt hierbij in eerste instantie bij de lokale besturen. 

Het inademen van asbestvezels zorgt voor blijvende longschade. Een inbreuk op de asbestregels dient tijdig opgespoord en gehandhaafd te worden. Zo niet stelt een lokaal bestuur zich bloot aan mogelijke aansprakelijkheidsvorderingen. 

1.     Regels inzake onderhoud en herstel asbesthoudende constructies.

Het Materialendecreet verplicht eigenaars om bij onderhouds-, herstellings- of ontmantelingswerken in constructies altijd alle asbesthoudende materialen die door de werken eenvoudig bereikbaar geworden zijn te verwijderen. 

Daarnaast verbiedt het Materialendecreet een aantal handelingen aan dak- en gevelbekleding. Zo is het niet toegestaan om constructies zoals zonnepanelen, overzetdaken en reclamepanelen te bevestigen aan of over asbesthoudende dak- en gevelbekleding. Het is eveneens verboden asbesthoudende dak- en gevelbekleding in te sluiten of te bedekken met andere materialen. Het Materialendecreet verbiedt verder de reiniging en ontmossing van dak- en gevelbekleding van asbestcement. 

2.     Regels inzake sloop asbesthoudende materialen.

Vlarem II omvat een aantal bepalingen die ook voor particulieren gelden. Zo laat Vlarem II toe dat een particulier in een beperkt aantal gevallen zelf asbesthoudende toepassingen sloopt. Het moet gaan om asbesttoepassingen die ‘via eenvoudige handelingen’ (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen. Een particulier mag alleen volgende asbesttoepassingen zelf slopen, en slechts voor zover de sloop de situatie niet verergert:

  • hechtgebonden asbest die niet beschadigd is; 
  • hechtgebonden asbest die wel beschadigd is, maar zich in een buitentoepassing bevindt waarbij geen derden aanwezig zijn;
  • asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen.

Particulieren moeten er ingevolge Vlarem II over waken dat geen asbestvezels of asbeststof vrijkomen in het milieu. Deze verplichting geldt met name voor de transport en sloop van asbesthoudende materialen. In het bijzonder geldt bij sloop dat afvalstoffen die asbest bevatten zo behandeld, verpakt of afgedekt moeten zijn dat er geen asbestdeeltjes worden verspreid. 

Bij de sloop en verwijdering van asbesthoudend materiaal moeten volgens Vlarem II ook volgende bijkomende maatregelen in acht worden genomen:

  • bevochtigen of fixeren van het materiaal;
  • de elementen één voor één verwijderen, bij voorkeur manueel;
  • de materialen niet gooien;
  • de materialen niet breken;
  • de materialen opslaan in gesloten verpakking.

Bij de werkzaamheden mogen volgens Vlarem II geen minderjarigen aanwezig zijn. Bovendien moet gebruik worden gemaakt van een stofmasker type P3 of gelijkwaardig stofmasker.

3.     Handhavingsbevoegdheid van lokale besturen.

Wat dient een lokaal bestuur te ondernemen wanneer een inwoner een asbestwolk de ether injaagt?

De bevoegdheid om de regels uit het Materialendecreet en Vlarem II te handhaven ligt in hoofdzaak bij de gemeentelijke toezichthouders. Ingeval van overtredingen van de regels inzake asbest, zijn het de gemeentelijke toezichthouders die de nodige vaststellingen moeten doen en bestuurlijke maatregelen dienen op te leggen.

In bepaalde omstandigheden kan ook de burgemeester bestuurlijke maatregelen opleggen. Dat is met name het geval indien afvalstoffen worden achtergelaten of beheerd in strijd met de voorschriften van het Materialendecreet, bijvoorbeeld wanneer met asbest vervuild puin wordt gestort. 

Welke bestuurlijke maatregelen zijn mogelijk? In de eerste plaats kan de stillegging van de werken bevolen worden. Maar ook bv. het afdekken van asbesthoudende toepassingen of zones, het laten onderzoeken of afvoeren van gecontamineerde materialen of puin, het opleggen van afvalverwijdering door een erkende asbestverwijderaar, … zijn bestuurlijke maatregelen die kunnen worden opgelegd.

Ingeval bodemverontreiniging gevreesd wordt, dient de gemeentelijke toezichthouder daarenboven OVAM in kennis te stellen.

4.     Veiligheidsmaatregelen bij risico voor mens of milieu.

Zowel de gemeentelijke toezichthouders als de burgemeester kunnen ook veiligheidsmaatregelen opleggen ingeval van een aanzienlijk risico voor mens of milieu. Veiligheidsmaatregelen staan los van de vraag of er een milieu-inbreuk of – misdrijf is, en hebben louter tot doel om schade tot een minimum te beperken. 

Het DABM bepaalt dat veiligheidsmaatregelen onder meer kunnen strekken tot:

  • de stopzetting of uitvoering van werkzaamheden, handelingen of activiteiten, ogenblikkelijk of binnen een bepaalde termijn; 
  • het verbod op het gebruik of de verzegeling van gebouwen, installaties, machines, toestellen, transportmiddelen, containers, terreinen en alles wat zich daarin of daarop bevindt; 
  • de hele of gedeeltelijke sluiting van een inrichting; 
  • het meenemen, bewaren of verwijderen van daarvoor vatbare zaken, met inbegrip van afvalstoffen en dieren; 
  • het niet-betreden of juist het verlaten van bepaalde gebieden, terreinen, gebouwen of wegen.

Vermeldenswaardig is dat de burgemeester ook politieverordeningen kan uitvaardigen om asbestincidenten het hoofd te bieden. 

5.     Verplichting om te handhaven?

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur geeft aan dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het welzijn van hun burgers. Dit houdt onder meer in dat een lokaal bestuur over de volksgezondheid dient te waken. 

Een asbestincident kan bijzonder schadelijk zijn voor de volksgezondheid, nu zelfs een kortstondige blootstelling aan asbestvezels voor blijvende longschade zorgt. Indien uw bestuur kennis krijgt van een asbestincident, moet met de nodige spoed en diligentie worden gereageerd. Uw bestuur is in het licht van de zorgvuldigheidsplicht ertoe gehouden gepaste bestuurlijke maatregelen en/of veiligheidsmaatregelen op te leggen. 

Waar geen of geen tijdig handhavend gevolg wordt gegeven aan een inbreuk op de asbestregels, stelt een lokaal bestuur zich bloot aan mogelijke aansprakelijkheidsvorderingen. Waakzaamheid is dan ook geboden.

Neglectis urenda filix innascitur agris.

Willem-Jan Ingels

dotted_texture