Op 6 juni 2019 trad de nieuwe Europese richtlijn inzake auteursrechten in werking. De richtlijn maakt deel uit van een ruimer initiatief binnen de Europese Unie om het auteursrecht aan te passen aan het digitale tijdperk. De richtlijn heeft tijdens haar totstandkoming reeds tot heel wat controverse aanleiding gegeven.
Op 6 juni 2019 trad richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van de richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG in werking (de "Richtlijn"). De lidstaten hebben tot 7 juni 2021 de tijd om de Richtlijn in nationale wetgeving om te zetten.
De Richtlijn is erop gericht om de creativiteit te beschermen, een ruimere toegang tot online content voor unieburgers te waarborgen en hen toe te laten hun vrijheid van meningsuiting ten volle uit te oefenen in het digitale tijdperk. Onder meer de artikelen inzake rechten van persuitgevers (artikel 15) en de aansprakelijkheid van aanbieders van onlinediensten voor het delen van content (artikel 17) hebben aanleiding gegeven tot heel wat controverse bij de totstandkoming van de Richtlijn.
Tekst- en datamining voor wetenschappelijk onderzoek (artikel 3)
Artikel 3 voorziet in een nieuwe uitzondering op het auteursrecht om optimaal gebruik van tekst- en datamining (TDM) toe te laten bij wetenschappelijk onderzoek. Tekst- en datamining is een geautomatiseerde analysetechniek gericht op de ontleding van tekst en gegevens in een digitale vorm om informatie te genereren, zoals patronen of onderlinge verbanden (artikel 2, lid 2).
Lidstaten moeten in hun nationaal auteursrecht een uitzondering voorzien voor reproducties en opvragingen die onderzoeksorganisaties (zoals universiteiten en universiteitsbibliotheken) en instellingen voor cultureel erfgoed (zoals openbare bibliotheken of musea), in het kader van wetenschappelijk onderzoek, met tekst- en datamining verrichten op werken of andere materialen waartoe ze rechtmatig toegang hebben.
Om van de uitzondering te kunnen genieten moet de onderzoeksorganisatie haar activiteiten uitoefenen op grond van een erkende taak van algemeen belang en dit zonder winstoogmerk, dan wel alle winst herinvesteren in haar wetenschappelijk onderzoek. Het hoofddoel van de onderzoeksorganisatie moet bovendien bestaan in wetenschappelijk onderzoek of in onderwijsactiviteiten, met inbegrip van wetenschappelijk onderzoek.
Perspublicaties (artikel 15)
Artikel 15 beoogt uitgevers van perspublicaties zoals nieuwsuitgevers of persagentschappen beter te beschermen en hen toe te laten gemakkelijker een licentieovereenkomst te sluiten voor onlinegebruik van hun journalistieke publicaties.
De Richtlijn verleent persuitgevers het reproductierecht en het recht om de perspublicaties aan het publiek ter beschikking te stellen voor onlinegebruik door aanbieders van de diensten van de informatiemaatschappij. Nieuwsaggregatiediensten zoals Google Nieuws zullen bijgevolg de toestemming van de persuitgevers nodig hebben om nieuwsartikelen online ter beschikking te stellen. De rechten van de persuitgevers gelden gedurende twee jaar nadat de perspublicatie is verschenen.
Een perspublicatie is – ongeacht het gebruikte medium (met inbegrip van papieren media) – een journalistieke publicatie die is uitgegeven in het kader van een economische activiteit die een dienstverlening vormt en als doel heeft het algemeen publiek informatie te verstrekken over nieuws- of andere onderwerpen. Periodieke publicaties uitgegeven voor wetenschappelijke of academische doeleinden, zoals wetenschappelijke tijdschriften, vallen niet onder de definitie van perspublicaties.
Deze rechten van de persuitgevers strekken zich niet uit tot activiteiten van hyperlinking. De toestemming van persuitgevers is evenmin vereist voor particulier of niet-commercieel gebruik van de perspublicatie door individuele gebruikers of voor het gebruik van zeer korte fragmenten van een perspublicatie.
Artikel 15 bepaalt verder dat auteurs van de inhoud van de perspublicaties recht hebben op een passend aandeel van de inkomsten die de persuitgevers ontvangen voor het gebruik van hun perspublicaties door aanbieders van de diensten van de informatiemaatschappij (artikel 15, lid 5).
Aansprakelijkheid van aanbieders van onlinediensten voor het delen van content (artikel 17)
Artikel 17 vormt één van de meest controversiële artikelen van de Richtlijn. Het artikel beoogt auteurs beter te beschermen wanneer hun creaties online worden geüpload en verspreid.
Artikel 17 bepaalt dat "online content-sharing service providers" (aanbieders van een onlinedienst voor het delen van content) ("OCSSP") zoals YouTube en Facebook de toestemming van de rechthebbende nodig hebben om aan het publiek toegang te verschaffen tot auteursrechtelijk beschermde werken of ander beschermd materiaal dat hun gebruikers uploaden.
De Richtlijn definieert een OCSSP als een aanbieder van een dienst van de informatiemaatschappij met als (één van de) belangrijkste doelstelling(en) het opslaan en voor het publiek toegankelijk maken van een grote hoeveelheid auteursrechtelijke werken die door de gebruikers zijn geüpload, en die hierbij het materiaal en de werken vanuit een winstoogmerk ordent en promoot (artikel 2, lid 6).
Indien de rechthebbende geen toestemming tot het delen van content heeft verleend, is de OCSSP aansprakelijk voor de onrechtmatige terbeschikkingstelling aan het publiek van auteursrechtelijk beschermde werken en andere materialen, tenzij hij aantoont dat hij alles in het werk heeft gesteld om de noodzakelijke toestemming te krijgen.
Wanneer de OCSSP's een voldoende onderbouwde melding krijgen van een rechthebbende moeten ze prompt optreden om de toegang tot de werken en het andere materiaal in kwestie te deactiveren of van hun website te verwijderen, en om alle toekomstige uploads te verhinderen ("notice and takedown"). De OCSSP's moeten transparant zijn over de maatregelen die ze in het kader van de samenwerking met rechthebbenden nemen, maar de Richtlijn bepaalt ook uitdrukkelijk dat de lidstaten aan de OCSSP's geen algemene toezichtverplichting mogen opleggen.
Aanbieders van online-encyclopedieën en start-ups
Aanbieders van online-encyclopedieën zonder winstoogmerk, zoals Wikipedia, en platformen voor de ontwikkeling en het delen van opensourcesoftware vallen niet onder de verplichtingen van artikel 17. De Richtlijn voorziet verder ook in een uitzonderingsregeling voor start-ups die hun diensten sinds minder dan drie jaar aanbieden aan het publiek in de Europese Unie en waarvan de omzet minder dan 10 miljoen EUR bedraagt (artikel 17, lid 6).
Uitzondering voor internetmemes en GIF's
De Richtlijn voorziet in een uitzondering op het auteursrecht voor het uploaden en het online ter beschikking stellen van citaten, kritiek, recensies en het gebruik van content voor een karikatuur, parodie of pastiche (artikel 17, lid 7). Deze uitzondering is onder meer van toepassing op internetmemes en graphics interchange formats (GIF's)