De Europese Erfrechtverordening (EU) nr. 650/2012 van 4 juli 2012 (hierna "ESR") is van toepassing op de erfopvolging van personen die overleden zijn op of overlijden na 17 augustus 2015. Deze verordening zorgt ervoor dat elke nalatenschap een samenhangende behandeling krijgt onder één enkel rechtsstelsel en door één enkele rechtsinstantie. Dit voorkomt dat er parallelle procedures worden gevoerd met mogelijke tegenstrijdige beslissingen als gevolg.
De EEV voert ook de Europese Erfrechtverklaring in en voorziet in de circulatie van erfrechtelijke beslissingen, authentieke akten en gerechtelijke schikkingen binnen de Europese lidstaten.
Deze verordening is van toepassing in heel de Europese Unie, behalve in Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk.
Van een internationale erfopvolging is er sprake van zodra verschillende landen betrokken zijn bij een nalatenschap, bijvoorbeeld indien men een tweede verblijf heeft in het buitenland, of aandelen of een participatie heeft in een vennootschap in een andere lidstaat, indien de erflater een andere nationaliteit heeft dan diegene van het land waar hij zijn laatste gewone verblijfplaats had of erfgenamen heeft die in een andere lidstaat wonen….
Hierdoor wordt de afwikkeling van een grensoverschrijdende nalatenschap veel eenvoudiger en brengt deze minder kosten met zich mee. Erfgenamen moeten voortaan niet meer naar notarissen en rechtbanken in meerdere lidstaten gaan. De praktijk zal wel nog moeten uitwijzen of alle bevoegde instanties wel in staat zullen zijn om de EEV om te zetten in realiteit.
De EEV voert een aantal grote veranderingen in tegenover het huidige Belgische erfrecht, zowel voor wat betreft het bevoegde gerecht als het toepasselijke recht in geval van grensoverschrijdende nalatenschappen.
Op grond van het nieuwe Europese erfrecht is het recht van het land van de laatste gewone verblijfplaats van de erflater van toepassing op de nalatenschap, en is de rechtskeuze van de erflater beperkt tot het recht van het land van zijn nationaliteit op het ogenblik van de rechtskeuze of op het moment van het overlijden.
Personen met een Belgische nationaliteit kunnen dus een rechtskeuze uitbrengen voor Belgisch recht.
Het regime met betrekking tot het reservataire gedeelte (een minimumerfdeel) waarop de kinderen van een erflater in ons land recht hebben, is niet van toepassing in andere lidstaten, en kan dus in bepaalde gevallen onder druk komen. Het is mogelijk dat erfgenamen deze bescherming zullen verliezen ingevolge de toepassing van het Europese erfrecht indien de erflater naar het buitenland verhuist en het recht van dat land van toepassing wordt op de nalatenschap. In dat geval kan het opportuun zijn een rechtskeuze te doen voor het land van de nationaliteit, België dus.
Buitenlanders die in België wonen vallen onder de toepassing van het Belgisch erfrecht behalve als ze een rechtskeuze doen voor het land van hun nationaliteit.
Voor de personen die onroerend goed bezitten in meerdere lidstaten die vallen onder de EEV, kan een onroerend goed planning zeer nuttig zijn.
De EEV kan u consulteren door hier te klikken.