06/12/24

Bestuurders kunnen binnenkort persoonlijk aansprakelijk worden gesteld

De afschaffing van de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent (deel 2)

Zoals in het eerste gedeelte van onze artikelenreeks over de afschaffing van de quasi-immuniteit reeds gesteld, zorgt het principe van de 'de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent’ ervoor dat de persoon die effectief de overeenkomsten voor een vennootschap uitvoert, niet door de tegenpartij van de vennootschap aansprakelijk kan worden gesteld voor schade. In de praktijk was het immers enkel in geval van misdrijven dat de uitvoeringsagent persoonlijk kon worden aansprakelijk gesteld. 

Deze regeling die de aansprakelijkheid van uitvoeringsagenten (waaronder bestuurders) uitermate beperkte, wordt echter per 1 januari 2025 afgeschaft (tezamen met de afschaffing, wordt in het Nieuw Burgerlijk Wetboek de term ‘uitvoeringsagent’ trouwens ook vervangen door ‘hulppersoon’). 
Bestuurders van ondernemingen staan met andere woorden aan de vooravond van significante wijzigingen wat betreft hun persoonlijke aansprakelijkheid voor de uitvoering van hun taken.

1. Wat bepaalt de nieuwe regeling?

Vanaf 1 januari 2025 zal de hulppersoon indien hij een extra-contractuele fout maakt, wél persoonlijk kunnen worden aangesproken door de tegenpartij. Dat is daarentegen niet het geval indien de fout slechts een contractuele tekortkoming betreft.

Deze wetswijziging is uitermate relevant daar bestuurders dus effectief kwalificeren als hulppersoon en zij vanaf 1 januari 2025 dus persoonlijk aansprakelijk zullen kunnen worden gesteld voor schade als gevolg van (extra-contractuele) fouten in de uitvoering van hun bestuurlijke taken. 

Dit zijn bv. fouten zoals onrechtmatige uitkeringen, het schenden van milieuwetgeving, misbruik van bedrijfsmiddelen, het niet naleven van de zorgplicht, het overtreden van concurrentieregels, enz. Indien er bijvoorbeeld milieuovertredingen zijn geweest in het kader van de uitvoering van een overeenkomst (bv. geluidsoverlast), is het mogelijk dat de contractuele tegenpartij de bestuurder persoonlijk stelt voor de schade die zij in gevolge deze milieuovertredingen heeft geleden. 

Deze wetswijziging vergroot dus de mogelijkheid van verhaal vanwege de contractuele tegenpartij tegen de bestuurder persoonlijk, zelfs wanneer de bestuurder handelde in naam en voor rekening van de vennootschap. 

2. Wat betekent dit praktisch voor de bestuurder?

De nieuwe aansprakelijkheidsregeling zal gelden voor alle nieuwe feiten vanaf 1 januari 2025. Dit betekent dat ze eveneens van toepassing zal zijn op contracten die reeds werden afgesloten voor de wetswijziging. 

Er zijn uiteraard wel een aantal contractuele voorzorgen die u kan nemen als bestuurder. In casu raden wij aan om in de overeenkomsten die de vennootschap sluit, te laten opnemen dat de gebruikte hulppersonen, door de contractuele tegenpartij niet kunnen worden aansprakelijk gesteld. De nieuwe regeling voorziet immers de mogelijkheid om de buitencontractuele aansprakelijkheid van de hulppersoon contractueel uit te sluiten. 

Deze contractuele uitsluitingsgrond is voor bestuurders des te relevanter nu een vennootschap haar bestuurders niet vooraf mag vrijwaren voor hun aansprakelijkheid. De vennootschap en de bestuurder kunnen in hun onderling contract dus niet afspreken dat de vennootschap het aansprakelijkheidsrisico van de bestuurder “overneemt”. 

Daarom is het zeker voor bestuurders interessant om hun persoonlijke aansprakelijkheid als hulppersoon uit te sluiten in het kader van de overeenkomst tussen de vennootschap en haar contractpartners.

dotted_texture