De nieuwe bepalingen treden in werking op 1 september 2018. Alle nalatenschappen die openvallen na die datum zijn in principe onderworpen aan de nieuwe regels. Dat wil evenwel niet zeggen dat men tot die datum moet stilzitten. Immers, zoals hieronder uiteengezet, houdt de hervorming ook gevolgen in voor bepaalde schenkingen uit het verleden en handelt men best tijdig ( vóór 1 september 2018) als men toepassing wil maken van overgangsmaatregelen.
Hieronder bespreken wij reeds kort enkele belangrijke wijzigingen.
De reserve van de afstammelingen, de langstlevende echtgenoot en de ascendenten
Op dit moment varieert de reserve van de afstammelingen in functie van het aantal kinderen dat men nalaat. Hoe meer kinderen, hoe kleiner het deel wordt waarover de erflater vrij kan beschikken. In het nieuwe erfrecht bedraagt de reserve van de kinderen altijd 50% van de nalatenschap ongeacht het aantal afstammelingen.
De reserve van de langstlevende echtgenoot blijft behouden, zijnde het vruchtgebruik op de gezinswoning en het huisraad dan wel het vruchtgebruik op 50% van de nalatenschap. Volgens het nieuwe erfrecht moet dat vruchtgebruik wel eerst worden uitgeoefend op het beschikbaar deel (zodat de kinderen hun reserve verkrijgen in volle eigendom).
Indien een persoon overlijdt zonder kinderen na te laten, beschikken zijn (groot)ouders momenteel over een reserve van ¼ aan moederszijde en ¼ aan vaderszijde. Het nieuwe erfrecht schaft deze reserve van de ascendenten af.Het wordt dus mogelijk om hun erfrecht volledig te ontnemen, o.a. door een schenking te doen aan de feitelijk samenwonende partner. Evenwel, indien de ascendenten van de (kinderloze) erflater bij of door zijn/haar overlijden behoeftig zijn, zullen zij wel recht hebben op levensonderhoud.
De waardering van schenkingen
Om te berekenen of een reserve al dan niet is aangetast, wordt bij het overlijden de “fictieve massa” van de erflater samengesteld. Deze massa bestaat zowel uit het vermogen ten tijde van het overlijden als uit alle schenkingen die de erflater tijdens zijn leven heeft gedaan.
Momenteel is de regel dat deze schenkingen worden gewaardeerd op het moment van het overlijden. Dat kan problemen veroorzaken bij goederen die sterk in waarde (kunnen) stijgen sedert de datum van de schenking zoals aandelen of een onroerend goed.
Het nieuwe erfrecht wil daaraan verhelpen door schenkingen te waarderen aan hun waarde op de dag van de schenking, geïndexeerd tot op de dag van het overlijden. Uitzonderingen gelden evenwel voor schenkingen met voorbehoud van vruchtgebruik. Indien de schenker zich een levenslang vruchtgebruik voorbehoudt, zal het geschonken goed in principe alsnog gewaardeerd worden op de dag van het overlijden.
Dat houdt een belangrijk gevolg in voor aandelen van familiale vennootschappen geschonken met voorbehoud van vruchtgebruik onder de gunstregeling van het Vlaams Gewest:
Zoals hierboven reeds aangegeven, bestaat de huidige regel uit een waardering op datum van overlijden. Voor aandelen geschonken onder de gunstregeling van familiale vennootschappen bestaat er evenwel een specifieke uitzonderingsbepaling: de waarde van deze aandelen wordt “bevroren” op de datum van de schenking ongeacht of de schenking in volle of in naakte eigendom is.
De wetgever heeft deze specifieke bepaling evenwel niet overgenomen in het nieuwe erfrecht. Indien u dus aandelen van een familiale vennootschap heeft geschonken met voorbehoud van vruchtgebruik, zullen deze aandelen vanaf september 2018 in principe gewaardeerd worden op datum van overlijden.
Dat dit zeer ongewenste gevolgen en familiale discussies met zich mee kan brengen – zeker indien kinderen niet hetzelfde hebben gekregen – is duidelijk. Gelukkig voorziet de wetgever verschillende oplossingen.
Eerst en vooral kan de schenker – als overgangsmaatregel – opteren voor de blijvende toepassing van de huidige regelgeving. Daarvoor moet de schenker vóór 1 september 2018 een verklaring afleggen voor de notaris. Deze keuze heeft evenwel tot gevolg dat alle schenkingen onderworpen blijven aan het “oud” erfrecht.
Een andere oplossing bestaat uit het sluiten van een punctuele erfovereenkomst (zie verder). Daarin kan bepaald worden dat de waarde vastgeklikt blijft op datum van de schenking. In dat geval is wel het akkoord van de schenker en van alle erfgenamen vereist (ook de erfgenamen die mogelijks niet betrokken waren bij de schenking). Indien een erfgenaam niet akkoord gaat, zal de waardering opgenomen in de erfovereenkomst niet gelden voor hem/haar.
Men dient dan ook grondig na te kijken, rekening houdend met het gehele dossier van de schenker en met zowel de juridische aspecten als de familiale gevoeligheden, of het “oud erfrecht” dan wel het nieuwe erfrecht de beste keuze is.
De mogelijkheid om erfovereenkomsten te sluiten
Op dit ogenblik zijn, op enkele beperkte uitzonderingen na, overeenkomsten over een toekomstige nalatenschap nietig en ongeldig. Dit wordt door velen als een handicap ervaren en de wetgever is hier dan ook aan tegemoet gekomen door bepaalde erfovereenkomsten toe te laten. Deze overeenkomsten dienen notarieel plaats te vinden met inachtneming van wettelijk vastgestelde wachttermijnen.
a. Punctuele erfovereenkomst
Een punctuele erfovereenkomst betreft een overeenkomst die door alle of enkele familieleden kan worden afgesloten m.b.t. bepaalde specifiek in de wet voorziene zaken, zoals:
- de waardering van een schenking;
- de verzaking aan een vordering tot inbreng of inkorting.
Indien alle reservataire erfgenamen instemmen met een punctuele erfovereenkomst m.b.t. een bepaalde schenking, kan er bij het openvallen van de nalatenschap tussen hen geen betwisting meer zijn omtrent de waardering van die schenking, noch sprake zijn van enige vordering tot inbreng of inkorting.
b. Globale/Familiale erfovereenkomst
Een globale erfovereenkomst kan enkel worden opgesteld door een ouder of beide ouders samen met al hun (vermoedelijke) erfgenamen in rechte neerdalende lijn. Een globale erfovereenkomst tussen bijvoorbeeld kinderloze broers is dus niet mogelijk. De overeenkomst stelt het bestaan vast van een evenwicht tussen de erfgenamen rekening houdend met:
- de schenkingen gedaan vóór de overeenkomst;
- de schenkingen gedaan in de overeenkomst; en
- de situatie van de erfgenamen.
In een globale erfovereenkomst kan o.a. worden voorzien dat bepaalde voordelen die aan een kind werden verleend (bv. het betalen van dure studie- of andere onderhoudskosten) met schenkingen worden gelijkgesteld.
Door de ondertekening van een globale erfovereenkomst komen de erfgenamen overeen dat zij (tot dat moment) gelijk zijn behandeld en zij kunnen hier niet meer op terugkomen bij het openvallen van de nalatenschap (geen mogelijkheid meer om inbreng of inkorting te vorderen).
***
Bovenstaand overzicht betreft uiteraard slechts enkele van de vele wijzigingen die het nieuwe erfrecht inhoudt. Aarzel niet om ons te contacteren indien u verdere informatie wenst of vragen heeft omtrent uw familiale planning.
Auteurs:
Hilde Van den Keybus
Patricia Stas