Op 15 januari 2024 werd de wet inzake de bankierseed gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De wet heeft gevolgen voor de banksector en is alleen van toepassing voor bepaalde categorieën van leidinggevenden en werknemers.
Waar gaat de nieuwe wet over?
De nieuwe wet voorziet in een wettelijke basis voor een aantal basisprincipes, waaronder:
- het invoeren van individuele gedragsregels;
- het afleggen van een bankierseed waarbij de persoon in kwestie zich ertoe verbindt de individuele gedragsregels na te leven;
- het creëren van een centraal register van tuchtsancties en beroepsverboden; en
- de vereiste voor de betrokken bankdienstverlener, voorafgaand aan zijn aanstelling, om een attest voor te leggen dat bevestigt dat hij/zij niet onderworpen is aan enig beroepsverbod.
De individuele gedragsregels houden in dat iedere bankdienstverlener:
- op eerlijke en integere wijze handelt;
- op vakbekwame en professionele wijze handelt; en
- rekening houdt met de belangen van de cliënten en deze billijk behandelen.
De nieuwe regels zijn enkel van toepassing op “bankdienstverleners”, dit zijn:
- personen die voldoen aan de criteria van fit & proper (i.e. (i) het wettelijk bestuursorgaan, de effectieve leiding en de verantwoordelijken voor de onafhankelijke controlefuncties in Belgische kredietinstellingen, (ii) de leiders van de bijkantoren van kredietinstellingen uit derde landen, en (iii) effectieve leiding van de agenten in bank- en beleggingsdiensten die rechtspersonen zijn);
- verantwoordelijke leidinggevenden, i.e. de natuurlijke personen die de facto verantwoordelijk zijn voor of toezicht uitoefenen op de personen onder punt 4;
- agenten in bank- en beleggingsdiensten die natuurlijke personen zijn; en
- personen die rechtstreeks deelnemen aan het verrichten van bankactiviteiten of -diensten op het Belgisch grondgebied,
in elk geval wanneer zij in België actief zijn bij de volgende geviseerde entiteiten:
- Belgische of buitenlandse kredietinstellingen (zowel uit de EU als uit derde landen) en die in België gevestigd zijn; of
- agenten in bank- en beleggingsdiensten die in naam en voor rekening van dergelijke kredietinstellingen handelen.
Bijgevolg is de nieuwe wet niet van toepassing op verzekeringstussenpersonen, kredietgevers, beleggingsondernemingen of fondsen.
Op straffe van een administratieve sanctie:
- moeten kredietinstellingen aan de FSMA een lijst overleggen van alle bankdienstverleners die bij hen werkzaam zijn of die voor hun rekening handelen.
- moeten alle geviseerde entiteiten van hun kandidaat-bankdienstverlener een kopie ontvangen van het attest dat bevestigt dat de betrokken kandidaat niet onderworpen is aan enig beroepsverbod.
Krachtens voornoemde wet heeft de FSMA de bevoegdheid om tuchtrechtelijk op te treden tegen de niet-naleving van de individuele gedragsregels en/of het niet afleggen van de bankierseed. In dergelijke gevallen kan de FSMA een sanctie opleggen, bestaande uit een waarschuwing, een berisping of een beroepsverbod van maximum drie jaar. In het geval van een waarschuwing of berisping kan zij de betrokkene ook verplichten om een opleiding te volgen.
Bovendien houdt de FSMA een register bij van de tuchtsancties en beroepsverboden die zij oplegt, en worden de opgelegde sancties anoniem gepubliceerd op haar website.
De inwerkingtreding van deze nieuwe wet zal worden vastgesteld bij Koninklijk Besluit. Momenteel is de inwerkingtreding voorzien op:
- 15 januari 2025: voor de personen onderworpen aan de F&P-verplichting, en de verantwoordelijke leidinggevenden die actief zijn in kredietinstellingen.
- 15 juli 2026: voor de overige bankdienstverleners.
De termijn waarbinnen de eed moet worden afgelegd na de inwerkingtreding, zal eveneens worden vastgelegd in het Koninklijk Besluit.
Voor meer informatie over deze nieuwe wetgeving, kan u steeds contact opnemen met uw CMS-partner of CMS-experts binnen het Banking & Finance team.
Benoît Vandervelde
Anaïs Casteur
Florence Berchem