Jobat meldde dat meer en meer werknemers een job als ambulanciers willen combineren met een andere tewerkstelling. Nochtans staat in heel wat arbeidsovereenkomsten een exclusiviteitsbeding, nl. een verbod om naast de arbeidsovereenkomst andere prestaties uit te oefenen. Soms laten dat soort bedingen het wel toe na (schriftelijke) toestemming van de werkgever.
Maar is dat wel wettelijk?
Tot 2013 was het decreet d'Allarde van 2-17 maart 1791 van toepassing, dat een vrijheid van handel en beroep verkondigde. Dit werd opgeheven en overgenomen in artikel II.9 Wetboek van Economisch Recht : iedereen is vrij om een economische activiteit naar keuze uit te oefenen.
Betekent dit ook dat werkgevers werknemers mogen verbieden om andere activiteiten uit te oefenen naast de bestaande arbeidsovereenkomst?
De meeste rechters zullen een dergelijk exclusiviteitsbeding niet aanvaarden en het recht van werknemers erkennen om, naast hun bestaande arbeidsovereenkomst, andere taken uit te voeren en het is daarbij niet belangrijk of deze taak bezoldigd is of niet.
De werkgever mag de werknemer wel de plicht opleggen om op voorhand en zelfs schriftelijk toestemming te vragen voor de andere activiteit.
Dit geldt niet bij concurrentie. Activiteiten die de werkgever concurrentie aandoen zijn tijdens de arbeidsovereenkomst steeds verboden. Dit verbod geldt ook tijdens de schorsing ervan, bvb. omwille van ziekte. Indien men het overtreedt, dan is zelfs een ontslag om dringende reden mogelijk.
Een werknemer die zijn arbeidsovereenkomst zal beëindigen en tijdens de tewerkstelling een concurrerende activiteit voorbereidt, begaat geen fout. Voorbereiden mag, uitvoeren niet.
Op zeer beperkte uitzonderingen na, is het dus onmogelijk om werknemers exclusief aan één werkgever te binden. Wat er ook in de arbeidsovereenkomst staat.
Auteur:
Mario Van Essche, Advocaat