De stakingsvordering is een bijzonder interessant juridisch actiemiddel, dat nog te weinig bekend is bij ondernemingen.
Elke onderneming beschikt nochtans over de mogelijkheid om langs deze weg oneerlijke handelingen van andere marktspelers op een kordate wijze te laten stopzetten door de rechtbank.
De stakingsvordering biedt daarbij het beste van twee werelden. De snelheid van een procedure in kort geding maar een definitieve uitspraak ten gronde. Dit betreft een vordering bij de voorzitter van de rechtbank van koophandel, zetelend zoals in kortgeding.
De notie oneerlijke marktpraktijken in de zin van artikel VI.104 Wetboek Economisch Recht wordt daarbij ruim begrepen. Belangrijk is wel dat het in principe dient te gaan om buitencontractuele fouten. Dit omvat dus niet de afdwinging van de uitvoering van een overeenkomst.
Bij wijze van voorbeeld kan verwezen worden naar twee stakingsbevelen die wij recent uitlokten, één tot stopzetting van oneerlijke afwerving van cliënteel en één om een einde te stellen aan zwartmaking.
Uitgangspunt is dat er een vrijheid van concurrentie bestaat. Een dergelijke concurrentie kan evenwel verboden worden wanneer deze plaats vindt in oneerlijke omstandigheden. Te denken valt onder meer aan het aanwenden van uw bedrijfsgeheimen (aankoopprijzen, marges, werkmethodes,…) en/of klantengegevens, inbreuken op intellectuele eigendomsrechten, aanhaking en het zaaien van verwarring,…
Een aandachtspunt is daarbij ook de verhouding met een eventuele derde-medeplichtigheid aan andermans contractbreuk. Het is immers mogelijk dat de derde die u concurrentie aandoet, dit doet in samenspraak met partijen met wie u een overeenkomst heeft, die evenwel niet wordt gerespecteerd. In dat geval maakt de derde zich schuldig aan zgn. derde medeplichtigheid aan contractbreuk, en kan één en ander met een stakingsvordering beteugeld worden.
Zwartmaking omvat dan weer elke mededeling die in de geest van derden afbreuk kan doen aan de geloofwaardigheid of de reputatie van een marktdeelnemer of van zijn producten en diensten. Dit is derhalve een veel ruimere notie dan het strafrechtelijke laster en eerroof.
Een kernvraag hierbij is of het noodzakelijk is om de betreffende partij bij naam te noemen in de gewraakte mededeling.
Om een stakingsvordering te ondersteunen is het essentieel om van meet af aan een goed dossier op te bouwen. Het is immers zaak om de betreffende oneerlijke marktpraktijken goed in kaart te brengen en de rechtbank ook de juiste marksituatie en verhouding tussen partijen te schetsen.
Belangrijk is ook de precieze formulering van het gevraagde verbod. Enkel wat onrechtmatig is, kan verboden worden.
Indien de rechtbank oordeelt dat het inderdaad gaat om een oneerlijke marktpraktijk, wordt een verbod opgelegd, waaraan meteen een dwangsom wordt gekoppeld, die verschuldigd is bij elke eventuele, nieuwe inbreuk.
Indien dit nodig blijkt om een einde te maken aan de feiten, kan ook de publicatie worden toegelaten van het betreffende vonnis.
Een succesvolle stakingsvordering beëindigt in principe de geviseerde oneerlijke marktpraktijken. Om de schade te recupereren die intussen werd geleden, dient evenwel een procedure ten gronde te worden gevoerd. Dit zal evenwel een stuk vlotter verlopen aangezien de fouten inmiddels werden vastgesteld in de stakingsprocedure.
Samenvatting: De stakingsvordering is een efficiënt middel om onrechtmatige marktpraktijken te laten veroordelen en deze te doen ophouden. De procedure verloopt relatief snel en de aard van de gewraakte praktijken is zeer divers. Interessant is ook dat de vordering kan gericht worden tegen een derde die actief meewerkt aan de contractbreuk van uw contractant, en dat deze praktijk als dusdanig kan beteugeld worden.
Auteurs:
Bram Stragier (advocaat-vennoot) & Simon Deryckere (advocaat)
Praktijkgroep Ondernemen