Met de langverwachte hervorming van het Wetboek van vennootschappen is onlangs een enorme stap vooruit gezet: er is eindelijk een tekst beschikbaar. Op 4 juni 2018 werd immers het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van Vennootschappen en verenigingen ingediend bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Kortom, de krachtlijnen van het ontwerp zijn:
1. Een doorgedreven vereenvoudiging, waaronder:
- afschaffing van het onderscheid tussen burgerlijke en handelsvennootschappen;
- voortaan zullen het vennootschapsrecht en recht betreffende verenigingen en stichtingen geïntegreerd worden in één enkel wetboek;
- afschaffing van de notie van vennootschappen die een publiek beroep op het spaarwezen doen of hebben gedaan en beperking van de regels voorbehouden aan de genoteerde vennootschappen;
- beperking van het aantal vennootschapsvormen door afschaffing of fusie van bepaalde vormen; zo verdwijnen tijdelijke vennootschappen, stille vennootschappen, de EBVBA’s en de Comm.VA’s die zullen worden “gefuseerd” als zodanig met de NV (de statuten van de Comm.VA moeten derhalve worden gewijzigd);
- beperking van het aantal strafbepalingen.
2. Meer aanvullend recht en flexibiliteit om zich aan te passen aan het bedrijfsleven:
- in de NV:
- de ad nutum herroepbaarheid van de bestuurder wordt een regel van aanvullend recht;
- mogelijkheid om een enige bestuurder te benoemen (die een bescherming tegen ontslag kan genieten);
- mogelijkheid om te kiezen tussen het huidige monistische bestuurssysteem en een duaal bestuurssysteem;
- mogelijkheid om te voorzien in een genoteerde NV in een dubbel stemrecht voor trouwe aandeelhouders, en in de niet-genoteerde NV wordt een meervoudig stemrecht toegelaten;
- in de BV:
- afschaffing van kapitaalvereiste;
- de rechten van de aandeelhouders worden niet langer bepaald door de fractie van het kapitaal dat zij vertegenwoordigen, maar conventioneel of statutair;
- de overdraagbaarheid van de aandelen kan vrij worden geregeld ;
- in de CV: dit wordt opnieuw een vennootschap op basis van het coöperatief gedachtengoed.
3. Integratie van verschillende Europese evoluties, zoals het regelen van de grensoverschrijdende verplaatsing van de statutaire zetel van vennootschappen.