21/09/12

Nieuwe regels over de “Europese” vakantie

Onder druk van de Europese Commissie heeft België recent haar vakantiewetgeving aangepast. Iedere werknemer heeft nu recht op vakantie vanaf het eerste werkjaar.

U heeft het tijdens uw vakantie misschien al horen waaien, de vakantiewetgeving werd, onder impuls van Europa, gewijzigd.

De Europese richtlijn 2003/88 bepaalt minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid op het gebied van de organisatie van de arbeidstijd. Op basis van deze richtlijn heeft elke werknemer in Europa jaarlijks recht op een vakantie van minimum 4 weken met behoud van loon.

België kent een complex vakantiesysteem, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen het vakantiedienstjaar en het vakantiejaar. Werknemers bouwen tijdens het vakantiedienstjaar (jaar X-1) een recht op vakantiedagen (en vakantiegeld) op die dan kunnen opgenomen worden in het daaropvolgend jaar, zijnde het vakantiejaar (jaar X). Een werknemer die een volledig vakantiedienstjaar gewerkt heeft, heeft recht op vier weken vakantie en het daarmee overeenstemmend enkel en dubbel vakantiegeld.

Werknemers die in 2012 (jaar X) vakantie opnemen, doen dit in principe op basis van het feit dat zij in 2011 (jaar X-1) hebben gewerkt en hierdoor recht op vakantie hebben opgebouwd.

Logischerwijze heeft dit systeem tot gevolg dat werknemers die in het voorgaand jaar (jaar X-1) niet gewerkt hebben, geen recht op vakantie hebben opgebouwd en in het huidig jaar (jaar X) geen betaalde vakantie kunnen nemen. Wij laten hierbij het systeem van de jeugd- en seniorenvakantie buiten beschouwing.

De Europese Commissie tikte België reeds op 16 oktober 2008 op de vingers, aangezien deze regeling in strijd is met hogervermelde richtlijn. Omdat er geen maatregelen werden genomen, verzocht de Europese Commissie de Belgische Staat op 24 november 2011 om binnen de twee maanden de nodige maatregelen te treffen.

Na een advies van de Nationale Arbeidsraad (NAR) van 20 december 2011 en de Programmawet van 29 maart 2012, waarin de basisprincipes worden uiteengezet, worden de concrete toepassingsmodaliteiten bepaald in het KB van 19 juni 2012 tot uitvoering van artikel 17bis van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers gecoördineerd op 28 juni 1971.

De krachtlijnen van de nieuwe regeling zijn de volgende:

  • Per periode van 3 maanden activiteit gedurende het kalenderjaar bij het begin of bij de hervatting van de activiteit, kan een werknemer aanspraak maken op een week aanvullende vakantie. Deze week aanvullende vakantie kan opgenomen worden vanaf de laatste week van deze periode van 3 maanden.
  • De werknemer kan deze aanvullende vakantie slechts opnemen na uitputting van de wettelijke vakantiedagen waarop hij recht heeft volgens het ‘oude’ systeem.
  • Voor deze aanvullende vakantie heeft de werknemer recht op een bedrag gelijk aan zijn normale loon. Dit bedrag wordt verrekend met het dubbel vakantiegeld dat later wordt uitbetaald of op het vertrekvakantiegeld.

Het KB verduidelijkt onder andere wat dient te worden verstaan onder “aanvatten en hervatten van een activiteit”, aan welke voorwaarden een werknemer moet voldoen om te kunnen genieten van aanvullende vakantie, hoe de opbouw van de aanvullende vakantie gebeurt, welke dagen voor de berekening van het aanvullend vakantiegeld met normale werkelijke arbeid worden gelijkgesteld en hoe de verrekening dient te gebeuren.

De nieuwe regeling is volgens het KB van kracht sinds 1 april 2012. Dit houdt in dat werknemers reeds dit jaar aanspraak kunnen maken op hun recht op aanvullende vakantie bij begin of hervatting van activiteit.

Dat dit niet de laatste keer zal zijn dat wij u berichten over de vakantieregeling, blijkt uit het feit dat deze kleine ingrepen mogelijk niet voldoen aan de Europese en Belgische eisen. Zo verandert er niets aan het verschil tussen arbeiders en bedienden, nochtans een onderscheid dat volgens het Grondwettelijk Hof tegen 2013 dient weggewerkt te worden. Daarnaast lijkt de Belgische regel dat de vakantie moet worden opgenomen binnen de 12 maanden na het einde van het vakantiedienstjaar strijdig te zijn met de rechtspraak van het Hof van Justitie.

Wordt dus ongetwijfeld nog vervolgd …

dotted_texture