Het Franstalig landsgedeelte heeft een nieuwe, gemeenschappelijke alternerende overeenkomst.
Vanaf 1 september 2015 heeft de overheid die bevoegd is voor het Franstalig landsgedeelte een unieke alternerende overeenkomst ingevoerd. Deze alternerende overeenkomst vervangt de leerovereenkomst van de middenstand en de overeenkomst voor socio-professionele inschakeling.
Voor welk landsgedeelte?
Deze overeenkomst is van toepassing voor gans Franstalig België want er verschenen drie besluiten:
- Het Besluit van de Waalse Regering van 16 juli 2015 betreffende de alternerende overeenkomst (BS van 14 augustus 2015);
- Het Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2015 betreffende de overeenkomst voor alternerende opleiding (BS van 20 augustus 2015);
- Het Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 15 juli 2015 betreffende de overeenkomst inzake alternerende opleiding ... (...) (BS van 31 augustus 2015).
Wat voorziet deze nieuwe alternerende overeenkomst?
Naast de identificatiegegevens van de partijen die bij dit type overeenkomst betrokken zijn, regelt de verplichte modelovereenkomst een reeks rechten en plichten van de partijen.
We geven hierna de voornaamste. De alternerende overeenkomst voorziet:
- een proefperiode van 1 maand. Opgelet: bij het afsluiten van een nieuwe alternerende overeenkomst tussen dezelfde partijen en voor hetzelfde beroep is geen nieuwe proefperiode toegestaan;
- de wederzijdse verplichtingen van de partijen:
- verplichtingen van de onderneming: zorgen voor het onthaal van de leerling, de nodige werkinstrumenten bezorgen, de naam van de mentor meedelen, de mogelijkheid geven zijn referentiepersoon bij de opleidingsinstelling te ontmoeten, toezien op veiligheid en welzijn, zich verzekeren tegen arbeidsongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid, de alternerende leerling gemiddeld 20 uren per week tewerkstellen,...
- verplichtingen van de leerling: handelen in overeenstemming met de instructies, de cursussen of opleidingen regelmatig volgen, zorg dragen voor de ter beschikking gestelde werkinstrumenten, zich onthouden van de onthulling van fabricage- of zakengeheimen,...
- de uurroosters van de opleiding in onderneming en bij de opleidingsoperator (opmerking: de onderneming moet de alternerende leerling gemiddeld minstens 20u/week tewerkstellen) ;
- de vergoeding van de alternerende leerling. Het betreft een percentage van het GGMMI dat afhankelijk is van het competentieniveau (niveau A, B of C);
- de jaarlijkse vakantie van de leerling. Ze omvat een minimum van 20 betaalde dagen en 4 weken niet-betaalde schoolvakantie tussen 1 juli en 31 augustus;
- de gevolgen in geval van schorsing van de overeenkomst wegens ziekte en andere. De tenlasteneming door de onderneming is beperkt tot de eerste 7 kalenderdagen afwezigheid;
- de modaliteiten en redenen van het einde van de overeenkomst.
Andere regels voor de organisatie van alternerende opleiding
De verschillende besluiten voorzien andere regels voor alternerende opleiding die niet in de modelovereenkomst hernomen zijn:
- de alternerende overeenkomst moet schriftelijk worden vastgesteld uiterlijk op het moment waarop de alternerende leerling zijn opleiding in de onderneming begint;
- de duur van de alternerende overeenkomst wordt bepaald in overeenstemming met het opleidingplan;
- minstens één keer per trimester wordt een formatieve of certificatieve evaluatie van de leerling voorzien;
- de uitvoering van het opleidingsplan in onderneming wordt minstens één keer per semester door de opleidingsoperator en de onderneming samen beoordeeld;
- de evaluatie van de competenties met aanpassing van de vergoeding kan op elk ogenblik van het jaar plaatshebben;
- elke wijziging aan de alternerende overeenkomst moet het voorwerp uitmaken van een overeenkomst tussen de partijen, die in een nieuwe alternerende overeenkomst wordt opgenomen. In geval van verandering van mentor of inrichtingseenheid waar de opleiding wordt gegeven, volstaat een bijlage bij de overeenkomst;
- veranderingen van referentiepersoon en van lesrooster moeten door de opleidingsoperator uitdrukkelijk worden meegedeeld aan de alternerende leerling om bij de overeenkomst te worden gevoegd (geen nieuwe overeenkomst nodig).
Wat vervangt de alternerende overeenkomst? Vanaf wanneer?
De alternerende overeenkomst vervangt de stageovereenkomst van de middenstand (IFAPME en EFP) en de overeenkomst voor socio-professionele inschakeling (CISP) vanaf 1 september 2015.
De leerovereenkomsten van de middenstand en de overeenkomsten voor socio-professionele inschakeling, afgesloten vóór 1 september 2015, blijven van kracht tot hun einddatum.
En ten opzichte van de RSZ?
Als hij aan de nieuwe definitie van leerling beantwoordt ("Leerlingen: nieuwe definitie op 1 juli 2015"), zal een leerling met een alternerende overeenkomst ten opzichte van de RSZ worden beschouwd als een leerling.