Ter bestrijding van fraudemechanismen werd reeds in 2014 het systeem van aanwezigheidsregistratie op bouwwerven ingevoerd voor werven van minstens EUR 800.000,- (exclusief BTW).
Vanaf 1 januari 2016 is dergelijk systeem uitgebreid naar alle bouwwerven van minstens EUR 500.000,- (exclusief BTW).
Concreet heeft dit als gevolg dat de bouwdirectie, (vaak de hoofdaannemer, bouwdirectie belast met ontwerp, bouwdirectie belast met controle op de uitvoering), een registratie-apparaat ter beschikking dient te stellen van alle onderaannemers die hij inschakelt en werkzaam zijn op de werf.
Indien de onderaannemer op zijn beurt beroep doet op onderaannemers, zal hij het registratieapparaat ook voor hen dienen ter beschikking te stellen. Het apparaat zal in de volledige keten van onderaanneming dienen gehanteerd te worden. Zelfs bij tussenkomst van een uitzendkantoor is het de verantwoordelijkheid van de gebruiker-aannemer om aan de nodige formaliteiten tegemoet te komen.
In principe zal elke persoon die zich aanbiedt op de werf zijn aanwezigheid onmiddellijk dienen te registreren met een registratiemiddel (bv. badge) waardoor deze informatie opgeslagen wordt in de gegevensdatabank van sociale zekerheid.
Zo worden de volgende gegevens doorgestuurd:
• identificatiegegevens van de natuurlijke persoon;
• adres of de geografische omschrijving van de ligging van de werf;
• hoedanigheid van de natuurlijke persoon (werknemer of zelfstandige);
• identificatiegegevens van de werkgever (als het om een werknemer gaat);
• identificatiegegevens van de opdrachtgever (als het om een zelfstandige gaat);
• tijdstip van de registratie en een registratienummer.
De sociale inspecteurs en instellingen van sociale zekerheid kunnen de geregistreerde gegevens raadplegen en gebruiken in het kader van de uitoefening van hun opdracht.
Opgelet, bij miskenning van de verplichte registratie voorziet het Sociaal Strafwetboek in sancties gaande van een administratieve geldboete, tot een strafrechtelijke geldboete en zelfs een gevangenisstraf.
De sancties treffen diverse personen op de werf (werkgevers, aannemers, bouwdirectie, werknemers en veiligheidscoördinatoren) als volgt:
• Indien een persoon zijn aanwezigheid op de tijdelijke of mobiele bouwplaats niet regi-streert, is een sanctie van niveau 1 van toepassing, zijnde een administratieve geldboete van 10-100 EUR;
• Voor de werkgevers, (onder-) aannemers of bouwdirectie impliceert het niet-naleven van de regels inzake elektronische registratie een sanctie van niveau 3, zijnde een administratieve geldboete van 50 - 500 EUR of strafrechtelijke geldboete van 100 - 1.000 EUR
• In geval van een inbreuk op de elektronische registratieplicht met gezondheidsschade bij werknemers of een arbeidsongeval tot gevolg is een sanctie van niveau 4 van toepassing, zijnde een administratieve geldboete van 300 - 3.000 EUR of strafrechtelijke geldboete van 600 - 6.000 EUR en/of een gevangenisstraf van 6 maanden tot 3 jaar.
Auteur:
Maxime VERHAEGEN- Advocaat
maxime.verhaegen@corbus.be