26/02/11

De wet van 10 januari 2011 vereenvoudigt de Octrooiwet van 28 maart 1984

De wet van 10 januari 2011 ter uitvoering van het Verdrag inzake octrooirecht en inzake de Verlening van Europese octrooien brengt enkele grondige wijzigingen aan de aloude Octrooiwet van 1984 met zich mee.
De octrooiaanvragen die voor de inwerkingtreding van de wet zijn ingediend, worden afgehandeld volgens de bepalingen die ten tijde van de indiening van toepassing waren. De nieuwe wet is evenwel onmiddellijk van toepassing op de octrooien die reeds werden verleend.

INLEIDING

De Belgische reglementering inzake octrooien is voorzien in de wet op de uitvindingsoctrooien van 28 maart 1984 (de “Octrooiwet”). Een octrooi verleent een exclusief en tijdelijk recht voor een bepaald territorium voor alle uitvindingen die nieuw zijn, op uitvinderswerkzaamheid berusten en industrieel kunnen worden toegepast. In België worden octrooien verleend door de Belgische Dienst voor de Intellectuele Eigendom (‘Dienst’) die deel uitmaakt van de Federale Overheidsdienst Economie.

De Octrooiwet werd reeds meermaals gewijzigd over de laatste 25 jaar en werd nu vereenvoudigd door de “Wet ter uitvoering van het Verdrag inzake octrooirecht en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese Octrooien, alsook tot wijziging van diverse bepalingen inzake uitvindingsoctrooien van 10 januari 2011”, hierna verkort “de Wijzigingswet”.

De datum van inwerkingtreding zal nog moeten worden bepaald bij Koninklijk Besluit. De octrooiaanvragen die voor de inwerkingtreding van de wet zijn ingediend, worden afgehandeld volgens de bepalingen die ten tijde van de indiening van toepassing waren. De nieuwe wet is evenwel onmiddellijk van toepassing op de octrooien die reeds werden verleend, al blijven de reeds toegekende rechten gelden.

DE WIJZIGINGSWET

Definitie Uitvindgingsoctrooi (Art. 2 Octrooiwet) - Vooreerst werd in de Wijzigingswet het begrip “uitvindingsoctrooi” licht bijgeschaafd als zijnde “een uitsluitend en tijdelijk recht toegekend om aan derden de exploitatie te verbieden van iedere uitvinding, op alle gebieden van de technologie, die nieuw is, op uitvinderswerkzaamheid berust en vatbaar is voor toepassing op het gebied van de nijverheid.”

Toepassingsgebied - Niet octrooieerbaar (Art. 4, §5 Octrooiwet) – Voortaan wordt door de wet voorzien dat uitvindingsoctrooien niet worden verleend voor methoden voor de behandeling van het menselijke of dierlijke lichaam door chirurgische of geneeskundige behandeling, en voor diagnosemethoden die worden toegepast op het menselijke of het dierlijke lichaam.

Indieningsdatum van de aanvraag (Art. 16 Octrooiwet) – De indieningsdatum van het octrooi is van cruciaal belang voor de octrooihouder om het octrooi te kunnen afdwingen tegen een concurrent. Wie de recentste datum heeft, heeft voorrang ten aanzien van een andere uitvinder (First come, First serve). De administratieve formaliteiten worden door de Wijzigingswet vereenvoudigd. Een octrooiaanvraag krijgt voortaan als indieningsdatum de datum waarop de Dienst volgende gegevens van de aanvrager heeft ontvangen: een expliciete of impliciete aanduiding dat de onderdelen als een octrooiaanvraag zijn bedoeld, de gegevens waarmee de identiteit van de aanvrager kan worden vastgesteld en een deel dat op het eerste gezicht op een beschrijving lijkt. Ondernemingen zullen dus vroeger in de ontwikkelingsfase van een octrooi een aanvraag kunnen indienen.

Bekendmaking onregelmatigheden (Art. 20 Octrooiwet) - Aanvragers werd reeds in de oude Octrooiwet de mogelijkheid geboden om hun aanvraag te regulariseren wanneer die niet voldeed aan bepaalde wettelijke of reglementaire voorwaarden. Voortaan zal de Dienst de aanvrager van de onregelmatigheid in kennis stellen en hem een termijn verlenen om de onregelmatigheden te regulariseren en te becommentariëren. Bij het verstrijken van de termijn wordt de niet-geregulariseerde aanvraag geacht te zijn ingetrokken. Een nieuw artikel 20, 1bis werd toegevoegd zodat vanaf heden de aanvrager ook zelf initiatief kan nemen om zijn aanvraag te regulariseren zonder de kennisgeving van de Dienst en dit zolang het octrooi niet werd verleend.

Herstel van rechten waaronder het criterium ‘due-diligence’ (Art. 70bis Octrooiwet) – Het criterium ‘due diligence’ (letterlijke vertaling ‘gepaste zorgvuldigheid’) betekent dat een aanvrager of een houder van een octrooi een termijn voor een handeling in een procedure voor de Dienst niet heeft in acht genomen, wat het rechtstreekse verlies van rechten tot gevolg heeft. Voortaan voorziet de wet in een mogelijkheid tot een ‘herstel van rechten’ bij het overschrijden van een dergelijke termijn. In principe is de bepaling van toepassing op alle termijnen die worden voorzien in de Octrooiwet.

Herroeping Belgische octrooien (Art. 48 ter Octrooiwet) - Octrooihouders hebben steeds de mogelijkheid om hun eigen octrooi geheel of gedeeltelijk te herroepen en dit met terugwerkende kracht (ex tunc). De ‘herroeping’ gebeurt via een wijziging van de conclusies en desgevallend van de beschrijving of de tekeningen. De octrooihouder dient voor de herroeping een verklaring af te leggen bij de Dienst voor de Industriële eigendom.

Elektronische aanvraag en beheer (Art. 14, art. 22§2bis en art. 74ter Octrooiwet) – Voortaan maakt artikel 14 Octrooiwet het mogelijk, althans indien de Dienst hierin voorziet in de toekomst, dat octrooiaanvragen niet alleen in persoon of per post kunnen worden gedaan, maar tevens elektronisch kunnen worden ingediend. De wetgever zorgt ook voor het elektronisch beheer van de aanvragen. Tevens wordt voorzien in een automatische publicatie van de octrooiaanvragen, om de juridische zekerheid te vergroten.

BESLUIT
Met een verlaging van de drempel tot het verkrijgen van een octrooi, door onder meer de vereenvoudiging van de aanvraag en het elektronisch beheren van het octrooisysteem, stimuleert de Belgische wetgever de innovatie van de ondernemingen.

dotted_texture