27/03/20

Coronavirus: zelfstandige dienstverleners (managers en consultants)

Steeds meer ondernemingen gaan al of niet verplicht in lockdown. Ook om de kosten te drukken doen zij voor hun werknemers beroep op tijdelijke werkloosheid. Niet zelden letterlijk naast deze werknemers staan echter heel wat consultants die buiten dit regime vallen, en die al of niet via een managementvennootschap en al of niet via een tussenpersoon diensten verlenen. Overmacht?

Wanneer de opdrachtgever van overheidswege verplicht is te sluiten, lijkt een beroep op overmacht evident. In de regel dient dit echter restrictief geïnterpreteerd (‘onmogelijkheid’). De opdrachtgever is gehouden om redelijke maatregelen (bv. telewerk) te nemen om uitvoering alsnog mogelijk te maken. Omgekeerd kan de consultant zelf verhinderd zijn om te werken (bv. ziekte). Ook dit dient beperkend geïnterpreteerd. Vaak is telewerk een suboptimale maar niettemin reële optie (bv. IT-consultants). In elk geval dient de partij die zich op overmacht beroept dit ook zo te communiceren.

Steeds dient echter te worden nagegaan hoe ‘overmacht’ contractueel werd ingevuld. Er kunnen ook (harde) termijnen en vormvoorschriften spelen. Dit geldt overigens ook voor de gevolgen. In principe schort overmacht de (wederzijdse) verplichtingen slechts op, tenzij de uitvoering definitief onmogelijk is geworden. Niet zelden kunnen partijen eenzijdig beëindigen indien de overmachtssituatie al te lang aanhoudt. Soms voorziet de overeenkomst in (mogelijke of verplichte) vervanging.

Blijft de vraag: wie zal dat betalen? Overmacht werkt in principe ‘neutraal’. Het houdt in se (slechts) in dat niet-uitvoering geen tekortkoming uitmaakt, en dus geen grond voor schadevergoeding en/of ontbinding. Meteen verdwijnt echter ook de corresponderende verbintenis van de andere partij. De opdrachtgever die geen diensten ontvangt, dient deze ook niet te vergoeden. Sommige overeenkomsten bevestigen die risicoallocatie los van enige overmachtssituatie: de consultant wordt vergoed op basis van werkelijk gepresteerde uren of dagdelen (time sheets) zonder enige (minimale) afnameverplichting (‘op afroep’). In dat geval, dient de opdrachtgever zich mogelijks niet eens op overmacht te beroepen. Dit betekent overigens niet dat de dienstverlener volledig in de koude blijft staan. Er werd al een reeks steunmaatregelen uitgerold, zoals een overbruggingsrecht, betalingsuitstel sociale bijdragen en btw, e.d.

In andere gevallen wordt de zelfstandige dienstverlener forfaitair op maandbasis vergoed of verbindt de opdrachtgever er zich uitdrukkelijk toe om een minimaal aantal uren/dagen af te nemen. Alsdan dient de gemeenschappelijke bedoeling te worden nagegaan. Het is immers perfect denkbaar dat partijen een daadwerkelijk vaste vergoeding hebben beoogd en de financiële gevolgen van de overmachtssituatie bij de opdrachtgever gelegd (behoudens diens recht om op te zeggen). Uiteraard kunnen partijen in onderling overleg afwijkende afspraken maken, zoals een (verlaagde) minimale vergoeding en/of een aangepast takenpakket. Open vraag is dan of partijen in onderling akkoord kunnen opschorten om beroep te kunnen doen op m.n. voormeld overbruggingsrecht (waarbij de opdrachtgever het geleden inkomensverlies geheel of gedeeltelijk bijpast)?
 

Raadpleeg de "COVID-10 bijstand" van Schoups Advovaten of contacteer Dave Mertens (auteur) indien u vragen heeft over dit onderwerp.

dotted_texture