12/04/13

Vergoedingen betaald in het kader van een niet-concurrentieverbintenis na het einde van de arbeidsovereenkomst: onderworpen a…

Tot nu toe was op een niet-concurrentievergoeding na het einde van de arbeidsovereenkomst alleen bedrijfsvoorheffing maar geen sociale-zekerheidsbijdragen verschuldigd. De regering Di Rupo heeft nu echter aangekondigd paal en perk te willen stellen aan dit soort “optimaliseringen”.

Om al te hoge ontslagkosten te vermijden, of beter te “optimaliseren”, werd en wordt vaak gebruik gemaakt van niet-concurrentieovereenkomsten die gesloten worden na het einde van de arbeidsovereenkomst. In het kader van dergelijke overeenkomst verbindt de werknemer zich ertoe om zijn ex-werkgever gedurende een bepaalde tijd na het einde van de arbeidsovereenkomst geen concurrentie aan te doen, in ruil voor een vergoeding.

Dergelijke niet-concurrentieovereenkomsten zijn perfect rechtsgeldig. Vraag is echter of de in ruil voor de niet-concurrentieverbintenis ontvangen vergoeding beschouwd moet worden als loon, en er dus sociale-zekerheidsbijdragen op betaald moeten worden. De RSZ was lange tijd van oordeel dat dit het geval was, tot de rechtspraak haar (meermaals) terugfloot.

In een arrest van 22 september 2003 oordeelde het Hof van Cassatie dat een niet-concurrentievergoeding geen voordeel is dat voortvloeit uit de uitvoering, de schorsing of de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en derhalve niet onderworpen is aan sociale-zekerheidsbijdragen.
De rechtsleer en de rechtspraak waren het er al snel over eens dat een niet-concurrentieovereenkomst slechts vrij is van RSZ als het aan een aantal voorwaarden beantwoordt:

  • de overeenkomst moet schriftelijk en na het effectieve einde van de arbeidsovereenkomst worden gesloten;
  • de overeenkomst mag niet gesloten worden om de wettelijke ontslagvergoedingen te omzeilen; de ontslagvergoeding mag dus niet volledig ‘omgezet’ worden in een niet-concurrentievergoeding;
  • de voorwaarden van de niet-concurrentieverbintenis komen best niet volledig overeen met een niet-concurrentiebeding dat gesloten wordt in het kader van de Arbeidsovereenkomstenwet;
  • het moet minstens mogelijk zijn dat de ex-werknemer zijn ex-werkgever ook daadwerkelijk concurrentie kan aandoen; een niet-concurrentieovereenkomst zou dus niet voor om het even welke functie mogelijk zijn.

In een arrest van 19 maart 2012 heeft het Hof van Cassatie zijn vaststaande rechtspraak nog enigszins genuanceerd. Het Hof oordeelde dat de vergoeding wegens niet-concurrentie in toepassing van een overeenkomst die gesloten werd na de kennisgeving van het ontslag, maar vóór het effectieve einde van de arbeidsovereenkomst niet noodzakelijkerwijze is toegekend ingevolge de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De niet-concurrentievergoeding maakte dus geen loon uit dat onderworpen is aan sociale-zekerheidsbijdragen.

De RSZ heeft zich reeds geruime tijd neergelegd bij deze rechtspraak. In de administratieve instructies van de RSZ is te lezen dat “indien een dergelijke vergoeding (lees: een niet-concurrentievergoeding) wordt onderhandeld na het einde van de dienstbetrekking, en er volledig los van staat, valt zij niet onder het loonbegrip”.

Door het feit dat op een niet-concurrentievergoeding na het einde van de arbeidsovereenkomst alleen bedrijfsvoorheffing maar geen sociale-zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn, is de betaling van dergelijke vergoedingen zowel voor de (ex-)werkgever als voor de (ex-)werknemer interessant.

De regering Di Rupo heeft nu echter aangekondigd paal en perk te willen stellen aan dit soort “optimaliseringen”. In het begrotingsakkoord dat eind november 2012 werd bereikt, wordt gesteld dat een wetgevend initiatief genomen zal worden om alle vergoedingen in het kader van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, met inbegrip van de vergoedingen uit een niet-concurrentieovereenkomst na het einde van de arbeidsovereenkomst, onderworpen zullen worden aan sociale-zekerheidsbijdragen, en dus als loon behandeld zullen worden.
Het voornemen van de regering is voorlopig nog niet omgezet in concrete wetgeving, maar de nieuwe regel zou volgens het begrotingsakkoord wel in werking moeten treden tegen 1 juli 2013.
We zullen zien, en houden u in elk geval op de hoogte.

dotted_texture