01/02/11

Interprofessoneel akkoord 2011-2012

Op 18 januari 2011 hebben de sociale partners een ontwerp van sociaal akkoord bereikt dat de loon- en arbeidsvoorwaarden voor 2,5 miljoen werknemers in België voor de volgende jaren vastlegt.

Loonstijgingen

Vooreerst is er in de komende twee jaar bijna geen ruimte voor loonstijgingen. In 2011 zullen de lonen in de Belgische privésector alleen aangepast worden aan de stijging van de inflatie. In 2012 zou er maar een loonsverhoging van 0,3 % bovenop de indexatie komen. Zo hopen de sociale partners de stijging van de lonen in België te beperken tot 4,2 % voor de periode 2011-2012. In de buurlanden zouden de lonen met 5 % stijgen tijdens dezelfde periode.

Arbeiders en bedienden

Daarnaast bepaalt het akkoord hoe de vele verschillen tussen arbeiders en bedienden in de loop van de komende jaren moeten worden weggewerkt. België is het enige land in de Europese Unie waar het onderscheid tussen arbeiders en bedienden nog zo een grote invloed heeft op het gebied van rechten en verplichtingen.

De grootste verschillen tussen arbeiders en bedienden zitten in de ontslagbescherming. In de periode 2012-2017 worden deze verschillen verminderd. De opzeggingstermijnen voor arbeiders zullen met 20 % stijgen.. Voor bedienden die tot 30.535 EUR bruto per jaar verdienen verandert bijna niets: hun opzeggingstermijn blijft gelijk aan 3 maanden per begonnen periode van anciënniteit van 5 jaar, met een kleine vermindering met 2 % in 2016-2017. Voor bedienden die 30.535 EUR bruto of meer per jaar verdienen verdwijnt de formule Claeys. Hun opzeggingstermijn zal wettelijk worden bepaald op 1 maand opzeggingstermijn per begonnen jaar anciënniteit met een minimum van 3 maanden. Daarna zal die opzeggingstermijn geleidelijk verminderen, tot die in 2016-2017 10 % lager ligt. Op ontslagvergoedingen voor bedienden die minstens 61.071 EUR bruto per jaar verdienen zal een bijkomende sociale bijdrage van 3 % geheven worden. Deze wijzigingen zullen alleen gelden voor wie na 1 januari 2012 een nieuwe arbeidsovereenkomst tekent.

In dezelfde periode, 2012-2017, zullen de arbeiders verder recht hebben op een bijkomende ontslagpremie. Deze premie zal volledig ten laste komen van de RVA (nu moet de werkgever meestal 1/3 betalen). Voor arbeiders met meer dan 5 jaar anciënniteit zal de ontslagpremie betekenisvol verhogen.

Een definitieve regeling zou er komen vanaf 2018. Er wordt gedacht aan een ontslagbescherming in drie delen. Een eerste deel zou bestaan uit een opzeggingstermijn die gepresteerd zou moeten worden. Tijdens die periode wordt het normale loon verder betaald. Wordt de opzeggingstermijn niet gepresteerd, wordt het loon dat normaal betaald had moeten worden omgezet in een opzeggingsvergoeding. Een tweede deel zou bestaan uit een bijkomende “morele” schadevergoeding die misschien voor een stuk vrijgesteld zou zijn van belastingen of sociale bijdragen. Een derde deel zou bestaan uit de ontslagpremie van de RVA.

Ook over de wijze waarop de andere verschillen tussen arbeiders en bedienden zouden moeten verdwijnen hebben de sociale partners de grote principes vastgelegd. Voor bedienden zal het dubbel vakantiegeld verhogen. Arbeiders zullen vanaf de eerste ziektedag een gewaarborgd loon ontvangen (tot nu toe wordt die eerste ziektedag niet betaald). Op het loon voor de eerste ziektedag zouden wel geen werkgeversbijdragen verschuldigd zijn. Bedienden zullen verder recht hebben op tijdelijke werkloosheidsuitkeringen. De crisiswerkloosheid voor bedienden blijft behouden.

Ten slotte is afgesproken dat het elimineren van de verschillen tussen arbeiders en bedienden niet voor bijkomende kosten mag zorgen voor de werkgevers. De hele hervorming zou kostenneutraal moeten zijn.

Het ontwerp van sociaal akkoord moet nog door de vakbonden en werkgeversorganisaties worden goedgekeurd. Vooral bij de vakbonden is het afwachten of het sociaal akkoord door de achterban zal worden aanvaard.

dotted_texture