06/07/15

Vakantiegeld opnemen in het jaarloon: niet zonder risico

Niettegenstaande het feit dat het op vandaag lang niet zonder risico is om als werkgever met de werknemer een loon overeen te komen waarin het vakantiegeld geacht wordt begrepen te zijn, dient vastgesteld dat dit nog steeds een courante praktijk is.

Dit was ook het geval in een zaak waarover het Arbeidshof te Antwerpen zich recent diende uit te spreken. Meer bepaald diende het Arbeidshof een oordeel te vellen over een vordering in betaling van vertrekvakantiegeld ingesteld door een werkneemster met wie een vast jaarloon was overeengekomen. Daar waar de werkgever inriep dat het vakantiegeld in het jaarloon was begrepen en het (vertrek)vakantiegeld bijgevolg reeds betaald werd tijdens de tewerkstelling, volgde het Arbeidshof deze redenering niet.

Het Arbeidshof herhaalde in de eerste plaats – onder verwijzing naar rechtspraak van het Hof van Cassatie van 29 januari 1996 en 4 januari 1993 - dat artikel 46 van het Vakantiebesluit, net zoals artikel 38 en 39 van datzelfde besluit, van dwingend recht is.

Het Arbeidshof vervolgde zijn redenering door te stellen dat het vakantiegeld eindedienst van de bedienden overeenkomstig artikel 46 wordt vastgesteld aan de hand van de tijdens het vakantiedienstjaar verdiende bruto loon, en dus niet geldig in dit loon kan begrepen zijn. Het Arbeidshof maakte in deze context de vergelijking met het vakantiegeld op variabel loon, waarvan het Hof van Cassatie reeds herhaaldelijk geoordeeld heeft dat partijen niet rechtsgeldig kunnen bedingen dat het vakantiegeld geacht wordt in het variabel loon inbegrepen te zijn, net omwille van het feit dat het vakantiegeld wordt berekend op basis van het variabel loon (Cass. 15 januari 1990; Cass. 25 oktober 1999).

De werkgever werd bijgevolg veroordeeld tot betaling van vertrekvakantiegeld.

Daar waar sommigen beweren dat dergelijke situaties en een “dubbele” betaling van het vakantiegeld kunnen vermeden worden door in de arbeidsovereenkomst te vermelden dat het bruto overeengekomen jaarloon zal worden uitbetaald in 13,92 schijven, is het maar de vraag of dit ook daadwerkelijk het geval is. In casu bestond er immers tevens een door beide partijen ondertekend document waaruit af te leiden viel dat het jaarloon in 13,92 schijven zou betaald worden. Het Arbeidshof oordeelde niettemin dat dit geen afbreuk doet aan het feit dat het vakantiegeld “nooit” (dixit het Arbeidshof) geldig begrepen kan zijn in het jaarloon.

dotted_texture