Levert u als online verkoper diensten,-zoals webhosting, SEO diensten, maar bijvoorbeeld ook de verkoop van e-boeken of elke vorm van online advies en levert u deze aan consumenten in andere lidstaten van de EU?Weet dan dat de BTW-regels die op u van toepassing zijn vanaf 1 januari 2015 wijzigen.
Wat zijn de huidige regels?
Het BTW-recht maakt vandaag een onderscheid tussen B2C en B2B verkopen. Voor die laatste, of het nu gaat om goederen of diensten, is er een zogenaamde ‘verlegging van heffing'. Dat wil zeggen dat u zelf geen BTW moet aanrekenen op uw factuur, maar dat de ontvanger in zijn thuisland wel moet aangeven dat hij goederen of diensten heeft ontvangen uit een andere lidstaat en vervolgens de verschuldigde BTW dient te betalen aan de belastingdienst in zijn thuisland.
Voor B2C verkopen van diensten wordt de dienst vandaag gelokaliseerd in het land waar de dienstverrichter gevestigd is. Dat betekent dat een Belgisch bedrijf dat diensten levert aan een buitenlandse consument, gewoon de Belgische BTW aangerekend moet worden.
Dat bezorgt heel wat dienstenleveranciers in Europa echter een concurrentienadeel omdat de BTW-tarieven in verschillende lidstaten niet gelijk lopen en eenzelfde dienst voor eenzelfde nettoprijs dus toch een andere totaalprijs kan hebben, enkel en alleen omdat een hogere BTW aangerekend moet worden. Om een voorbeeld te geven, een fiscaal advies van 1.000 euro door een Belgische accountant aan een Duitse particulier kost 1.210 euro. Als die Duitse particulier hetzelfde advies van 1.000 euro afneemt van een Duitse accountant, betaalt hij slechts 1.190 euro...
In het geval van het voorbeeld een klein verschil, maar in bepaalde gevallen kan het BTW verschil een doorslaggevende invloed hebben op de totale prijs voor een consument en daar wilde de EU dus iets aan veranderen
Wat verandert er dan vanaf 1 januari 2015?
Vanaf 1 januari 2015 zal de levering van online diensten altijd belast worden in het land waar de klant gevestigd is en volgens de BTW-tarieven die ter plaatse gelden.
Concreet betekent dit dat u als dienstenleverancier moet nagaan waar uw B2C-klanten gevestigd zijn om vervolgens te factureren aan het lokale BTW-tarief.
Dat betekent dat u zich in theorie in elke lidstaat waar u B2C-klanten heeft, bij de BTW-diensten zou moeten registreren.
Gelukkig is hiervoor een oplossing voorzien via een "Mini One Stop Shop systeem" ("MOSS"), waarbij u al vanaf 1 oktober 2014 in uw Belgische BTW aangifte alle buitenlandse verrichtingen (binnen de EU althans) kan aangeven.
Via MOSS kan de Belgische onderneming alle formaliteiten voor alle verrichte diensten in één keer en alleen in België voldoen:
- de registratie in het systeem gebeurt in België op elektronische wijze (lidstaat van vestiging)
- één enkele elektronische aangifte die per lidstaat het gerealiseerde omzetcijfer en de verschuldigde btw omvat wordt trimestrieel in België ingediend
- één enkele betaling die het totaal van de verschuldigde btw in de verschillende betrokken lidstaten omvat met een verwijzing naar de betrokken aangifte wordt in België verricht. De bedragen worden vervolgens door de Belgische fiscale administratie overgemaakt aan de fiscale administraties van de andere betrokken lidstaten.
In de andere lidstaten van de Europese Unie zal een vergelijkbaar systeem in werking treden.
Een en ander neemt voor een belangrijk deel discriminatie of concurrentienadelen op basis van verschillen in BTW tarieven voor de levering van diensten weg, maar vaststelling blijft toch dat het systeem heel wat bijkomende administratie zal vergen van online dienstenleveranciers. U zal immers moeten zorgen dat u op de hoogte bent en blijft van de toepasselijke BTW-tarieven in verschillende lidstaten en deze ook telkens correct verrekend.
Vraag is of deze extra administratieve last voor iedereen opweegt tegen de nieuwe gelijkheid tussen binnenlandse en buitenlandse aanbieders.
En wat voor levering van goederen?
Voor klassieke B2C e-commerce, waarbij goederen geleverd worden verandert er niets. Hier blijft het systeem van drempelwaarden bestaan. Wie onder de EU-drempels blijft (van 35.000 tot 100.000 euro aan verkochte goederen naar één lidstaat tijdens de 365 dagen voorafgaand aan een bestelling), rekent gewoon de Belgische BTW aan. Wie daarover gaat, rekent de lokale BTW van zijn klant aan en moet ter plaatste een inschrijving nemen en aangifte doen.