13/09/17

De invoering van een fiscale consolidatie: een kleine revolutie in het Belgische fiscale landschap

Grote multinationals zijn niet blij met de plannen van de federale regering om de vennootschapsbelasting te verlagen. Ze klagen o.a. over de niet-concurrentiële tariefverlaging, de inperking van de fiscale aftrekken (die ervoor zorgt dat een minimumbelasting moet worden betaald), de begrenzing van de notionele interestaftrek, enz. De Minister van Financiën verdedigde zich tegen deze kritiek van multinationals. Volgens hem zullen grote ondernemingen wel degelijk zuurstof vinden in de fiscale hervorming. Naast de substantiële verlaging van het basistarief, wijst hij erop dat er na 2020 een systeem van fiscale consolidatie komt.

Van Overtveldt heeft volgens ons op dit punt gelijk: Belgische groepsvennootschappen zullen voordeel kunnen halen uit de fiscale consolidatie (ook wel fiscale eenheid genoemd).

Het is merkwaardig dat de media hier tot nog toe geen aandacht aan hebben besteed. De invoering van een fiscale consolidatie is nochtans een mini-revolutie in het Belgische fiscale landschap.

Fiscale consolidatie bestaat op dit moment in de meeste EU-lidstaten, maar niet in België. Voor het Belgische inkomstenbelastingenrecht is de vennootschapsgroep als eenheid, en dus als belastingplichtige, onbekend. Deze fiscale benadering, waarin elke groepsvennootschap als een afzonderlijke belastingplichtige wordt beschouwd, laat geen verrekening toe van de winsten van één bepaalde groepsvennootschap met de verliezen van een andere groepsvennootschap. Een voorbeeld kan dit verduidelijken. Stel dat een groep in België twee vennootschappen heeft: A is winstgevend (+ 1.000.000 EUR) en B is verlieslatend (-2.000.000 EUR). A zal belasting op 1.000.000 EUR moeten betalen, zelfs als het geconsolideerde resultaat van de groep A-B (-1.000.000 EUR) negatief is.

Bij gebrek aan een wettelijke fiscale consolidatie bestaat de verleiding om aan fiscale planning te doen, zeker wanneer binnen een groep bepaalde vennootschappen een positief fiscaal resultaat behalen terwijl andere verbonden vennootschappen fiscale verliezen lijden. Zo wordt regelmatig teruggegrepen naar technieken die ertoe strekken belastbare winsten te verschuiven naar de verlieslatende vennootschappen. B factureert bijvoorbeeld management fees aan A voor 500.000 EUR, met als doel de afwezigheid van fiscale consolidatie in België te verhelpen door de aftrek van management fees bij A toe te laten en tegelijk de effectieve belastbaarheid bij B (dankzij de verrekening van de fiscale verliezen van -2.000.000 EUR) te vermijden. Let wel: positieve en controleerbare elementen moeten kunnen worden aangevoerd om de werkelijkheid van de prestaties – die aan de basis liggen van de facturatie van de management fees – te onderbouwen (vb. beschrijving van de prestaties middels gedetailleerde time sheets). Ingeval de management fees overdreven zijn, zou de fiscus immers de aftrek van de management fees bij A kunnen weigeren (art. 49 WIB). En een ongeluk komt nooit alleen: het overdreven bedrag van de management fees zou eveneens aan een onmiddellijke belasting bij B onderworpen kunnen worden, zelfs als B verlieslatend is (art. 207 WIB). Niets staat een dubbele belasting in de weg.

Ingevolge de invoering van een fiscale consolidatie zullen de vennootschapsgroepen niet meer genoodzaakt zijn om tot dergelijke (kunstmatige) technieken over te gaan om een “feitelijke” consolidatie in het leven te roepen. Een wettelijke fiscale consolidatie komt hen dus ten goede.

Fiscale consolidatie is gunstig voor de Belgische overnamemarkt

Eén van de typische situaties, waar men in België de nadelen ondervindt van het gebrek aan fiscale consolidatie, betreft de overnames van Belgische bedrijven. De overname van Belgische (operationele) vennootschappen wordt vaak gestructureerd via een Belgische holding (acquisitievehikel), die een lening aangaat om de acquisitieprijs te financieren. Het probleem is dat de interestlasten – gekoppeld aan de lening – niet met de belastbare inkomsten van de operationele vennootschappen kunnen worden gecompenseerd. De invoering van een fiscale consolidatie zou dergelijke compensatie in België mogelijk kunnen maken. Overnames zullen gemakkelijker te structureren en te financieren zijn. Kortom: ons land zal aantrekkelijker worden voor (buitenlandse) investeerders, hetgeen nieuwe investeringen (en de groei van ondernemingen) met zich zal meebrengen.

Hoe het systeem van de fiscale consolidatie eruit zal zien, is nog onduidelijk. Het is aannemelijk dat enkel in België gevestigde ondernemingen deel zullen uitmaken van de fiscale eenheid; buitenlandse dochtervennootschappen zullen uit de boot vallen. Bovendien zal het hoogstwaarschijnlijk vereist zijn dat de moedervennootschap een minimale participatie (vb. 95%) aanhoudt in de dochtervennootschap. De regering zal daarnaast vermoedelijk het gebruik van bestaande fiscale verliezen (d.w.z. verliezen die ontstaan zijn vóór de creatie van de fiscale consolidatie) beperken, om evidente budgettaire redenen.

Blijft nog een cruciale vraag: zal de invoering van een fiscale consolidatie vanaf 2020 het gat in de begroting niet groter maken?

dotted_texture