15/07/13

Eenmaking statuut arbeiders-bedienden : tijdrit of tourzege?

Tenzij u momenteel geniet van een welverdiende vakantie ergens in het Zuiden van Frankrijk, waar u misschien enkel berichtgeving krijgt over de laatste stand van zaken in de Tour de France, zal u het intussen zeker hebben vernomen. De regering heeft de deadline gehaald! Na een marathononderhandeling van “28 uren”, is vrijdag 5 juli 2013 een compromis/voorstel/akkoord/overeenkomst (de meningen lopen ver uiteen over de naam van de nieuwgeborene) over “de eenmaking” van het statuut tussen arbeiders en bedienden bereikt! Een kleintje weliswaar, verre van alle verschillen zijn weggewerkt, maar toch, over een aantal krachtlijnen zijn de sociale partners het eens geworden. Of minstens, hebben zij zich niet verzet… Of de regering hiermee enkel een goede tijdrit heeft gereden dan wel de tourzege binnenhaalt, is stof tot discussie en zal nog moeten blijken. De wetteksten moeten immers nog worden opgemaakt. Hieronder gaan we al even in op één van de belangrijkste punten van het akkoord, namelijk de harmonisering van de opzeggingstermijnen.


1. Nieuwe regeling : omhoog voor de arbeiders, omlaag voor de bedienden


Vanaf 1 januari 2014 komen er voor alle werknemers nieuwe opzeggingstermijnen bij ontslag door de werkgever. Die nieuwe termijnen worden opgebouwd in drie fases, waarbij men telkens telt in weken:

•De eerste vijf jaar: geleidelijke opbouw volgens onderstaand schema:

1e KW       2 weken

2e KW       4 weken

3e KW      6 weken

4e KW      7 weken

5e KW      8 weken

6e KW      9 weken

7e KW      10 weken

8e KW      11 weken

Jaar 2-3    12 weken

Jaar 3-4    13 weken

Jaar 4-5    15 weken

• Na vijf jaar : verdere opbouw per jaar, a rato van drie weken per begonnen jaar. Zo zal een werknemer bij begin van zijn 10e jaar anciënniteit, een opzeggingstermijn genieten van 30 weken. Bij zijn 20e jaar, heeft de werknemer 60(*)weken opzeggingstermijn opgebouwd.
•Vanaf 20 jaar : bij het bereiken van 20 jaar anciënniteit, wordt er afgevlakt en komt er nog maar één week per begonnen jaar anciënniteit bij.


2. Overgangsregeling : vastklikken van verworven rechten


Een akkoord over de nieuwe regels was natuurlijk onmogelijk zonder akkoord over een oplossing voor de bestaande situatie.


Hier heeft de minister gekozen voor een duidelijke “cesuur” : de werknemer behoudt wat hij had in het verleden, en neemt dit pakketje mee naar de toekomst. Wat hij opbouwt onder de nieuwe regels, wordt erbij geteld. Dit was natuurlijk belangrijk voor de bedienden, die vaak grote ontslagvergoedingen berekend onder de Formule Claeys, moeten “inleveren”.


Maar ook voor arbeiders die nu al een lange staat van dienst hebben, moest een oplossing gevonden worden aangezien zij voor hetzelfde aantal jaren dienst (vb. 30 jaar) veel minder opzeg krijgen (vb. 56 dagen) dan hun collega’s die diezelfde anciënniteit verwerven onder het nieuwe systeem (vb. 70 weken na 30 jaar). Daarom komt er een systeem van compensatie voor deze arbeiders met een hoog aantal jaren dienst, opdat zij met een inhaalbeweging toch nog dezelfde rechten zouden verwerven. Hoe dit precies wordt uitgetekend en gefinancierd, is nog niet duidelijk.

3. Andere punten


Verder wordt de fel bevochten carensdag voor arbeiders afgeschaft, wordt er voorzien in het aftrekken van de sectorale aanvullingen op de werkloosheidsuitkering (“bestaanszekerheidsregelingen”) van de ontslagkost, komt er een algemeen recht op outplacement vanaf 7 jaar dienst, en zal men de sectoren aan het werk zetten om andere verschillen weg te werken, …

dotted_texture