HEADLINES LABOUR & EMPLOYMENT
AFSTAND VAN DE BESCHERMINGSVERGOEDING DOOR EEN BESCHERMDE WERKNEMER
Ook in deze Headlines bespreken we een recent arrest van het Hof van Cassatie over de bescherming van (kandidaat-) personeelsafgevaardigden1. Het Hof van Cassatie heeft op 16 mei 2011 geoordeeld dat een beschermde werknemer die ontslagen wordt zonder dat de ontslagprocedure wordt nageleefd, in principe geldig afstand kan doen van de beschermingsvergoeding. Er moeten wel bepaalde voorwaarden vervuld worden.
In dit arrest ging het over een werkneemster die in 2000 kandidaat was voor de sociale verkiezingen en die verkozen werd als personeelsafgevaardigde in de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming voor het werk. Op 2 oktober 2003 vond een zogenaamd "genegotieerd ontslag" of "onderhandeld vertrek" plaats. Dit is een ontslag dat tussen de partijen afgesproken wordt, om welke reden dan ook (bijv. om de werknemer op brugpensioen te laten gaan, om een ontslag om dringende reden te vermijden,...). De werkneemster nam immers eerst zelf ontslag uit haar mandaten. Dezelfde dag nog werd ze ontslagen (zonder naleving van de wet van 19 maart 1991) en sloten de partijen een dading. In deze dading deed de werkneemster afstand van een beschermingsvergoeding.
Niettegenstaande dit akkoord vroeg de werkneemster ongeveer twee weken later om haar in het bedrijf te reïntegreren, wat de werkgever weigerde. Vervolgens vorderde de werkneemster een beschermingsvergoeding. De werkgever weigerde deze te betalen gelet op de door de werkneemster gedane afstand. De vraag rees of de werkneemster wel geldig afstand kon doen van de beschermingsvergoeding.
Het Hof van Cassatie bevestigde dat de ontslagbescherming van (kandidaat-) personeelsafgevaardigden van openbare orde is. De beschermingsvergoeding zelf is echter niet van openbare orde, maar van dwingend recht. Dit heeft als gevolg dat een beschermde werknemer in principe geldig afstand kan doen van de beschermingsvergoeding. Er kan echter pas geldig afstand gedaan worden van de beschermingsvergoeding op het ogenblik dat deze verworven is. Volgens het Hof van Cassatie is de beschermingsvergoeding "slechts verworven vanaf het ogenblik dat vaststaat dat de werknemer binnen de gestelde termijnen niet in de onderneming zal gereïntegreerd worden".
Na het ontslag beschikt de werknemer over een termijn van 30 dagen om de reïntegratie (per aangetekende brief) aan te vragen. De werkgever heeft vervolgens 30 dagen om de reïntegratie al dan niet toe te staan. In de zaak waarover het Hof van Cassatie oordeelde, deed de werkneemster al afstand van de beschermingsvergoeding voordat vaststond of zij al dan niet gereïntegreerd zou worden. Haar afstand was dus niet geldig, zodat de werkgever de beschermingsvergoeding toch verschuldigd is.
Voor de praktijk onthouden we dat een beschermde werknemer in principe afstand kan doen van de beschermingsvergoeding maar dat deze afstand alleen geldig is als het op het ogenblik van de ondertekening van de afstand al vaststaat dat de werknemer niet binnen de wettelijke termijnen in de onderneming gereïntegreerd zal worden. Voor een werkgever die een "onderhandeld vertrek" overweegt, blijft grote voorzichtigheid geboden gelet op de enorme (financiële) risico's voor de werkgever
1Deze beschermde werknemers kunnen enkel ontslagen worden om economische of technische redenen of om een dringende reden, en op voorwaarde dat een specifieke ontslagprocedure wordt gevolgd. Gebeurt dit niet, dan hebben deze werknemers recht op een beschermingsvergoeding gelijk aan 2 tot 8 jaar loon.
Voor meer informatie, contacteer: employment@liedekerke.com