Het Sociaal Strafwetboek onderging een belangrijke hervorming, en dit kan beschouwd worden als een belangrijk keerpunt in de strijd tegen illegale tewerkstelling en sociale fraude.
Straffen worden opgevoerd en controlemaatregelen uitgebreid. Doel is de rechten van werknemers beter te beschermen en te zorgen voor een eerlijker arbeidsmarkt.
We geven u met dit artikel een overzicht van de belangrijkste wijzigingen in het Sociaal Strafwetboek.
1. Een definitie voor sociale dumping
De hervorming introduceert een definitie van “sociale dumping” in het Sociaal Strafwetboek.
Hoewel sociale dumping nog niet is geclassificeerd als een afzonderlijk strafbaar feit, wordt het nu gedefinieerd als “een brede waaier aan opzettelijke misbruikpraktijken en de omzeiling van bestaande Europese en/of nationale wetgeving, met inbegrip van wetten en algemeen toepasselijke collectieve overeenkomsten, die oneerlijke concurrentie mogelijk maken door de arbeids- en werkingskosten op illegale wijze te minimaliseren, en resulteren in de schending van de rechten en de uitbuiting van werknemers.“.
Met deze definitie wenst men de preventie te verstevigen met betrekking tot misbruik in verband met sociale dumping en de normen voor toezicht en controle te harmoniseren.
2. De recidiveperiode wordt verlengd
Wie schuldig wordt bevonden aan herhaalde sociale overtredingen, krijgt zwaardere straffen. De periode voor recidive wordt nu verlengd van 1 tot 3 jaar. Bij recidive kunnen alleen boetes worden verdubbeld in plaats van gevangenisstraffen.
3. Nieuwe verzwarende factoren
De hervorming introduceert het concept van de “verzwarende factor” in het Sociaal Strafwetboek.
Wanneer een strafbaar feit wordt bestraft met een niveau 4 sanctie, wordt het feit dat het bewust en opzettelijk werd gepleegd een verzwarende factor waarmee de rechter rekening moet houden.
Een verzwarende factor is bijvoorbeeld geen arbeidsongevallenverzekering afsluiten, onjuiste of onvolledige aangiften van tijdelijke werkloosheid doen, geen jaarlijkse sociale balans opstellen, in overtreding zijn met betrekking tot de attestatie en goedkeuring van de sociale balans door bedrijfsrevisoren, registeraccountants of bedrijfsrevisoren, evenals nalaten bepaalde documenten over te maken aan instellingen zoals de RSZ of het openbaar en onrechtmatig gebruik maken van de namen “Fonds de sécurité d'existence” en “Secrétariat social” enz. Deze behoren tot de zwaarder bestrafte overtredingen.
Andere verzwarende factoren, zoals het gebruik van complexe structuren om illegale praktijken te verbergen, de betrokkenheid bij een criminele organisatie of wanneer de werknemers bijzonder ernstige schade ondervinden, leiden ook tot hogere straffen.
4. Het begrip “werkgever” wordt ruimer
De hervorming breidt de definitie van “werkgever” uit tot niet alleen natuurlijke personen, maar ook rechtspersonen en hun wettelijke vertegenwoordigers die hun arbeids- en socialezekerheidsverplichtingen niet nakomen.
De nieuwe definitie omvat ook potentiële werkgevers en versterkt zo de strijd tegen discriminatie bij aanwerving.
5. Nieuwe overtredingen
Het Sociaal Strafwetboek bevat nieuwe overtredingen, die voorheen niet gesanctioneerd werden.
Zo riskeert men nu een sanctie van niveau 2 wanneer men de regels voor het toezicht op de arbeidstijd in geval van flexibele werktijden niet naleeft. Idem dito wanneer men nalaat een vakantiecertificaat aan de werknemer af te leveren.
De verplichtingen van uitzendbureaus zijn ook aangescherpt, met name wat betreft de betaling van het gegarandeerde minimumloon tijdens de pauzes bij contracten voor onbepaalde tijd, waarbij de sanctie is verhoogd tot niveau 3.
6. Strengere straffen voor activiteitenverboden en bedrijfssluitingen
Het herziene Sociaal Strafwetboek verruimt de reikwijdte van de sancties voor het verbieden van activiteiten en het sluiten van een bedrijf. Deze sancties zijn niet langer beperkt tot de bedrijven waar de overtreding werd begaan, maar strekken zich uit tot alle bedrijven die door de overtreder worden geëxploiteerd, om te voorkomen dat nieuwe entiteiten worden opgericht om deze sancties te omzeilen.
7. Uitsluiting van overheidsopdrachten of concessies is een nieuwe sanctie
Er is een nieuwe sanctie ingevoerd, namelijk de uitsluiting van overheidsopdrachten of concessieovereenkomsten. Deze maatregel, die van toepassing is op overtredingen van niveau 3 en 4, kan 3 tot 5 jaar duren.
8. De sanctieniveaus zelf zijn herzien
De sanctieniveaus zijn gewijzigd: het bereik van boetes van niveau 3 (strafrechtelijk of administratief) is verdubbeld, terwijl het maximumbedrag van boetes van niveau 4 ook is verhoogd. De andere boetebedragen en de duur van de gevangenisstraf voor niveau 4 blijven ongewijzigd.
Overzicht van de boetebedragen
Overzicht van de sancties | Administratieve geldboete (EUR) | Strafrechtelijke sanctie (EUR) | Gevangenisstraf
Niveau 1 10 à 100 / /
Niveau 2 25 à 250 50 à 500 /
Niveau 3 100 à 1000 200 à 2000
In plaats van => 50 tot 500 In plaats van => 100 tot 1000 /
Niveau 4 300 à 3500 600 à 7000
In plaats van => 300 tot 3000 In plaats van => 600 tot 6000 6 maanden tot 3 jaar
Alle genoemde bedragen moeten worden verhoogd met de extra decimalen.
9. Verhoging van het sanctieniveau en nieuwe misdrijven ingeval een bezoldiging niet betaald wordt
Strafbare feiten in verband met de betaling van bezoldigingen en voordelen worden verhoogd van niveau 2 naar niveau 3, waardoor de straffen verviervoudigen en de boetes van niveau 3 worden verdubbeld.
Nieuwe sancties van niveau 2 gelden ingeval van overtredingen met betrekking tot ecocheques, werkkleding en werkgereedschap. Deze worden als minder ernstig beschouwd dan de niet-betaling van de bezoldiging.
10. Inbreuken op de regels inzake kennisgeving en informatie in geval van collectief ontslag worden zwaarder gesanctioneerd
Het niveau van de sancties voor inbreuken op de regels betreffende kennisgeving en informatie in geval van collectief ontslag, evenals inbreuken op de procedure voor informatie en raadpleging van de werknemers, is verhoogd van 2 en 1 tot 3.
Hierdoor worden de sancties met betrekking tot de paritaire organen beter geharmoniseerd.
11. Hogere straffen voor zwartwerkers
De hervorming van het Sociaal Strafwetboek verhoogt de straffen voor werknemers die bewust zwartwerken. Deze overtreding, die voorheen strafbaar was op niveau 1, is nu verhoogd naar niveau 3, waaruit een grotere vastberadenheid blijkt om dit fenomeen te bestrijden.
12. De strafmaat voor bepaalde overtredingen is verlaagd
Deze verlaging van het sanctieniveau is gericht op relatief zeldzame overtredingen, zoals informatieverplichtingen in verband met medische onderzoeken, publiciteitsformaliteiten in verband met feestdagen, het niet doorsturen van de sociale balans, enz. Deze verplichtingen, die voorheen strafbaar waren op niveau 2, zijn nu gedegradeerd naar niveau 1.
Daarnaast zijn bepaalde overtredingen meer ingrijpend gewijzigd, waarbij de strafniveaus zijn afgeschaft, zoals de melding aan de arbeidsinspectie in geval van werk op een zon- of feestdag, of overschrijding van de normale arbeidstijd om werkzaamheden uit te voeren die vereist zijn door onvoorziene omstandigheden, enz.
13. De sociale inspecteurs hebben een grotere onafhankelijkheid en meer bevoegdheden
Het nieuwe Sociaal Strafwetboek versterkt de onafhankelijkheid van de sociale inspecteurs.
Een van de opmerkelijke veranderingen is dat de sociale inspecteurs nu de tussenkomst van de politie kunnen vragen om toegang te krijgen tot arbeidsplaatsen of om huisbezoeken af te leggen. Bovendien verbreedt de hervorming de reikwijdte van hun bevoegdheden, aangezien zelfstandigen nu ook onderworpen zijn aan verzoeken van de inspecteurs, terwijl voorheen alleen de werkgever, zijn aangestelde of zijn lasthebber verplicht waren om op dergelijke verzoeken te reageren.
14. Nieuwe regels voor de organisatie van ketens van onderaannemers
De hervorming van het Sociaal Strafwetboek voert specifieke bepalingen in over de organisatie van ketens van onderaannemers in de bouw, de vleesindustrie en de verhuissector en voert hoofdelijke aansprakelijkheid in voor verschuldigde lonen, waardoor werknemers ook worden betaald als hun directe werkgever zijn verplichtingen niet nakomt.
15. Verlenging van de termijn voor het annuleren van administratieve geldboetes
De termijn voor het annuleren van een administratieve geldboete is nu verlengd van 3 tot 5 jaar. Bij het bepalen van het bedrag van de administratieve geldboete kan geen rekening worden gehouden met een besluit tot oplegging van een geldboete of tot vaststelling van schuld als dat besluit 5 jaar of meer voor de gebeurtenissen in kwestie werd genomen.
Deze periode van 5 jaar begint te lopen wanneer de beslissing uitvoerbaar wordt of wanneer de definitieve uitspraak over het beroep van de overtreder wordt gedaan.
16. Besluit
Werkgevers en werknemers doen er goed aan bijzondere aandacht te besteden aan de nieuwe bepalingen van het Sociaal Strafwetboek, vooral met betrekking tot de nieuwe overtredingen en de verhoogde sancties.