U heeft ongetwijfeld al vernomen dat de Regering onlangs (Programmawet van 28 juni 2013) de roerende voorheffing op liquidatiebonussen verhoogd heeft van 10% naar 25%.
De liquidatiebonus is het bedrag dat aan een aandeelhouder van een vennootschap wordt uitgekeerd bij de liquidatie van een vennootschap (nadat de vennootschap haar schulden vereffend heeft), en komt bovenop de terugbetaling van het kapitaalsgedeelte. Voor vele ondernemers is de liquidatiebonus dan ook een soort van opgebouwde pensioenreserve die ze op het eind van de rit hopen te verzilveren, het spreekwoordelijke “appeltje voor de dorst”.
Een plotse belastingverhoging van 150% (van 10% naar 25%) is voor hen dan ook een zeer pijnlijke zaak.
Het enige goede nieuws is dat de Regering besloten heeft het nieuwe 25%-tarief pas vanaf 1 oktober 2014 te laten ingaan.
Heel wat ondernemers – zeker zij die de pensioenleeftijd naderen – hebben dan ook intussen besloten hun vennootschap meteen te liquideren aan het 10%-tarief (om vervolgens eventueel nog enkele jaren als gewone zelfstandige verder te werken).
Voor vele anderen is dit echter minder evident, bijvoorbeeld omdat de liquidatie van de vennootschap operationeel erg moeilijk is of omdat hun pensioenleeftijd nog veraf ligt. Voor hen heeft de Regering voorzien in een overgangsregeling waarbij ze toch van het 10% tarief kunnen genieten op bepaalde reserves die al in de vennootschap aanwezig zijn, en die in de toekomst in de vennootschap als “kapitaal” aanwezig blijven.
Concreet betekent deze overgangsregeling dat de vennootschap nu kan overgaan tot een dividenduitkering van reserves aan 10% roerende voorheffing (meteen te betalen), indien ze meteen daarna overgaat tot een kapitaalsverhoging door incorporatie van het netto dividendbedrag in het kapitaal van de vennootschap. Door de incorporatie wordt het dividend (de vroegere reserve) dus omgezet in gestort kapitaal dat bij liquidatie belastingvrij kan worden uitgekeerd. Men betaalt dus nu 10% om later vrij van belasting het geld uit de vennootschap te kunnen halen (bij liquidatie of dividenduitkering).
Het “vastklikken” van het 10% tarief kan echter maar worden toegepast op de belaste reserves die bestonden op 31 maart 2013 én voor die datum werden goedgekeurd door de Algemene Vergadering.
Bovendien geldt deze “gunstregeling” maar indien het verhoogde kapitaal binnen de vennootschap behouden blijft gedurende 8 jaar (4 jaar indien de vennootschap een KMO is). Indien binnen die periode van 8 (of 4) jaar het betreffende kapitaalsgedeelte toch zou worden uitgekeerd door een kapitaalvermindering, zal deze vermindering aanzien worden als een dividend waarop bijkomende roerende voorheffing verschuldigd is.
Van belang is ook dat de overgangsperiode weliswaar duurt tot 31 september 2014, maar dat de incorporatie in het kapitaal ten laatste moet plaatsvinden gedurende het laatste belastbaar tijdperk dat afsluit voor 1 oktober 2014. Er rest dus niet veel tijd meer: Indien het boekjaar van de vennootschap samenvalt met het kalenderjaar – wat bij de meeste vennootschappen het geval is – heeft men dus maar tijd tot 31 december 2013!
Al wie dus nog van deze gunstige overgangsmaatregel wenst gebruik te maken, heeft nog maar weinig tijd te verliezen…